Skip to content
Home - Blog - De rol van ecofiscaliteit in ons belastingssysteem

De rol van ecofiscaliteit in ons belastingssysteem


Ecofiscaliteit (of milieubelastingen) vormt in België slechts een klein aandeel van de totale belastingen (4,8%)
. Daarmee horen we tot de slechtste leerlingen van Europa. Als we een hogere belasting op energie, winning van grondstoffen, transport en vervuiling zouden heffen, kan dat positief uitvallen zowel voor het milieu als voor de de werkgelegenheid. Volgens Bond Beter Leefmilieu (BBL) zouden we zelfs 6 miljard euro taksen binnenhalen als we hetzelfde niveau van ecofiscaliteit als Denemarken hanteren.

Welke rol zien de vakbonden weggelegd voor ecofiscaliteit binnen ons belastingssysteem? A&M sprak met Chris Serroyen (hoofd studiedienst ACV), Jean-Marie Debaene (hoofd studiedienst ABVV) en Arne Geluykens (hoofd studiedienst ACLVB). 

Is ecofiscaliteit een relevante vorm van belastingen in ons belastingsstelsel?
Chris Serroyen (ACV): “Wij zijn d’ofice voor meer ecofiscaliteit, zolang het past in het grotere plaatje. Als de twee doelen van belastingen – zorgen voor stabiele overheidsinkomsten en herverdeling van deze inkomsten – gerealiseerd worden, dan is er zeker plaats voor ecofiscaliteit. Voor ons is de volgorde duidelijk: hef belastingen op vermogens en eens dat is uitgewerkt, kan er gekeken worden naar milieubelastingen. Pas als laatste kun je raken aan de lasten op consumptie. Eigenlijk zouden we meer out of the box moeten durven denken, ons hele scale systeem tegen het licht houden en nagaan hoe we in elk van die aspecten meer duurzaamheid kunnen inbouwen. Dat gaat van woonfiscaliteit tot bedrijfsfiscaliteit en de personenbelasting.”

De inkomsten die je haalt uit ecofiscaliteit kunnen voor verschillende doelen gebruikt worden. Welke bestemming zouden jullie geven aan de opbrengsten?
Jean-Marie Debaene (ABVV): “Ecofiscaliteit heeft voor ons voornamelijk een gedragssturende functie, eerder dan een financierende. Gezien het lage percentage ecofiscaliteit in onze totale belastingsmix mag het zeker wat meer zijn, maar het zal nooit de melkkoe zijn om de begroting te spijzen. Milieubelastingen zijn voor ons echter niet de enige manier om gedrag te sturen. Minstens even belangrijk om een tot een duurzame samenleving te komen, zijn regelgeving en investeringen. We moeten per doelstelling nagaan of ecofiscaliteit de beste manier is om dat doel te bereiken.”
Chris: “Ecofiscaliteit kan voor ons ook een onderdeel zijn van een taxshift, in die zin dat er een daling van de lasten op arbeid tegenoverstaat. Maar evengoed zou het geen taboe mogen zijn om aan milieubelastingen te denken om mee het gat in de sociale zekerheid of de begroting te dichten. Wij zien dus eventueel wel een financierende rol weggelegd voor ecofiscaliteit.”

Image

“ We moeten meer out of the box durven denken, ons hele fiscale systeem tegen het licht houden en nagaan hoe we in elk van die aspecten meer duurzaamheid kunnen inbouwen: van woonfiscaliteit tot bedrijfsfiscaliteit en de personenbelasting.”CHRIS SERROYEN, HOOFD STUDIEDIENST ACV

Zijn de inkomsten vanuit ecofiscaliteit hiervoor stabiel genoeg?
Chris: “Je zou inderdaad kunnen stellen dat de inkomsten dalen als ecofiscaliteit doet wat het moet doen: hoe minder vervuild wordt, hoe minder inkomsten. Maar ondertussen wordt aangenomen dat ecofiscaliteit minstens gedeeltelijk voor een stabiele financiering kan zorgen. De investeringen in milieumaatregelen kunnen wat ons betreft ook perfect gefinancierd worden via een goed uitgebouwde vermogensbelasting en een progressieve personenbelasting.”

In hoeverre schuilt het gevaar van het vergroten van de kloof tussen rijk en arm als we zouden kiezen voor een groter aandeel ecofiscaliteit binnen de belastingen?
Arne Geluykens (ACLVB): “Bij ecofiscaliteit schuilt altijd het gevaar van een mattheuseffect, namelijk dat de rijken rijker worden en de armen armer. Neem bijvoorbeeld de regeling waarbij elektrische wagens voor 120% aftrekbaar zijn. Mensen in de hogere inkomensklassen die bijvoorbeeld een Tesla kunnen aanschaffen halen daar dankzij de ecofiscaliteit hun voordeel uit, terwijl veel werknemers het moeten stellen met een wagen uit een lagere prijsklasse die vaak heel wat diesel verbruikt en waardoor zij via de verhoogde accijnzen de uiteindelijke lasten betalen.”

Chris: “Belangrijk bij ecofiscaliteit is dat de keuze van de maatregelen met een ‘sociale reflex’ worden gekozen. Concreet voorbeeld: er zijn veel ecologische redenen om huisbrandolie en diesel zwaarder te belasten. Vanuit sociaal oogpunt is het wenselijk dat je eerder de diesel zwaarder belast en niet de huisbrandolie, omdat huisbrandolie relatief meer geconsumeerd wordt door de lagere inkomens Een ander voorbeeld zijn de bedrijfswagens. Wij willen eerst het debat voeren over het afschaffen of verminderen van de fiscale voordelen voor de bedrijven voordat we aan de fiscale voordelen voor de werknemer komen.”

Jean-Marie: “Ecofiscaliteit moet voor ons een progressieve invulling krijgen, waarbij de hogere inkomens ook zwaarder belast worden. Het is niet alleen de bekommernis om sociaal-rechtvaardige belastingen te hebben, maar ook om er draagvlak voor te creëren. Denk bijvoorbeeld aan de hybride Porsche Cayennes die voor 90% fiscaal aftrekbaar is. De verkoop van die zware wagens is enorm toegenomen, omwille van de lage belastingen. Maar tegelijkertijd wordt de elektrische motor in deze hybride wagens heel weinig gebruikt, en dus blijven ze Co2 uitstoten via de normale verbrandingsmotor. Dergelijke maatregelen zijn op alle vlakken een miskleun, waardoor er soms een kwalijk geurtje hangt aan milieufiscaliteit. Zo’n zaken zijn dodelijk voor het draagvlak voor ecofiscaliteit.”

Er rijden heel wat salariswagens rond, die ook voor privé-kilometers gebruikt worden. Het toekennen van een salariswagen wordt gestimuleerd door de werkgever een fiscaal voordeel toe te kennen waardoor het goedkoper wordt om werknemers te belonen met een wagen dan ze een loonsverhoging te geven. Slecht voor het milieu en een grote economische kost, onder meer door het grote aandeel in de files. Wat is jullie positie in dit debat?
Arne: “Dit debat is deels een debat over ‘verworven rechten’, waarbij wij er voorstander van zijn om de werknemer meer keuzemogelijkheden te geven, eerder dan het fiscaal voordeel af te schaffen. Dit is het idee van een mobiliteitsbudget, waarbij werknemers ervoor kunnen kiezen om ook, of grotendeels, andere transportmodi te gebruiken, in ruil voor bijvoorbeeld een minder zware en minder vervuilende wagen. Volgens mij werkt dit beter dan een afstraffende maatregel. Salariswagens volledig afschaffen lijkt ons niet de oplossing: openbaar vervoer is helaas niet voor iedereen even haalbaar.”

Image

 “Bij ecofiscaliteit schuilt altijd het gevaar van een mattheuseffect, namelijk dat de rijken rijker worden en de armen armer”ARNE GELUYKENS, HOOFD STUDIEDIENST ACLVB

Jean-Marie: “Het mobiliteitsbudget is een mooi idee, maar het is niet het meest veelbelovende traject. We vinden dat openbaar vervoer in de eerste plaats maximaal terugbetaald moet worden. Wij zetten tot nog toe vooral in op de terugbetalingsregeling voor het openbaar vervoer, via CAO 196 . Hierin wordt bepaald dat de tussenkomst van de werkgever in de kosten van het openbaar vervoer minimum 75% bedraagt. Als de werkgever bereid is om voor 80% tussen te komen, legt de overheid de overige 20% bij en is openbaar vervoer gratis voor de werknemer. Van deze derdebetalersregeling wordt onvoldoende gebruik gemaakt. Deze regeling kan wat ons betreft nog worden uitgebreid: zo zou het ook mogelijk moeten zijn dat mensen met een salariswagen hun kosten voor (woon-)werkverplaatsingen met het openbaar vervoer terugbetaald krijgen.”

Chris: “Wij denken wel constructief mee in het debat over het mobiliteitsbudget. Daar stel ik vast dat de openheid langs vakbondskant groter is dan die langs de werkgeverskant. De voorstellen die op tafel komen zijn echter steeds in functie van mensen die reeds een bedrijfs- of salariswagen bezitten. Daar zitten we met een groot vraagstuk: is het juridisch en beleidsmatig mogelijk een mobiliteitsbudget te beperken tot de personen die vandaag een bedrijfswagen hebben? Indien niet, dan zit je daar met een extra fiscale of parafiscale uitgave, omdat dan meer mensen aanspraak maken op het budget. We willen dus eerst zicht hebben op een goede financiering om een mobiliteitsbudget aan alle werknemers toe te kennen. Eventueel zou dit opgevuld kunnen worden door het fiscaal voordeel op salariswagens voor de werkgever te verminderen. In afwachting van oplossingen ten gronde, blijft fiscaliteit op salariswagens in hoofde van de werkgever een interessante manier om het gedrag te sturen. Zo hebben we gezien dat de CO2-bijdrage die werd ingevoerd voor bedrijfswagens ertoe leidt dat er sneller voor zuinigere wagens wordt gekozen.” Arne: “We moeten de mobiliteitsdiscussie ruim opvatten, en daar passen ook zaken in zoals het het meer stimuleren van telewerken en het werken met satellietkantoren.”

Image

“Ecofiscaliteit moet voor ons een progressieve invulling krijgen, waarbij de hogere inkomens ook zwaarder belast worden.”
JEAN-MARIE DEBAENE, HOOFD STUDIEDIENST ABVV

In het kader van ecofiscaliteit is er ook de discussie over de btw-verhoging van 6% naar 21% op elektriciteit. Toen de vorige regering de omgekeerde beweging maakte (van 21% naar 6%), reageerde Bond Beter Leefmilieu tegen deze maatregel. De redenering van BBL was als volgt: lagere inkomensklassen verbruiken minder stroom dan de meerverdieners. Met een btw van 21% komt het grootste deel van de globale elektriciteitsfactuur dus op de schouders van die laatste terecht. Zij stelden voor dat de 21% btw behouden blijft en een deel van de inkomsten ingezet werd om energiemaatregelen uit te voeren bij de sociaal zwakkeren. Wat is jullie visie hierop?
Jean-Marie
: “Een btw-verhoging van een basisgoed zoals energie, is een belasting die voornamelijk de lage inkomens en de gewone mens het meeste treft. Dat wijzen de cijfers uit, en daar zijn we het dus niet eens met de milieubeweging. De lagere inkomens betalen immers in absolute bedragen misschien minder elektriciteit, maar het betekent wel een groter aandeel van hun inkomen. Deze stellingname sluit natuurlijk niet uit dat we voorstander zijn van een beleid dat mensen stimuleert om energie te besparen.”

Arne: “De inkomsten uit de btwverhoging zijn integraal gegaan naar een verlaging van de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid, dus uiteraard botste dit op een storm van kritiek bij de vakbonden. Ik kan me niet vinden in het voorstel van BBL: de sociaal zwakkeren wonen vaak in huurhuizen. Ga je dan pleiten voor het doorvoeren van energiemaatregelen in een huis dat niet van hen is? Zulke maatregelen komen op het einde van de rit de verhuurders van deze huizen dan ook het meest ten goede.”

Chris: “Ik ga jullie misschien verbazen maar wij waren niet tegen de btwverhoging. De btw-verlaging ingevoerd door de regering Di Rupo hebben we heel bewust gecontesteerd. Men ziet immers de werking van het indexsysteem over het hoofd. Als de elektriciteitsprijs daalt, daalt ook je loon omdat die via het indexsysteem voor een deel aan de elektriciteitsprijs gekoppeld is. Maar ook sociale uitkeringen, kinderbijslag,… verhogen hierdoor minder. Als je de berekening maakt, dan zie je dat mensen op die manier uiteindelijk geld verliezen door de btw-verlaging, ook al lijkt dat op het eerste gezicht moeilijk te geloven. Ook het planbureau heeft aangetoond dat de btw-verlaging eerder de koopkracht aantast, dan dat het de koopkracht vergroot. Wij volgen in deze dus het standpunt van BBL om de 21% te behouden en bij de lagere inkomens te investeren in energiemaatregelen.”  

Het Nederlandse initiatief Ex’Tax pleit voor een hogere belasting op grondstoffen in ruil voor een lastenverlaging op arbeid. Op die manier zouden bedrijven gedwongen worden om in te zetten op efficiënter grondstoffengebruik en wordt zuurstof gegeven aan een hersteleconomie, die heel arbeidsintensief is. Wat denken jullie van dit idee?
Chris
: “Ik vind het een inspirerend voorstel, omdat alle debatten nu gericht zijn op energie, brandstoffen,… zonder dat we naar andere grondstoffen kijken, zoals zeldzame metalen. We moeten wel de prioriteit in het oog blijven houden, en op dit moment is dat het klimaat. Dus zou je dergelijke belasting vooral moeten concentreren op grondstoffen die COde lucht in stoten. Dat moeten we niet enkel doen vanuit milieu-oogpunt, maar ook omwille van de toekomstige generaties: zolang je nieuwe bronnen aanboort, zoals schaliegas in de VS, zakt de prijs opnieuw. Maar vroeg of laat zijn de bronnen opgebruikt, dus moeten we dat nu al afremmen. Dat ligt wat in de lijn van het voorstel van het doorvoeren van een CO2– taks, die enkel kan werken als ze wereldwijd wordt doorgevoerd en concreet genoeg is.”

Jean-Marie: “Voor mij speelt regelgeving hier terug een minstens even belangrijke rol: je kan bijvoorbeeld denken aan een verplichting voor bedrijven om producten aan hun levenseinde terug te nemen om zo de circulaire economie te bevorderen. Bovendien is er ook een trend naar duurder wordende grondstoffen zonder dat er extra belastingen op worden geheven, puur omwille van het feit dat ze steeds schaarser worden. Je mag ook de druk van de grote industrie en de grootverbruikers niet onderschatten: het is niet evident om een hogere belasting op grondstoffen door te voeren in de concurrentiële omgeving die we kennen.”

“Een bedrijf dat niet investeert in de transitie naar een groene en rechtvaardige economie is ten dode opgeschreven. “

Moeten militanten wakker liggen van een thema als ecofiscaliteit?
Chris
: “De eerste zorg van onze militanten is steeds ‘wat met ons bedrijf?’. Maar een bedrijf dat niet investeert in de transitie naar een groene (en rechtvaardige) economie is ten dode opgeschreven. We leggen de focus op het Duitse ‘Besser statt billiger’ (beter in plaats van goedkoper, nvdr.) model: een bedrijf moet zich toeleggen op de productie van kwalitatieve producten, in de plaats van het steeds goedkoper willen produceren en blijven hangen in de mantra van snoeien in loonkosten en werkgelegenheid. Er zijn gelukkig nog uitzonderingen, maar helaas zijn we vooral naar een Amerikaans model geëvolueerd waarbij het belang van de aandeelhouders primeert en de druk groot is om enkel op de volgende kwartaalcijfers te focussen.”

Interview: Arbeid & Milieu (Thijs Calu & Emma Denorme)