Twee jaar geleden kwam een ongeziene klimaatmobilisatie op gang. Met historische demonstraties in de herfst van 2018, gevolgd door de maandenlange studentenstakingen en een golf aan grote en kleine burgerinitiatieven.
Er ontstonden nieuwe organisaties en samenwerkingsverbanden zoals Workers4Climate, Teachers4Climate en Grootouders voor het Klimaat, maar ook het ‘traditionele’ middenveld speelde een actieve rol. Zo waren de vakbonden aanwezig tijdens talloze manifestaties en kon ons land kon op 15 maart 2019 als eerste ter wereld een politieke klimaatstaking op haar conto schrijven. Voor de eerste keer kreeg klimaatverandering ook van pers en politiek de aandacht die dit thema verdient.
Wie actief was (of toen werd) in de milieubeweging hoopte dan ook dat deze ongekende energie zich zou vertalen naar politieke actie. De uitslag van de verkiezingen van 26 mei 2019 kwam daarom hard aan. Hoewel groene en progressieve partijen electorale winst boekten, bleef deze ver onder de hooggespannen verwachtingen. Het was vooral de (extreme) rechterzijde die winst boekte, en voor veel kiezers leken ecologische overwegingen, op zijn best, niet doorslaggevend.
Deze klap leidde gelukkig niet alleen tot verslagenheid, maar ook tot veel zelfonderzoek. Dit verliep langs twee grote lijnen. Ten eerste was er een breed gedeeld gevoel dat het gebrek aan draagvlak vooral te wijten was aan de asociale houding, of althans reputatie, van de groene beweging. Deze analyse werd sterk beïnvloed door een andere massabeweging die op gang kwam in de herfst van 2018, de gilets jaunes. Met hun acties tegen een brandstoftaks zetten deze de tegenstellingen tussen het ‘einde van de wereld’ en het ‘einde van de maand’ op scherp. Ook in België speelde dit verwijt een belangrijke rol: klimaatbeleid zou te veel offers vergen en vooral wegen op de zwakste schouders. Ten tweede werd er gevreesd dat er iets schortte aan de manier waarop de klimaatbeweging haar verhaal vertelde: zat zij niet in een sociale ‘bubbel’, wiens (beelden)taal of argumenten nauwelijks doordrongen tot de leef-en denkwereld van het grote publiek? Wekte haar manier van communiceren misschien afkeer op, of desinteresse?
“De verkiezingen van mei 2019 kwamen hard aan: hoewel groene en progressieve partijen electorale winst boekten bleef deze ver onder de hooggespannen verwachtingen. Met het Climate Inclusion Project gingen we samen met 20 partners uit het middenveld op zelfonderzoek.”
LESSEN UIT HET CLIMATE INCLUSION PROJECT
Met Reset.Vlaanderen besloten we om met deze dubbele uitdaging aan de slag te gaan. Overtuigd van de noodzaak én de mogelijkheid van een breed gedragen, sociale klimaatpolitiek, gingen we van start met het ‘Climate Inclusion Project’. Samen met 20 partners uit het middenveld, bogen we ons gedurende een jaar over de volgende vragen: Hoe ziet een eerlijk klimaatbeleid er uit, en hoe kunnen we dit in de praktijk bekomen? Hoe kunnen de partners uit het middenveld echt werk beginnen maken van een sociale transitie in België? En hoe kunnen meer zicht krijgen op de houding van zowel het grote publiek als onze diverse achterbannen, om uit die vermeende bubbel te breken?
Startschot van het project was de publicatie van het boek ‘klimaat en sociale rechtvaardigheid’, gecoördineerd door Denktank Minerva. De verschillende hoofdstukken illustreerden mooi hoe sociale en ecologische doelstellingen aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Vervolgens gebruikten we deze teksten als kapstok om een hele reeks lezingen te organiseren. We probeerden daarbij zoveel mogelijk om beleidsexperts te combineren met vertegenwoordigers van sociale bewegingen. Zo gingen onderzoeker Kris Bachus (HIVA) en Stefan Goemaere (Samenlevingsopbouw) in gesprek over de sociale gevolgen van koolstoftaksen, sprak Sacha Dierckx (Denktank Minerva) met Sandra Rosvelds (Beweging.net) over de mogelijkheden van een nieuw Sociaal(-Ecologisch) Pact, en ontvingen we Tomas Wyns (ULB) en Bart de Wit (ACV-Metea) om het te hebben over werknemersbelangen in de transitie naar een koolstofneutrale basisindustrie. Ook onze evenementen over ‘duurzaamheid en armoede’ en ‘energiedemocratie’, combineerden steeds dit sociale én ecologische perspectief.
Een aantal andere sprekers ging expliciet in op de vraag naar draagvlak: hoe evolueert de publieke opinie met betrekking tot klimaat, welke rol speelt de sociale dimensie hierin, en hoe kunnen we vechten tegen polarisatie en voor een breed gedragen klimaatbeweging? Communicatiewetenschapper Yves Pepermans kwam het Belgische klimaatdebat toelichten. Hij kantte zich tegen de stelling dat er een gebrek aan draagvlak zou zijn voor een ambitieus klimaatbeleid, of dat klimaatactie tegen de menselijke natuur in zou gaan. Anderzijds wees hij op het gebrek aan consensus met betrekking tot de urgentie en de inhoud van de nodige beleidsrespons. Door het klimaatverhaal dichter bij het leven van alledag te brengen, en te verbinden met collectieve actie en gedeelde waarden, konden we volgens hem haar mobiliserende kracht versterken.
Communicatiewetenschapper Yves Pepermans kwam het Belgische klimaatdebat toelichten en pleitte ervoor om het klimaatverhaal dichter bij het leven van alledag te brengen, en te verbinden met collectieve actie en gedeelde waarden.
Natuurlijk wilden we met ons project ook meer doen dan alleen maar luisteren. We deden ook actief pogingen om deze verschillende bewegingen met elkaar in contact te brengen, voor en achter de schermen. Zo brachten we in een aantal online sessies organisaties uit de sociale en milieubeweging samen rond de ‘lage emissiezones’, een brandend actueel thema dat steeds meer gepolariseerd geraakte (zie ook ons interview met onderzoeker Thomas Verbeek). Samen met input van externe experts, wilden we elkaars standpunten beter leren kennen en op zoek gaan naar een gemeenschappelijke boodschap of afstemming. Ook onze deelname aan United4Climate, een initiatief van Greenpeace dat tal van sociale-, milieu- en burgerbewegingen samenbracht rond een gedeeld platform, paste hierin, net als een aantal gesprekken die we faciliteerden rond het relancebeleid in de coronacrisis.
Tot slot wilden we met ons project ook rechtstreeks in gesprek gaan met een zo divers mogelijke groep mensen: over de klimaattransitie, het discours van de klimaatbeweging en hoe we het draagvlak voor sociaal ecologisch beleid kunnen versterken. Helaas viel de organisatie van dit deel door corona in het water. Dat bleef voor Reset.Vlaanderen dan ook de achillespees van het project: hoewel we met onze lezingen (zeker nadat we online gingen), een behoorlijk grote en diverse groep konden bereiken en we zowat dagelijks in contact bleven met de vertegenwoordigers van een zeer diverse achterban, zijn we er onvoldoende in geslaagd om gesprekken te voeren met wat we dan maar de ‘einddoelgroep’ van het project zullen noemen. We doen dat natuurlijk wel als deel van onze gebruikelijke werking, maar binnen CIP konden we hier helaas geen versnelling hoger schakelen. Met corona is dat ook allemaal nog heel wat complexer geworden, zeker nu de werking van onze voornaamste partners voor dit luik (vakbonden, armoedeorganisaties) overspoeld wordt door de pandemie.
Toch was het voor ons een waardevol project. We wisten heel wat activiteiten en partners onder één vlag te verzamelen, en de discussies, lezingen en gesprekken van CIP beïnvloedden in sterke mate de visie van onze nieuwe organisatie.
WAAR STAAN WE VANDAAG, EEN JAAR LATER?
Ten eerste vond er het afgelopen jaar heel wat inhoudelijke versterking plaats. Een conclusie die we zonder enige twijfel kunnen trekken uit de vele lezingen, teksten en gesprekken waarin we via CIP aan meewerkten, is dat sociale en ecologische politiek onlosmakelijk verbonden zijn. Dat is geen reden voor wanhoop, alsof het hier een zoveelste hindernis voor doortastend klimaatbeleid zou vormen. Integendeel: het boek van Minerva en veel van de door ons georganiseerde lezingen tonen aan dat de sociale en ecologische agenda elkaar net kunnen versterken, en dat er bovendien al tal van praktische ideeën bestaan om dit programma te vertalen naar beleid.
Daarnaast wordt er vandaag sterker dan ooit geïnvesteerd in duurzame, brede, sociaalecologische coalities. Hoewel het stereotype van een asociale milieubeweging nooit echt klopte (de tagline van de Klimaatcoalitie is al sinds de oprichting in 2008 ‘samen voor een eerlijk klimaatbeleid’), zagen we het afgelopen jaar veel nieuwe bondgenootschappen, en een sterkere profilering rond het belang van een ’eerlijke’ transitie. Denk aan de gecoördineerde positionering van vak-en milieubeweging rond de redding van Brussels Airlines (zie ook het interview met BBL en ACV Puls), de campagnes van Greenpeace met de armoedebeweging, of het pleidooi van onder meer de ‘Coronacoalitie’ voor een nieuw sociaal-duurzaam pact. Achter de schermen was er dan weer veel samenwerking rond zowel mobiliteit als de industriële transitie.
We mogen het pessimistische uitgangspunt van CIP dan ook nuanceren. De mobilisaties van 2018 hebben wel degelijk effect gehad: zelfs toen de straten niet meer bezaaid waren met betogers en spandoeken, bleef de klimaatcrisis aanwezig in het publieke en politieke debat. Dat heeft er mee voor gezorgd dat er eindelijk een federale regering werd geïnstalleerd die van de klimaatproblematiek een prioriteit maakt, met een minister van klimaat die het belang van een eerlijke en sociale transitie omarmt. De Belgische acties waren bovendien deel van een grotere internationale en Europese beweging, die er toe bijdroeg dat de EU koers zette richting de Green Deal en een verhoging van haar ambities.
“De mobilisaties van 2018 hebben wel degelijk effect gehad: zelfs toen de straten niet meer bezaaid waren met betogers en spandoeken, bleef de klimaatcrisis aanwezig in het publieke en politieke debat.”
Op dit moment is het onduidelijk of dit zich allemaal zal vertalen naar de ambitieuze omslag die we nodig hebben. De tijd dringt en er is ontzettend veel werk aan de winkel. Wij blijven alvast onze bescheiden rol spelen: verbindingen leggen tussen de vele ideeën, mensen en organisaties die elke dag strijden voor een waardig bestaan op een leefbare planeet.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in ons magazine rond eerlijke transitie.
Word nu lid en ontvang 2 magazines per jaar, boordevol interessante opinies, interviews en artikels.