Onlangs werd Jos Geysels verkozen als voorzitter van onze nieuwe organisatie. Geysels is voor velen geen onbekende. Van 1987 tot 2004 was hij parlementslid voor Agalev ( nu Groen). In 2002 werd hij minister van staat. Na zijn afscheid van de partijpoltiek werd hij terug actief in het middenveld, onder andere als voorzitter van 11.11.11., het Vlaams Fonds voor de Letteren en van Decenniumdoelen, het netwerk van armoede- en sociale organisaties in Vlaanderen rond het thema armoede. Op dit moment is Geysels voorzitter van het Boekenoverleg en bestuurslid van Theater aan Zee en de progressieve denktank Minerva.
Een gesprek over zijn nieuwe engagement, maar ook een terugblik: Geysels stond 33 jaar geleden mee aan de wieg van Arbeid en Milieu.
Geysels werkte tien jaar als coördinator van de volkshogescholen ‘Elcker-Ik’. “Een ontmoetingsplek voor wat men toen de ‘nieuwe sociale bewegingen’ noemde, waaronder de milieubeweging en de derdewereldorganisaties”, vertelt Geysels. “De werking kende zijn hoogtepunt in de jaren ‘80 door onder andere de grote betogingen van de vredesbeweging, maar ook de acties van de beweging tegen kernenergie. Eén van de nieuwe bewegingen die in die tijd ontstond was ‘de milieubeweging”, vervolgt Geysels.
Hoewel de milieubeweging als de arbeidersbeweging allebei stonden voor een betere en kwaliteitsvolle samenleving waren er toch wat sluimerende conflicten. Geysels: “De ‘oude’ arbeidersbeweging was bang dat de eisen van de ‘nieuwe’ milieubeweging een bedreiging vormden voor de werkgelegenheid.”
Waar de economie in de hoofden van het gros van de bevolking als prioritair werd gezien en belangrijker geacht dan het milieu, kwam langzamerhand het besef dat we niet moeten kiezen tussen economie of ecologie. “Thema’s als kernenergie, proper water, afvalverbranding, zure regen en illegaal afval storten kwamen toen stilaan op de agenda van een breder wordende groep in de samenleving. Met de oprichting van de ‘Werkgroep Arbeid & Milieu’ in de schoot van Elcker-Ik wilden we de samenwerking tussen de arbeiders- en milieubeweging bevorderen in plaats van de karikaturen te cultiveren waarin toen over elkaar gedacht werd. Een forum waarin rekening gehouden werd met elkaars gevoeligheden”, aldus Geysels.
“Met de oprichting van de ‘Werkgroep Arbeid & Milieu’ in de schoot van Elcker-Ik wilden we de samenwerking tussen de arbeiders- en milieubeweging bevorderen in plaats van de karikaturen te cultiveren waarin toen over elkaar gedacht werd.”
ZELFDE THEMA’S, ANDERE SCHAAL
Een terugblik op zijn rijkelijk gevulde carrière leert Geysels dat de thema’s van toen nog steeds op de agenda staan. “De thema’s bleven grotendeels dezelfde, maar de schaal waarop nu gewerkt moet worden verschilt. Kijk maar naar het gebrek aan riolering: een recente panoreportage maakte pijnlijk duidelijk dat het probleem waar iedereen het destijds al over had nog steeds heel actueel is. Als we ruimer kijken naar een thema als water zien we dat waterschaarste ook op mondiale schaal voor grote problemen zorgt: er worden oorlogen om gevochten en de woestijn rukt op.”
“Een recente panoreportage maakte pijnlijk duidelijk dat het het gebrek aan riolering – een probleem waar iedereen het destijds al over had – nog steeds heel actueel is.”
Maar daarnaast zag Geysels ook nieuwe thema’s opduiken. “Neem bijvoorbeeld het klimaatthema. Voeger niet op de agenda, nu niet meer uit de actualiteit weg te denken. De uitdagingen voor de komende decennia zie ik op drie vlakken: we moeten het kringloopprincipe omarmen, armoede en ongelijkheid aanpakken en de democratische basiswaarden versterken. De klimaatverandering vormt een bedreiging voor elk van die uitdagingen: het bedreigt de draagkracht van de aarde, versterkt armoede en ongelijkheid en beknot onze autonomie als mens om samen met anderen ons leven democratisch te organiseren.”
“De klimaatverandering vormt een bedreiging voor verschillende uitdagingen: het bedreigt de draagkracht van de aarde, versterkt armoede en ongelijkheid en beknot onze autonomie als mens om samen met anderen ons leven democratisch te organiseren.”
ECOLOGIE = ECONOMIE
Maar er is hoop. Zoals Geysels eerder aanhaalde staat de ecologische problematiek overal op de agenda. “Zelfs Trump kon in zijn speeches het klimaatthema niet uit de weg gaan, ook al is het in de ontkennende vorm. Het is ongelooflijk belangrijk dat erover gesproken wordt. Dat is een enorme stap voorwaarts. Ook de gevolgen rond milieu en klimaat worden overal waarneembaar: Het besef groeit dat ecologische problemen alles te maken hebben met de manier waarop onze economie is georganiseerd. Hierbij gaat het niet alleen over de verdeling van de taart, maar ook de kwaliteit van de taart is belangrijk. De discussie gaat hier dus zowel over de rechtvaardige verdeling van de opbrengst van de productie, als over de manier waarop de productie tot stand komt en de goederen die geproduceerd worden. Minder ongelijkheid heeft betrekking op zowel de verdeling van de ‘goods’ als de verdeling van de ‘bads’, zoals milieuproblemen. De opwarming van de aarde zet deze probleemstelling op scherp. Trouwens als iedereen op de planeet recht heeft op een menswaardig leven, dan houden we er best ook rekening mee dat we maar één aarde hebben, geen twee of drie.”
Hoewel de problematiek overal op de agenda staat moet Geysels vaststellen dat er nog geen algemeen aanvaard oplossingskader is. : “Een grote uitdaging ligt erin om iedereen in dit verhaal mee te nemen, nog niet elke werknemer op de werkvloer is overtuigd van de oplossingen die we naar voor schuiven. En velen blijven nog denken dat als we maar ‘voortgaan’ we er, met behulp van de technologie, wel zullen geraken. Zij vergissen zich , zij verwarren ‘voortgang’ met ‘vooruitgang’.”
“Velen blijven nog denken dat als we maar ‘voortgaan’ we er, met behulp van de technologie, wel zullen geraken. Zij vergissen zich , zij verwarren ‘voortgang’ met ‘vooruitgang’.”
FRAMING
Geysels wil ook waarschuwen voor klimaatsceptici, die wel toegeven dat er een klimaatprobleem is, maar daar snel aan toevoegen dat mensen in armoede of werknemers slachtoffer zullen worden van klimaatbeleid. “Het tegendeel is waar: de mensen die minst schuld hebben aan de klimaatverandering zullen de grootste gevolgen dragen als we niets doen. Als we het frame van ‘groen is poen’ willen vermijden moeten we ervoor zorgen dat we het mooie begrip ‘klimaatrechtvaardigheid’ koppelen aan concrete oplossingen. Daarom is het noodzakelijk bij elke milieu- en klimaatmaatregel een globale armoede- of inkomenstoets te voorzien waarbij ofwel betaalbare alternatieven worden voorzien ofwel kostencompensaties worden uitgewerkt voor de laagste inkomens. Anders zien zij minder de (reële) baten en des te meer de (financiële) kosten.”
“We moeten zorgen dat die transitie een vooruitgang betekent voor iedereen”, vervolgt Geysels. “Het is hierbij van belang om ook mensen uit de arbeidersbeweging te betrekken. Zij hebben een natuurlijke reflex om rechtvaardigheid aan het klimaatthema te koppelen.”
Over de invulling van de maatregelen is Geysels duidelijk: “Het is beter om collectief planmatig te denken, dan op individueel niveau. Neem bijvoorbeeld het isoleren van huizen in de sociale woningbouw: Dat levert positieve resultaten op voor het milieu, de werkgelegenheid en de energiefactuur van de sociale huurder. We moeten ook af van het moraliserende vingertje naar het individu. Daarom vind ik een systeem als statiegeld een goede maatregel: het wordt een collectieve verantwoordelijkheid. En dat stimuleert het draagvlak. Dat betekent niet dat ‘draagvlak’ een term is waar we ons achter moeten verschuilen: het ‘gebrek aan draagvlak’ wordt al te vaak ingeroepen om dan maar niets te moeten doen. En vooral dat zal veel poen kosten.”
“We moeten ook af van het moraliserende vingertje naar het individu. Daarom vind ik een systeem als statiegeld een goede maatregel: het wordt een collectieve verantwoordelijkheid. En dat stimuleert het draagvlak.”
UNIEKE ROL VOOR NIEUWE ORGANISATIE
Geysels ziet een unieke rol voor de nieuwe organisatie. “Het nieuwe Arbeid & Milieu kan optreden als bewaker van het begrip ‘klimaatrechtvaardigheid’. We moeten enerzijds een kenniscentrum worden en sterk communiceren rond het thema. Anderzijds willen we ook een ervaringspool worden waarbij we mensen bij elkaar brengen: via de gecombineerde verhalen van de werkvloer, mensen uit de vakbondscentrales, de milieubeweging en het bredere middenveld moeten we good practices verspreiden. Een mooi voorbeeld van de waarde van dat middenveld zien we nu tijdens de lockdowns: wat armoede- en welzijnsorganisaties hebben gerealiseerd voor mensen die het nodig hebben, is ronduit indrukwekkend. Het zou voor een overheid veel duurder zijn om dezelfde impact te realiseren. We moeten – met een focus op een goede cijfermatige onderbouwing – dergelijke inspirerende en verbindende verhalen schrijven.”
“Wat armoede- en welzijnsorganisaties tijdens de lockdowns hebben gerealiseerd voor mensen die het nodig hebben, is ronduit indrukwekkend. Het zou voor een overheid veel duurder zijn om dezelfde impact te realiseren.”
Dat laatste kan Geysels niet genoeg benadrukken: “Ik heb een hekel aan doemdenken, dat brengt geen zoden aan de dijk. We moeten vanuit een positieve horizon acties opzetten. De cijfers rond klimaatverandering zijn inderdaad dramatisch, maar alleen cijfers volstaan niet om een brede beweging te organiseren. Kijk maar naar Martin Luther King: zijn beroemde speech begon niet met ‘Ik heb een kritiek’, maar met ‘I have a dream. En met die ingesteldheid heeft ook de arbeidersbeweging ervaring. Zij stelden in de loop van de geschiedenis heel concrete eisen, de droom was duidelijk: mensen hebben recht op fatsoenlijk werk, een eerlijk loon, vrije tijd en een gezonde omgeving waarin ze hun kinderen een goede opvoeding kunnen geven.”
“De aarde dus kouder en de samenleving warmer, daar gaat het om. In de samenhang van beide doelstellingen toont zich de klimaatrechtvaardigheid. En het lijkt mij wel een frame om de publieke ruimte te bezetten en hierrond beweging te maken”, besluit Geysels.
Interview: Vanya Verschoore, coördinator A&M