Skip to content
Home - Blog - Interview Wim Careel: kansen voor een circulaire metaalsector

Interview Wim Careel: kansen voor een circulaire metaalsector

De metaalsector in België is sinds jaar en dag verantwoordelijk voor een groot stuk van onze tewerkstelling. De sector doet het nog steeds goed, maar toch steken een aantal bedreigingen de kop op. Welke toekomst is weggelegd voor onze metaalsector? En  hoe moeten we omgaan met de uitdagingen die op de weg liggen? We spreken erover met Wim Careel, adviseur bij ABVV Metaal.Wim, kun je een beeld schetsen van de uitdagingen waar de metaalsector vandaag mee te kampen heeft?

We zitten middenin de evolutie naar een ‘industrie 4.0’, de trend van automatisering en digitalisering van productieprocessen. Denk aan big data, artificiële intelligentie, internet of things, het gebruik van robots, … Het zijn zaken die meer en meer gebruikt worden in onze bedrijven, ook in de metaalsector. Dat brengt een aantal mogelijkheden met zich mee, maar er zijn uiteraard ook een aantal grote uitdagingen aan verbonden. Het is niet alleen een technisch vraagstuk, maar ook een politiek vraagstuk: hoe gaan we ervoor zorgen dat iedereen kansen krijgt in dit verhaal? De overheid heeft hier een grote verantwoordelijkheid om het juiste kader te scheppen.
We zijn altijd bang om door de automatisering jobs te verliezen, maar het is heel moeilijk om in de toekomst te kijken. De laatste studies zijn hoopgevend: er zouden netto meer jobs gecreëerd worden dan er verloren zouden gaan door industrie 4.0. Dat betekent natuurlijk niet dat alles van een leien dakje zal lopen: er zal heel veel opleiding en bijscholing bij komen kijken om iedereen hier in mee te krijgen. Veel metaalarbeiders zijn ongeschoold en gestart met werken toen ze een jaar of 16 waren. Voor hen zal het niet eenvoudig zijn om die nieuwe jobs uit te oefenen. Vooral voor die mensen zal er heel veel opleiding nodig zijn, dat is een van de grote uitdagingen.

“We zijn altijd bang om door de automatisering jobs te verliezen, maar het is heel moeilijk om in de toekomst te kijken. De laatste studies zijn hoopgevend: er zouden netto meer jobs gecreëerd worden dan er verloren zouden gaan door industrie 4.0”

Een andere  bedreiging voor onze sector is de toenemende vraag naar grondstoffen. De groeiende wereldbevolking en stijgende welvaart in het Zuiden zorgt voor een gigantische vraag naar computers, laptops, smartphones, … In al die zaken zitten heel veel grondstoffen die we nu in sneltempo aan het ontginnen zijn. Die grondstoffen zijn eindig, maar toch blijft de vraag jaar na jaar stijgen. Dat betekent dat de prijzen stijgen en dat de geopolitieke strijd om grondstoffen, die vandaag al bezig is, nog intenser zal worden. Als metaalsector maken we uiteraard veel gebruik van metalen in onze productie: ijzererts, aluminium, zink, lood, … Het zal niet voor eeuwig zo evident blijven om met die grondstoffen te werken als misschien vandaag nog het geval is. Het is nu aan de bedrijven, maar ook aan de overheid om hier oplossingen voor te vinden.

Image

© Nyrstar

In een studie die Prof. Bernard Mazijn (UGent) enkele jaren geleden opstelde in opdracht van ABVV Metaal analyseerde hij de beschikbaarheid van grondstoffen voor onze metaalsector. Zijn conclusie was niet min: zowel op korte, middellange als lange termijn waren serieuze bevoorradingsrisico’s. Voelen de metaalbedrijven dit dan niet op de dag van vandaag?

Als je naar onze grote metaalbedrijven kijkt zoals Volvo, Audi of Arcelor Mittal, dan lijkt het probleem op dit moment niet nijpend, maar dat wil niet zeggen dat we niet met een probleem zitten. Op vandaag slaagt men erin om de grondstoffen hier te krijgen, maar als je ziet welke geopolitieke strijd hierachter zit is het verhaal niet zo rooskleurig. Het ganse proces om die grondstoffen aangeleverd te krijgen gaat niet alleen ten koste van onze planeet, maar ook van heel wat mensen in het Zuiden of het verre Oosten. En daar staan we nog te weinig bij stil. Ik ben er wel van overtuigd dat bedrijven binnen een aantal jaar veel pertinenter met de problematiek geconfronteerd zullen worden.
Op basis van de inzichten van de studie zullen we trouwens in de loop van volgend jaar een kwetsbaarheidstool voor bedrijven lanceren, waarmee militanten uit de metaalsector aan de slag kunnen voor hun eigen bedrijf. De tool zal starten met een analyse van de huidige situatie op vlak van grondstoffen en de mate waarin al circulair gewerkt wordt , maar de bedoeling is ook om er een ‘call to action’ aan te koppelen. Het mag niet louter bij een analyse blijven.

“In de loop van volgend jaar lanceren we een kwetsbaarheidstool voor bedrijven, waarmee militanten uit de metaalsector aan de slag kunnen voor hun eigen bedrijf.”

Zijn bedrijfsleiders bezig met deze problematiek?
Het is niet makkelijk om hier een zicht op te hebben, maar het tegendeel zou me verwonderen. Ik kan mij niet voorstellen dat een strategisch manager in een grote multinationale onderneming, zoals Arcelor Mittal of Volvo daar niet mee bezig is. Kijk alleen maar naar de evolutie richting elektrische wagens, waar tegenwoordig zo goed als elke autoconstructeur mee bezig is. Daar zijn ontzettend veel grondstoffen voor nodig. Het kan niet anders dan dat zij ook met de vraag bezig zijn over hoe ze de toestroom van grondstoffen kunnen blijven verzekeren.

Komt die boodschap ook bij jullie militanten binnen?

In elk geval veel te weinig. Dat is geen probleem dat eigen is aan de vakbonden, maar eigenlijk aan de ganse samenleving. We zitten nog steeds in de fase van de analyse. We zijn nog voor een groot stuk gevangen in het systeem van kortetermijndenken, waarbij winst maken op korte tijd het belangrijkste lijkt te zijn. Onze metaalsector doet het vandaag heel goed, maar toch hoor je altijd maar dat de kosten te hoog zijn en het personeel te duur. En als we wat willen veranderen wordt er gedreigd met een verhuis naar het buitenland. In dat denkpatroon zitten veel mensen nog vast. Daarnaast denken we ook nog steeds teveel in termen van de lineaire productie: we maken producten met onze grondstoffen en op het einde wordt dat product afval, zonder dat er verder iets mee gedaan wordt. Gelukkig ontstaan er – momenteel vooral in een nichemarkt – steeds meer initiatieven die de economie meer circulair maken. Ook de overheden, zowel op Vlaams als op Europees niveau, beginnen doelstellingen vast te leggen op dat vlak. Al blijft er nog een grote kloof tussen theorie en praktijk.

We hadden het al over opleiding en bijscholing: is het aanbod aan toekomstgerichte opleidingen voldoende? Welke rol kunnen jullie hierbij spelen als vakbond?

Als vakbond spelen we onze rol in de opleidingsfondsen. Vandaag ligt de focus vooral op de competenties die werknemers op dit moment nodig hebben om een beroep in onze sectoren uit te oefenen  met een focus op knelpuntberoepen, zoals mechanicus, onderhoudstechnicus of lasser.
Met het grootste opleidingsfonds voor de metaalsector (INOM, Instituut voor Naschoolse Opleiding van de Metaalverwerkende Nijverheid) zijn we momenteel bezig om  te transformeren naar een loopbaanfonds. Daarmee kijken we niet meer alleen naar de competenties die nodig zijn op korte termijn, maar kijken we welke vaardigheden een werknemer nodig heeft om zichzelf te versterken in zijn of haar loopbaan, los van de job die hij of zij op dit moment uitoefent. Vanuit mijn rol als vertegenwoordiger in de opleidingsfondsen binnen de metaalsector denk ik mee na over de visie die we met de opleidingsfondsen willen hebben: welke competenties zullen we in de 21e eeuw nodig hebben? De bedoeling is om opleidingen aan te bieden die hier een zo goed mogelijk antwoord op bieden. Dat gaat ook  over zaken als de transitie, gekaderd binnen industrie 4.0 met zijn robotisering en digitalisering. Hoe kunnen we werknemers versterken zodat ze hun volledige loopbaan kunnen invullen, zonder al te veel problemen om eventueel een nieuwe werkgever te vinden of om door te groeien in het bedrijf?
Ook vaardigheden voor de uitbouw van een circulaire economie moeten hierin voldoende aan bod komen. Daar is nood aan, maar op dit moment is het aanbod veel te klein. Vooral de kennis om grondstoffen die in producten verwerkt zitten te herkennen, met het oog op ontmanteling, herstel en onderhoud, … is cruciaal. Voor ingenieurs worden competenties rond ecodesign steeds belangrijker: hoe ontwerp je een product zodat het eenvoudig ontmanteld en hersteld kan worden?  

Image

“De toenemende vraag naar grondstoffen wordt een groot probleem. Het zal niet voor eeuwig zo evident blijven om met die grondstoffen te werken als misschien vandaag nog het geval is. Het is nu aan de bedrijven, maar ook aan de overheid om hier oplossingen voor te vinden.” – ©Nyrstar

Zie je ondertussen initiatieven ontstaan in de metaalsector in ons land die werk maken van de circulaire economie?
De initiatieven ontstaan heel vaak in een bepaalde niche, waaruit kan geleerd worden vooraleer men die innovaties kan opschalen. Wat wel hoopgevend is, is dat ook de traditionele bedrijven, denk bijvoorbeeld aan de autoconstructeurs, circulaire initiatieven nemen. Zo wil Volvo bijvoorbeeld naar eigen zeggen de ‘spotify’ van de autoconstructeurs worden, waarbij ze de wagen als een dienst willen aanbieden. Het zou er dus op neerkomen dat je via een abonnementsformule de auto gebruikt, waarbij Volvo de eigenaar blijft. Dat heeft zijn voordelen: het zal voor Volvo interessanter zijn om ervoor te zorgen dat de wagen snel hersteld kan worden en dat hij zo lang mogelijk meegaat. Anders gaat dat ten koste van de winst voor Volvo, terwijl die kost vroeger bij de consument terecht kwam. Op die manier worden zaken zoals geplande veroudering ook tegengegaan.

Voor KMO’s blijft het aanbieden van een dienst wel een uitdaging op het vlak van financiering: het gaat om een grote investering, die pas na een aantal jaar rendeert. Het is niet makkelijk om met zo’n concept een lening te krijgen bij de bank. Het is van cruciaal belang dat de overheid een goede wetgeving hierrond voorziet, zodat ook de bankensector op dergelijke vragen kan inspelen.

Image

Interview: Thijs Calu, educatief medewerker