Skip to content
Home - Blog - Werknemers als onmisbare spil in duurzaamheidstransities

Werknemers als onmisbare spil in duurzaamheidstransities

Dat werknemers een onmisbare spil zijn in de transitie naar een eerlijke samenleving, is voor Reset.Vlaanderen en haar netwerk een evidentie. De laatste jaren begint het belang van de sociale kant van de transitie ook in de academische literatuur door te dringen. Vorige maand kwam een studie van het Fins instituut voor Gezondheid op het Werk (Moilanen & Alasoini, 2022) uit die kijkt naar de rol van werknemers als actoren in duurzaamheidstransities – volgens de auteurs veel te onderbelicht in de literatuur. We vatten de belangrijkste resultaten samen.

Het doel van de studie is om de rol die werknemers spelen in duurzaamheidstransities (beter) te belichten, in de hoop dat toekomstig, holistisch onderzoek deze meer meeneemt. Zeer lang was de hoofdfocus in de academische literatuur namelijk geconcentreerd op technologie (macroniveau) en wanneer al dieper, naar bijvoorbeeld verschillende actoren (microniveau), werd gekeken, werden werknemers vaak over het hoofd gezien. 

Dat werknemers op veel niveaus beïnvloed worden of anderszins in verband worden gebracht met transities, en dat duurzaamheidstransities niet alleen top-down dienen te gebeuren, wordt nog eens bevestigd in de studie. Die betrokkenheid bij duurzaamheidstransities gebeurt op verschillende manieren:

1. Milieubeleid en andere veranderingen op macroniveau hebben indirecte gevolgen voor werknemers

Dit belicht het standpunt van de rechtvaardige transitie, en laat zien hoe kwesties buiten de directe invloedssfeer van werknemers hun kansen op werk beperken en het verloop van een transitie beïnvloeden. De studie haalt verschillende voorbeelden aan: hoe regelgevende inspanningen om het afvalbeheer van Mexico-Stad te verbeteren, hebben geleid tot een verslechtering van de lokale arbeidsomstandigheden, of hoe arbeiders in de Duitse zonnepanelenindustrie en Franse wijnbouwers te maken kregen met tegenslagen en verlies van werk door veranderingen in de markt en inefficiënte milieuwetgeving.

2. De veranderingsdynamiek op meso- en microniveau brengt nieuwe duurzame arbeidspraktijken tot stand 

Individuele werkpraktijken en -processen worden in verband gebracht met klimaat en milieu. Het gaat over hoe werknemers hun werkpraktijken bewust kunnen vormgeven en de milieueffecten van werk kunnen verminderen. Collega’s en kennisgerichte netwerken zijn van potentieel groot belang voor het on-the-job leren van individuen over duurzaamheid. 

3. Werknemers kunnen een bemiddelende positie innemen en optreden als tussenpersoon bij overgangen

Werknemers kunnen duurzaamheid bemiddelen in hun dagelijkse handelingen. Voorbeelden die worden gegeven: consultants als bemiddelend tussenpersoon tussen gasoperatoren en biogasproducenten in het geval van Belgisch biogas, retailers in de voedingssector, of huisvesters die informatie delen over energie-efficiëntie en dergelijke. 

4. Er ontstaan nieuwe onderwijsprogramma’s om werknemers nieuwe vaardigheden bij te brengen

De verschuiving naar een duurzame productie creëert vraag naar nieuwe vaardigheden op de arbeidsmarkt. Zowel universitair onderwijs als leren op de werkplek bevorderen duurzame ontwikkeling en groene vaardigheden. De conclusie is dat in duurzaamheidstransities groene vaardigheden te weinig aandacht krijgen. 

5. Transities leiden tot het scheppen van nieuwe jobs op de arbeidsmarkt. 

Ontegensprekelijk: de transitie naar een klimaatneutrale productie zal jobs creëren. Wel moeten we ervoor uitkijken, zegt de studie, dat niet alle jobs die door transities ontstaan per definitie ‘fatsoenlijk’ of waardig zijn, ondanks verwachtingen en visies voor transities. Zie bijvoorbeeld de groeiende vraag naar biogebaseerde grondstoffen, zoals de teelt van biomassa in Guatemala, of de uitbreiding van het recyclen van e-waste en mijnbouw, en hoe deze nieuwe jobs risico’s vormen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers.

Ontegensprekelijk: de transitie naar een klimaatneutrale productie zal jobs creëren. Wel moeten we ervoor uitkijken dat niet alle jobs die door transities ontstaan per definitie “fatsoenlijk” of waardig zijn, ondanks verwachtingen en visies voor transities.

Bovenstaande manieren over hoe werknemers beïnvloed worden door of in verband gebracht worden met duurzaamheidstransities zijn echter niet nieuw voor Reset.Vlaanderen en worden al langer onderschreven, behartigd en vervuld vanuit ons netwerk. Zo onderzocht het project ‘Werknemers als Hefboom voor de Circulaire Economie’ onder andere welke invloed beleids- en marktveranderingen op werknemers en de arbeidsmarkt hebben, terwijl het project ‘De Nieuwe Samenzweerders’ werknemers ondersteunt in het ontwikkelen van nieuwe, duurzame werkpraktijken en hun positie als bemiddelaar in transities versterkt.

Dat deze ideeën en inzichten ook ingang vinden in de academische literatuur en beleid is echter van ontzettend groot belang: een beter begrip van de betrokkenheid van werknemers is cruciaal om de kloof te dichten tussen de koolstofarme visie en de praktische uitvoering ervan in alle economische sectoren.

Karel Pype, beleidsmedewerker Reset.Vlaanderen