Mensen in armoede worden vaak niet of nauwelijks betrokken in het debat omtrent klimaat- en milieuveranderingen en het beleid hierrond. Vaak wordt gedacht dat mensen in armoede zich niet bezig houden met zulke zaken. Onterecht, zo concludeert het rapport ‘Duurzaamheid en armoede’, de titel van het 10de tweejaarlijkse Verslag van het Steunpunt tot bestrijding van armoede. Zij willen net inspraak in hun toekomst, die steeds meer onder druk staat, en dus ook in de ecologische uitdagingen die deze toekomst met zich meebrengt.
“Vaak horen we dat mensen in armoede niet om duurzaamheid geven, dat ze elk proberen te overleven en dat het daarbij blijft. Dat klopt hoegenaamd niet! We moeten onze plaats in dit debat opeisen en onze eigen bijdrage leveren. Wij weten immers waartoe het groeimodel leidt, want wij dragen er de gevolgen van en lijden eronder. We moeten dit duidelijk maken, want men beschouwt ons slechts als mensen die niets bijbrengen en die de samenleving veel geld kosten”.
Het Steunpunt tot bestrijding van armoede organiseerde van februari 2018 tot november 2019 een intensieve dialoog over duurzaamheid tussen mensen in armoede en hun verenigingen, sociale organisaties, milieuorganisaties, vertegenwoordigers van instellingen, administraties en wetenschappers. Er werden verschillende thema’s behandeld zoals natuur, energie, water, duurzame voeding en consumptie, gezondheidszorg, werk, mobiliteit en de ongelijkheden binnen elk van deze punten waarmee mensen in armoede worden geconfronteerd. Doorheen het overleg klonk de algemene boodschap: ‘Strijden voor duurzaamheid is strijden tegen ongelijkheden.’
De behoefte aan een sterk beleid rond duurzaamheid en klimaat is erg hoog. Armoedebestrijding zou hier een centrale plaats in moeten krijgen. De ontwikkelingen binnen het klimaat en milieu zijn zorgwekkend, maar daarboven scheppen ze nieuwe sociale ongelijkheden en versterken ze de bestaande ongelijkheden. Mensen in armoede worden namelijk meer blootgesteld aan de gevolgen van klimaatverandering. Bovendien zijn ze er vaak ook gevoeliger aan door hun slechtere gezondheidstoestand. Armen genieten ook nauwelijks van de vruchten van het duurzaamheidsbeleid, of ondergaan zelfs negatieve gevolgen. Tenslotte beschikken ze vaak niet over de hefbomen voor duurzaam gedrag en duurzame keuzes, zoals een menswaardig inkomen. Ondanks deze ongelijkheden is de ecologische voetafdruk van armen vaak lager dan deze van de gemiddelde burger, al is dit dikwijls uit noodzaak.
Zowel in de verschillende fasen van beleidsvoering, als in de verschillende initiatieven rond duurzaamheid op het terrein, is de betrokkenheid van mensen in armoede en hun verenigingen cruciaal. De weg naar duurzaamheid is er één van dialoog, samenwerking en partnerschappen, in het bijzonder met mensen in armoede, zodat er niemand als het ware wordt achtergelaten.
Lees hier het volledige rapport
Jil Deschepper, stagiaire Arbeid & Milieu
Getuigenissen over het overlegproces 2018-2019: ‘Duurzaamheid en armoede’: