Milieu en ongelijkheid: het is een thema dat Pieter Leroy – emeritus hoogleraar milieubeleid – bijzonder intrigeert. Het afgelopen jaar trok hij op verzoek van de Universiteit van Bordeaux naar Frankrijk om de problematiek verder te onderzoeken. Het is vooral de beweging van de gele hesjes in Frankrijk die de thematiek van ‘les inégalités environnementales’ op de kaart zetten: “de effondrement, het als een pudding in elkaar zakken van het sociale, culturele en economische weefsel op het Franse platteland, zorgt voor een grote ongelijkheid bij het invoeren van bepaalde milieumaatregelen”.
“Door de coronacrisis werd mijn onderzoek in Bordeaux helaas vroegtijdig stopgezet”, steekt Leroy van wal. “Maar ik heb er toch kunnen vaststellen dat de beweging van de gele hesjes nog springlevend is, zij het op de achtergrond, want corona heeft uiteraard ook zijn weerslag op de manifestaties”.
ONRECHTVAARDIGE KOOLSTOFTAKS
Maar hoe kwam die beweging van de gele hesjes nu weer tot stand? Daarvoor moeten we terug naar november 2018, toen president Emmanuel Macron besliste om de belasting op benzine en diesel gevoelig te verhogen, via de zogenaamde taxe carbone of koolstoftaks.
Leroy schetst de situatie: “Toen hebben een aantal onbekende Fransen, in eerste instantie vooral via de social media, aan de alarmbel getrokken. De maatregel was een financiële aderlating voor heel wat Fransen die beroepshalve of privé sterk afhankelijk zijn van hun auto. Vaak gaat het om mensen uit de lagere inkomenscategorieën, met een netto-inkomen tussen de 1200 en 1800 euro. Denk maar aan de zelfstandige wijkverpleegkundigen, loodgieters en elektriciens die dagelijks enorm veel kilometers afleggen om hun job te kunnen uitoefenen. Zij hebben op het Franse platteland geen alternatief. Een bevolkingsdichtheid van 50 inwoners/ km2 is daar geen uitzondering.”
“Veel Fransen op het platteland hebben geen alternatief dan de auto. Een bevolkingsdichtheid van 50 inwoners/ km2 is daar geen uitzondering.”
De beslissing van Macron om een taxe carbone, een koolstoftaks, in te voeren betekende een financiële aderlating voor heel wat Fransen die beroepshalve of privé sterk afhankelijk zijn van hun auto. – copyright beeld: Thomon
De koolstoftaks bracht de sneeuwbal aan het rollen, en algauw was die niet meer te stoppen. De protesten wonnen razendsnel aan kracht en omvang. “Aanvankelijk beperkte het protest zich tot de landelijke gebieden, maar algauw breidden de protesten zich uit over de grote steden.”, aldus Leroy. “De gele hesjes die de manifestanten droegen staan hierbij symbool voor mensen in nood”.
Maar de perceptie keerde zich algauw tegen de uitbreidende groep protestgangers. De beweging werd helaas deels gekaapt door allerlei politieke strekkingen en sociale bewegingen, wat de geloofwaardigheid niet ten goede kwam.
“Maar ook door de zogenaamde ‘Black Blocks’, groepen anarchisten die er enkel op uit zijn om de boel kort en klein te slaan, verloor de beweging op een ongelukkige manier wat van haar geloofwaardigheid bij het brede publiek in Frankrijk”, zegt Leroy.
IMPLOSIE VAN HET PLATTELAND
Of de beweging een punt heeft? Daar twijfelt Leroy niet over: “Veel Fransen ondergaan al een tijdje de effondrement van het platteland: het sociale, culturele en economische weefsel valt als een pudding in elkaar, door de steeds toenemende globalisering. Denk aan het verdwijnen van lokaal onderwijs, lokale postkantoren, buurtwinkels, huisartsen, openbaar vervoer, … . Een kettingreactie aan desinvesteringen is het gevolg.”
“Veel Fransen ondergaan al een tijdje de effondrement van het platteland: het sociale, culturele en economische weefsel valt als een pudding in elkaar, door de steeds toenemende globalisering.”
Huizen verkrotten en de leegstand neemt toe. Bovenop die effondrement komt ook de problematiek van de precarité. Leroy: “De mensen op het platteland leven vaak in kwetsbare omstandigheden. Er wordt zeer weinig geld verdiend – de goedbetaalde jobs bevinden zich in de steden. Ook bij de gele hesjes zien we een bovengemiddelde vertegenwoordiging van mensen die in precaire omstandigheden leven. We zien mensen met een beperking of met gezondheidsproblemen, mantelzorgers, mensen die zorgen voor hun zieke ouders of kinderen, … . En daar komt de coronacrisis nog eens bovenop, wat voor een belangrijk stuk van de toeristische sector ook een nieuwe mokerslag betekent, denk maar aan de vele vakantiegîtes die nu amper bezet zijn.”
FIN DU MOIS, FIN DU MONDE, MÊME COMBAT
Bovenstaande situatieschets wekt bij velen soms wat misplaatste kritiek op over mensen in armoede: ‘Geven armen wel om het milieu en het klimaat?’, is een vaak gehoorde reactie. ‘Zij zijn toch enkel bezig met het halen van het einde van de maand?’.
Leroy spreekt dit resoluut tegen: “Hier is heel veel onderzoek naar gedaan, en alle conclusies wijzen in dezelfde richting: bij mensen in armoede is een hoge mate van milieubesef aanwezig. Een slogan die vaak opduikt bij de beweging van de gele hesjes is niet voor niets ‘fin du mois, fin du monde, même combat’.
Ze zijn zich zeer bewust van concrete milieuproblemen. Denk maar aan de boeren die teveel grondwater oppompen met als gevolg dat ook de rest van de bevolking in de problemen komt door de waterschaarste. Of het overmatig gebruik van pesticiden in de land- en wijnbouwgebieden, wat in Frankrijk echt een nationaal thema is. De même combat gaat voor hen terug op het feit het geldtekort op het einde van de maand en de milieu- en klimaatproblematiek eigenlijk hun oorzaak vinden in dezelfde systeemfouten. Voor hen is het einde van de maand halen uiteraard een eis die dringender is dan de toekomst van de wereld, maar ze zijn zich wel degelijk bewust van de milieuproblemen. Al zullen ze die anders benoemen dan hoe wij dat doorgaans doen. Zij hebben het niet over klimaatverandering, maar over ‘les canicules’ – de hittegolven. Ze spreken niet over biodiversiteitsverlies, maar over de monoculturele landbouw. Het gaat om dezelfde fenomenen, maar in een ander jargon. Ook in milieu- en klimaatbeleid is de juiste taal hanteren belangrijk bij het uittekenen van beleid.”
“De gele hesjes hebben het niet over klimaatverandering, maar over ‘les canicules’ – de hittegolven. Ze spreken niet over biodiversiteitsverlies, maar over de monoculturele landbouw. Het gaat om dezelfde fenomenen, maar in een ander jargon.”
NIEUWE HOOP?
Zullen de gele hesjes zich blijven manifesteren? Of is er toch enige hoop dat er aan hun verzuchtingen wordt tegemoetgekomen? Leroy ziet twee belangrijke gebeurtenissen die van invloed zullen zijn:
“Een eerste evolutie die hoop kan geven is dat recent een aantal groene burgemeesters aan de macht zijn gekomen in Frankrijk, ook in een aantal dorpen op het platteland.”, zegt Leroy. “Al is het koffiedik kijken of die nieuwe burgemeesters de verbinding zullen leggen tussen het sociale en het ecologische. Daarnaast zal men ook een weloverwogen keuze moeten maken: zullen ze ook inzetten op op het stimuleren van de lokale economie, of blijven ze enkel kiezen voor de klassieke groene thema’s, zoals zonnepanelen of windmolens? Want ook in Frankrijk kun je iedere euro maar 1 keer uitgeven.”
Copyright: Thomas Bresson
Het tweede belangrijke element dat Leroy naar voren schuift als mogelijk element van nieuwe hoop is de convention citoyenne, een soort burgerparlement dat bestaat uit 150 willekeurig gekozen burgers. “Zij hebben 150 voorstellen gedaan, die bijna allemaal door Macron werden gesteund”, vervolgt Leroy. “Een van de uitzonderingen was het voorstel om internationaal opererende bedrijven zoals Google en Amazon meer belastingen op te leggen om klimaatbeleid te financieren. Dat is uiteraard een grote gemiste kans, maar past binnen het discours van Macron dat er niet geraakt mag worden aan het investeringsklimaat. Je zou met een eerlijke belasting voor die bedrijven wel een mooie ondersteuning kunnen bieden aan bepaalde doelgroepen om ook van bijvoorbeeld elektrische mobiliteit te genieten op het platteland. Van de voorstellen die wel overgenomen werden blijft de vraag natuurlijk wat hier werkelijk van zal worden doorgevoerd. Het opzetten van een burgerparlement was uiteraard ook een strategische zet om het protest van de gele hesjes in de kiem te smoren.”
Maar Leroy is toch enigszins hoopvol: “De grote verdienste van het burgerparlement is dat het thema sociale rechtvaardigheid op de Franse politieke agenda is gezet, en dat nu toch op een andere manier over klimaatbeleid in relatie tot rechtvaardigheid wordt gesproken en nagedacht. Want kwetsbare mensen zien klimaatbeleid vaak nog steeds als iets elitair. Dat zien we ook in andere Europese landen. Initiatieven als een burgerparlement kunnen een mooi tegengif zijn. Althans als er ook naar geluisterd wordt”.
Interview: Thijs Calu, Arbeid & Milieu