Samenwerken geeft veel mogelijkheden om iets te doen aan de woon- en energiecrisis. Toch blijven die mogelijkheden onderbelicht. Onbekend maakt onbemind. Hoog tijd om daar verandering in te brengen.
Een collega komt aanlopen op mijn werkplek. Haar oude vaste energiecontract is afgelopen, dus ze moet een nieuwe leverancier kiezen. Omdat tegenwoordig alleen maar contracten te vinden zijn aan een variabele prijs, wordt het zo’n formule. Dat heeft gevolgen. Een variabel contract maakt je energiefactuur afhankelijk van een vreemde parameter die aanhaakt bij de prijsindexen van één van de groothandelsmarkten van België of de buurlanden. In je energiecontract vind je ze terug onder cryptische omschrijvingen zoals TTF103 of Endex (15d,1,3 – 14d,0,3). In mensentaal: je gas- of elektriciteitsfactuur wordt om de zoveel tijd – bijvoorbeeld maandelijks of om de drie maanden – aangepast aan een gemiddelde prijs op een groothandelsmarkt. Dat hoeft geen Belgische markt te zijn: TTF verwijst bijvoorbeeld naar de Nederlandse groothandelsmarkt voor gas. Endex is dan weer wel de Belgische groothandelsmarkt voor elektriciteit.
Samen met die prijsindexen schieten de voorschotten en eindafrekeningen de lucht in. Niet alleen mijn collega, maar bijna alle huishoudens gaan koortsachtig op zoek naar manieren om de prijs te drukken. De centrale verwarming blijft zo lang mogelijk uit, en we behelpen ons met dikke truien, kersenpitjes en warme thee.
“Op internet zoeken we naar oplossingen, tot groot plezier van internetcommerçanten die Google goed betalen om bovenaan de resultatenlijst te komen.“
Pieter Verbeek, Adviseur Studiedienst Vlaams ABVV
Op internet zoeken we naar oplossingen, tot groot plezier van internetcommerçanten die Google goed betalen om bovenaan de resultatenlijst te komen. Investeer in isolatie! Investeer in een warmtepomp! Allemaal goed en wel als je daar de centen voor hebt, maar geen oplossing voor iedereen. (Er zijn gelukkig ook meer neutrale bronnen van energietips, zoals die van de milieu-NGO’s).
Ook de Vlaamse regering doet haar duit in hetzelfde zakje. Ze voorziet extra middelen voor individuele premies en renteloze leningen – voor isolatie, renovatie en warmtepompen. Ze smijt er zelfs bijkomend budget tegenaan voor energiehuizen waar elk van ons advies kan krijgen.
Zoek het uit en regel het zelf
Of het nu om commerçanten gaat of de Vlaamse regering, allebei gaan ze er vanuit dat de oplossingen voor de energiecrisis bij het individu liggen. Goedbedoeld of niet komt het er op neer dat we het zelf dienen uit te zoeken. Voor wie zich een weg kan banen door het papierwerk en vooral ook voldoende eigen kapitaal heeft is dat allemaal goed en wel. Al heeft hij of zij daarmee nog geen keuze gemaakt tussen de veelheid aan aannemers, is de wachttijd bij de installateurs van zonnepanelen en warmtepompen nog niet gekropen en is het tekort aan isolatiemateriaal niet opgelost. En, gesteld dat hij/zij gaat voor de lange-termijnkeuze van een diepgaande renovatie, waar woont het gezin dan als de werken worden uitgevoerd?
Lang leve samenwerking
Wat zowel de overheid – uit gemakzucht? – als de verkoper uit het oog verliezen is dat een deel van de antwoorden voor de energiecrisis niet bij het individu liggen, maar bij een groepsaanpak. Er is meer dan ooit behoefte aan collectieve initiatieven van de overheid en van coöperaties, ondernemingen van burgers die samen de weg zoeken. Zo’n publieke of collectieve aanpak bestaat in veel geuren en kleuren: hij kan voor een gebied zoals een stad of een wijk en voor een doelgroep zoals mensen in energie-armoede of de (ver)huurders op de private markt. Het kan ook voor een economische sector, bijvoorbeeld om tekorten aan materialen of gespecialiseerd personeel aan te pakken.
In Sint-Amandsberg bij Gent werken de burgercoöperatie en een projectontwikkelaar samen bij de verbouwing van het oude kasteel Potuit en het zetten van nieuwbouwappartementen. Energent zorgt voor de verwarming en het warm water. Het legt daarvoor een BEO-veld en een warmtenet aan waarop alle wooneenheden zijn aangesloten. BEO betekent Boorgat Energie Opslag en is een aaneenschakeling van verticale buizen waarin het water door de bodem gekoeld of verwarmd wordt. Het BEO-veld is een reusachtige collectieve warmtepomp die in de winter zorgt voor verwarming en in de zomer voor verkoeling. Geen individuele airco nodig, mooi meegenomen met die hittegolven van de laatste jaren.
Er zijn veel voordelen aan dit soort schaalvergroting. We kennen dat zelfs al op andere terreinen. Zo leert de praktijk dat sociale huisvesting en publieke huisvestingsinitiatieven de beste manier zijn om voor iedereen een betaalbare, kwaliteitsvolle woning te garanderen. De gedragseconomie heeft al lang getoond dat mensen inspiratie vinden in wat andere mensen doen. Groepsinitiatieven werken dat in de hand. Ze nemen iedereen mee, ook mensen die alleen de weg niet vinden. Bijkomende technische oplossingen worden mogelijk, denk bijvoorbeeld aan warmtenetten. Investeringen worden vaak goedkoper. Zo benutten groepsaankopen van elektriciteit of energiezuinige verwarmingstoestellen het schaalvoordeel om een betere prijs te krijgen. En de overheadkosten verlagen: aannemers geven een betere prijs omdat ze minder tijd steken in het verwerven van klanten en het opstellen van offertes. Collectieve initiatieven vergroten bovendien de mogelijkheden om verschillende problemen tegelijk aan te pakken en om onderbenutte bronnen aan te spreken. In het kader van energie en wonen gaat het bv. om energiebesparing, opwekking van hernieuwbare energie, het benutten van restwarmte of de recuperatie van warmte uit sanitair afvalwater, het op elkaar afstemmen van energieverbruik en energieproductie (bv. met batterijen of sturingssoftware), hergebruik van regenwater, een betere ruimtelijke ordening …
Hoe ziet zo’n collectieve praktijk er uit? Laten we enkele voorlopers onder de loep houden.
Collectief wonen
De coöperatieve Wooncoop is een goed voorbeeld van de kracht van een gezamenlijk antwoord op de wooncrisis. Ze beheert een twintigtal projecten in verschillende Vlaamse steden. Het aantal woonunits in die projecten loopt uiteen: van een viertal woningen tot meer dan dertig.
Wooncoop ontstond enkele jaren geleden als antwoord op de uit de pan swingende vastgoedprijzen. De coöperatie combineert de voordelen van huren en kopen. Ze houdt gebouwen zelf in eigendom. Bewoners kopen aandelen in de coöperatie en betalen een maandelijkse bijdrage, een soort huurgeld. Daarbij dragen de breedste schouders de zwaarste lasten. Wie financieel krap zit, koopt minder aandelen, maar betaalt meer maandelijkse kosten. Wie net zijn huis heeft verkocht, kan meer kapitaal inbrengen en krijgt een korting op de maandelijkse som.
Om zijn vastgoedprojecten financieel rond te krijgen, steunt het samenwerkingsverband niet alleen op traditionele bankfinanciering. Familie en vrienden van de bewoners – of sympathisanten – kunnen mee financieren door aandelen te kopen. De investeringen van hun achterban bezorgen de bewoners een korting op de maandhuur. De coöp mikt op een rendement van 2 procent voor de investeerders. Bescheiden, maar wel meer dan wat geld op spaarrekening tegenwoordig opbrengt. En bovenal, met een sociale meerwaarde.
Ontzorgen doet het collectief ook: Wooncoöp doet alle administratie en onderhoud van de woningen. Als bewoner-coöperant huur je dan zonder al die rompslomp bij jezelf, en dat aan de werkelijke kostprijs.
Nog een sociale troef: coöperatie werkt aan woonoplossingen voor verschillende doelgroepen die het moeilijk hebben op de woningmarkt, zoals mensen die zorg behoeven. Dat toont hoe je met een collectieve aanpak verschillende vliegen kan slaan in één klap.
Energiepositieve wijken
Een project van de Gentse energiecoöperatie Energent zorgt voor een collectieve verwarming van gebouwen en maakt meteen verwarming met fossiele brandstoffen – zoals gas of stookolie – overbodig.
Energent financiert de bouw én het beheer van het BEO-veld voor het warmtenet. De bewoners betalen voor de afgenomen fossielvrije warmte. Ze kunnen zelf coöperant zijn, en dus mede-eigenaar van het verwarmingssysteem.
Het project past in een bredere beweging naar duurzame en energiepositieve wijken. Zo’n wijk pakt verschillende sociale en duurzaamheidsproblemen tegelijk aan: minimaliseren van de kosten, woonkwaliteit – welbevinden van de bewoners – verhogen, delen van diensten en infrastructuur, … En een energiepositieve wijk streeft naar eigen energieproductie (vaak elektriciteit) die maximaal in de wijk zelf verbruikt wordt. Dat gaat via lokale energie-opslag zoals een buurtbatterij. Een collectief softwaresysteem verschuift de vraag naar elektriciteit tot buiten de periodes van piekverbruik en met behulp of stemt ze beter af op de – vaak weersafhankelijke – eigen energieproductie.
Water
Regenwater hergebruiken wordt steeds belangrijker. Klimaatverandering zorgt voor hittegolven die hand en hand gaan met periodes van droogte. Ook Vlaanderen is in actie geschoten met een hemelwaterverordening die huishoudens verplicht om een hemelwaterput te voorzien bij nieuwbouw of herbouw van eengezinswoningen. De verantwoordelijkheid om oplossingen te zoeken wordt dus opnieuw doorgeschoven naar het individuele huishouden.
Minaraad en SERV plaatsen een vraagteken bij die visie. In een recent advies breken ze een lans voor de aanleg van gemeenschappelijke voorzieningen voor de opvang en het hergebruik van hemelwater. Dat is vooral van belang in steden, maar kan bijvoorbeeld ook op bedrijventerreinen. In dichtbevolkte stadswijken krijgen bewoners immers geen eigen regenwatertank geplaatst. De tuin of koer is te klein, het is te moeilijk om een regenwatertank over de rijhuizen te krijgen …
De overheid moet de collectieve aanpak ondersteunen
Het is duidelijk: collectieve oplossingen zijn vaak goedkoper, bieden meer oplossingen dan wat huishoudens en bedrijven alleen kunnen bereiken, zetten groepen in gang en nemen meer kwetsbare bevolkingsgroepen mee. Daarmee bouwen ze sociaal kapitaal op: door samen te werken leren buren elkaar kennen en groeit het vertrouwen.
Dat is ook de boodschap die de SERV onlangs gaf: om snel veel energie te besparen en hernieuwbare energie een boost te geven moet Vlaanderen dringend massaal grootschalige energieprojecten opzetten. Collectieve actie is veel efficiënter en sneller dan de huidige aanpak. Een concreet voorbeeld is volgens de SERV een warmtepomp-offensief om zoveel mogelijk gas- en stookolieketels weg te werken.
Verschillende lokale besturen zijn al aan de slag met die bredere aanpak. De Vlaamse overheid blijft achter. Ze moet dringend haar omgevingsbeleid onder de loep nemen om alle drempels weg te werken voor de collectie aanpak. Beter nog, ze moet die gaan steunen en zelf gaan organiseren.
Pieter Verbeek is bestuurder bij Reset.Vlaanderen en adviseur bij de Studiedienst van Vlaams ABVV. Hield zich aan de universiteit onledig met Rechten, Derde Wereld Studies en Milieukunde. Is tegenwoordig op zoek naar het perpetuum mobile en andere vormen van hernieuwbare energie die de elektriciteitsfactuur niet de pan doen uitswingen.