Skip to content
Home - Blog - Herfstschool 2024: Interview Jonas van der Slycken

Herfstschool 2024: Interview Jonas van der Slycken

De komende weken stellen we een aantal sprekers van onze komende herfstschool voor aan de hand van een aantal vragen die we hen voorleggen. Vandaag: Jonas Van der Slycken, econoom, opiniemaker, auteur van het boek “Genoeg voor iedereen” en vurig verdediger van het Degrowth-verhaal.

Waarom is degrowth of ontgroei nodig volgens jou?

Ontgroeien is nodig om te garanderen dat er genoeg is voor iedereen vandaag en morgen.

Wat houdt ontgroei precies in? Hoe definieer je het begrip?

In mijn boek doe ik uit de doeken dat ontgroei onze focus verlegt van economische groei naar een welzijnseconomie die zorgt voor mens en planeet. Ontgroei stelt met welzijn, sociale rechtvaardigheid en ecologische stabiliteit dan ook drie andere economische en maatschappelijke doelen voorop. Maar dat is nog niet alles, want ontgroei wil onze economie op een democratische en geplande wijze transformeren zodat we kunnen bloeien zonder groei. 

Is ontgroeien het enige recept dat we nodig hebben om de klimaatcrisis tegen te gaaan? Of zie je ook andere voorwaarden die moeten ingevuld worden?

Het klimaat is slechts één uitdaging waarmee we kampen. Ontgroei wil onze sociale en ecologische uitdagingen aan de bron aanpakken. Hiervoor kunnen we maar beter werk maken van bewustzijns- en politieke veranderingen zodat sociale en technologische innovaties maatschappelijk kunnen renderen eens we nieuwe prioriteiten vooropstellen.

Is het BBP een goede graadmeter voor onze welvaart?

Nee, absoluut niet. Het bbp zegt veel – vooral over de hoeveelheid marktproductie binnen landsgrenzen – behalve over de welvaart van gewone mensen zoals jij en ik. Simon Kuznets, een Nobellaureaat in de economie, wist ons dit al te vertellen in 1932. Intussen, bijna 100 jaar later, kan je bibliotheken vullen met doctoraten over waarom het BBP vooral een bijzonder beperkt perspectief is.

Was corona een soort oefening in degrowth?

Zeker niet. De coronacrisis was een pijnlijke recessie die de groeiafhankelijkheid van onze economieën blootlegde. Het was geen geplande transformatie naar economie waarin we goed leven binnen grenzen van mens en planeet. 

Het positieve van het verhaal is dat corona illustreerde dat we het roer kunnen omgooien en dat onze overheden het voortouw kunnen nemen. Dus waarom zouden we nu geen werk maken van een economie die zorgt voor mens en planeet?

Is er in het degrowth verhaal op geen enkele manier een plaats voor groei van bepaalde sectoren waar het maatschappelijk belang wel verdedigd kan worden? (bv hernieuwbare energie, openbaar vervoer, …)

Aha, dat is een van de misverstanden over ontgroei die ik in mijn boek ontkracht:

“Kunnen sommige sectoren dan niet vergroenen of groeien? Uiteraard kunnen in een rechtvaardige transitie sectoren zoals openbaar vervoer, regeneratieve landbouw, hernieuwbare energie, het isoleren van woningen, zorg, cultuur, welzijnswerk, de lokale economie, de herstel- en deeleconomie et cetera aan belang winnen, om nu even niet het woord groeien te gebruiken. Dit betekent echter niet dat de hele economie hoeft te groeien, aangezien bepaalde vervuilende sectoren zoals de industriële landbouw, industriële visserij, mijnbouw, fossiele industrie, auto-industrie, luchtvaartindustrie, het militair-industriële complex, fast fashion en luxeconsumptie beter zouden krimpen.

“Uiteraard kunnen in een rechtvaardige transitie sectoren zoals openbaar vervoer, regeneratieve landbouw, hernieuwbare energie, het isoleren van woningen, zorg, cultuur, welzijnswerk, de lokale economie, de herstel- en deeleconomie et cetera aan belang winnen.”

De noodzaak om te vergroenen is geen vrijgeleide om alle sectoren te vergroenen en het groeiparadigma te greenwashen. Wat nodig is, is dat de samenleving het welzijn van al haar individuen stimuleert met een minimale milieu-impact. Dit is iets helemaal anders dan het vergroenen van de hele en groeiende economie met een minimale welzijnsimpact. Dit is niet alleen een onmogelijke opdracht, maar ook een onzinnige opdracht omdat groei zich niet in blijvende welzijnsstijgingen vertaalt.”

Criticasters van het degrowth verhalen vinden dat groei nodig blijft voor onze welvaart, en net ook zorgt voor (technologische) oplossingen voor de klimaatuitdaging. Groei als voorwaarde voor innovatie dus. Hoe zie je dit?

In onze huidige groeigedreven economieën is groei nodig. Velen zien groei als een evidentie. Een wonderoplossing voor bijna alles en vooral om niet te veel te veranderen. We kunnen beter werk maken van echte sociale en technologische veranderingen die gewone mensen dienen in plaats van het groeigedreven kapitalisme. Technologische winsten worden verkwanseld om dit rupsje-nooit-genoeg te voeden. Laten we echt vernieuwen door onze maatschappelijke prioriteiten te herijken, dan volgen passende technologieën vanzelf. We zijn creatief genoeg om het groeidenken te overstijgen en te ontgroeien.

Ook voor armoedebestrijding wordt vaak beargumenteerd dat groei een hefboom is. Hoe pak je armoede aan wanneer die groei er niet meer is?

Eerst en vooral pakken we armoede aan door universele basisdiensten te voorzien. Basisdiensten zoals onderwijs en gezondheidszorg breiden we uit naar energie, mobiliteit, wonen, voeding, bank- en communicatiediensten zodat iedereen genoeg heeft voor een menswaardig bestaan. Ook voor wie niet voldoende geld heeft om dit zelf te kopen. Daarnaast zorgen we voor een betere verdeling van middelen en laten we de sterkste schouders meer bijdragen.

Er kunnen ook andere kritische kanttekeningen gemaakt worden bij het degrowth verhaal: zo zullen vakbonden zich misschien vragen stellen bij de impact op werkgelegenheid. Heeft het degrowth verhaal hier een antwoord op?

Jazeker, we maken werk van een kortere werkweek en baanzekerheid. Een kortere werkweek met arbeidsduurverkorting zorgt ervoor dat we het werk om te maken wat we nodig hebben beter kunnen delen. Baanzekerheid garandeert dat er genoeg kwaliteitsvol en goedbetaald werk is voor iedereen om aan de slag te gaan in de sectoren van morgen. In deze massamobilisatie neemt de overheid het voortouw om energie te besparen, over te schakelen op 100% hernieuwbare energie, de transportsector koolstofvrij te maken, huizen te isoleren en te renoveren tot klimaatneutrale woningen, de landbouw koolstofarm te maken door onze gigantische industriële veestapel te liquideren, te herbebossen, ecosystemen te herstellen en koolstof te laten stockeren.

Je pleit voor een herverdeling van grondstoffen en rijkdom tussen en binnen het globale Noorden en Zuiden om sociale rechtvaardigheid (en duurzaamheid) te bereiken. Hoe vul je die herverdeling precies in?

Door de internationale handelsarchitectuur te hertekenen en grondstoffenroof, uitbuiting en imperialisme aan banden te leggen, maken we werk van gelijke handelsrelaties zodat iedereen genoeg middelen heeft om goed te leven.

Hoe gaan we in een ontgroei model om met sociale zekerheid?

We investeren in een robuuste sociale zekerheid die klaar is voor de 21e eeuw door deze op een ecologische leest te schoeien. Met een gezonde economie die zorgt voor mens en planeet gaat ook onze sociale zekerheid een mooie toekomst tegemoet.