Wat 25 jaar geleden startte als eenmanszaak in de woning van Luc Page, breidde steeds verder uit naar een bloeiende onderneming van een 150-tal medewerkers. Luc vindt het stilaan tijd om zijn levenswerk uit handen te geven. Dat doet hij niet op de klassieke manier door te verkopen aan de hoogst biedende concurrent: binnenkort wordt een proces opgestart om het bedrijf stap voor stap over te dragen aan de werknemers.
A&M: Wat doet jullie bedrijf precies?
Luc Page: “Bij ons komen ‘lege’ printplaten binnen. Die moeten wij dan bestukken: de verschillende componenten op de juiste plaats bevestigen. Wij leveren aan verschillende Belgische bedrijven die die printplaten in hun producten gebruiken. Denk hierbij aan industriële wasmachines, compressoren en telecomapparatuur. Vroeger werden de printplaten in die bedrijven zelf gemaakt. Met de jaren is dit proces gerobotiseerd en geautomatiseerd waardoor dit uitbesteed wordt aan bedrijven zoals het onze. We werken met dure robots die kleine componenten op de juiste plaats zetten. Toch is er nog veel handenarbeid nodig: enerzijds om de robots te bedienen, anderzijds om bepaalde zaken met de hand op de printplaten te bevestigen. Behalve deze arbeiders hebben we ook werknemers in dienst die verantwoordelijk zijn voor aan- en verkoop, logistieken algemene bedrijfsvoering. We staan vaak versteld van het aantal mensen en de ruimte die nodig zijn om alles rond te krijgen. Onlangs hebben we een leegstaand pand naast het bedrijf gekocht om verder uit te breiden. We verdubbelen daarmee in oppervlakte.”
A&M: Wat is de achtergrond van de mensen die hier werken?
Luc: “Ik vind het erg belangrijk dat mensen lokaal kunnen werken. We hebben het grote geluk dat Barco hier lang gevestigd was, waardoor we in de buurt gemakkelijk mensen vinden met een elektronica-achtergrond. We werken ook als inschakelbedrijf binnen de sociale economie, waarbij we tewerkstelling bieden aan een aantal langdurig werklozen en mensen met een beperking: een heel trouwe groep werknemers.”
A&M: Hoe is het woon-werkverkeer hier georganiseerd?
Luc: “We hebben voor 150 werknemers maar 50 parkeerplaatsen, maar dat is ruim voldoende. Van de provincie kregen we ooit de erkenning ‘fietsvriendelijke KMO’, omdat het bedrijf heel goed bereikbaar is met de fiets en meer dan de helft van de werknemers met de fiets kan komen.”
“In het klassieke geval zou de hoogste bieder het bedrijf opkopen en is de kans heel groot dat het bedrijf – en dus ook de tewerkstelling – verhuist.”
A&M: Je bent van plan om het bedrijf op termijn over te laten aan werknemers, waarom wil je het op deze manier?
Luc: “Ik ben zelf 58 jaar en voel dat het tijd is om de dagelijkse verantwoordelijkheid en het leidinggeven uit handen te geven. Ook voor mijn gezin geeft dit rust, we kunnen actief blijven in de firma, maar moeten het niet meer allemaal dragen. Hier werken heel wat specialisten die voldoende competenties hebben om dit bedrijf te runnen. Aan hen het eigenaarschap overdragen en er een werkerscoöperatie van maken lijkt me een heel mooie oplossing. In het klassieke geval zou de hoogste bieder het bedrijf opkopen en is de kans heel groot dat het bedrijf – en dus ook de tewerkstelling – verhuist.”
A&M: Is dat proces al gestart?
Luc: “We volgden reeds een voorbereidingstraject dat begeleid werd door Febecoop, een organisatie die onder andere startende en bestaande coöperaties adviseert. Sinds enkele weken zijn de statuten af zodat we binnenkort van start kunnen gaan. Het is de bedoeling om de officiële overdracht begin 2018 te realiseren. Het is een proces in verschillende stappen. In eerste instantie starten we met de huidige verantwoordelijken binnen het bedrijf, maar ik zou heel graag hebben dat op termijn elke werknemer aandelen bezit, want bij een coöperatieve hoort het gelijkwaardigheidsprincipe. Het is de bedoeling dat onze familie minderheidsaandeelhouder wordt en het eigenaarschap zoveel mogelijk verspreid wordt over de werknemers. Dit zal zeker een positief effect hebben op de bedrijfsvoering. Een werkerscoöperatie biedt de beste garantie om het DNA van het bedrijf te bewaren. Heel wat werknemers zijn écht geïnteresseerd, maar voor de grote groep werknemers blijven jobbehoud en een correcte verloning uiteraard de belangrijkste zaken.”
A&M: De laatste jaren zit de circulaire economie in de lift, waarbij producten zo worden ontworpen dat ze lang meegaan en makkelijk demonteerbaar zijn. Hoe kijk je naar die evolutie?
Luc: “We hebben een vijftal mensen met een ontwerp-achtergrond in huis. Onze klanten consulteren hen vaak over het ontwerp van een bepaald product. Die mensen zijn alvast doordrongen van het idee dat een product minstens tien jaar moet meegaan. Veel elektronica gaat snel stuk door onkunde, maar ook door het bewust inzetten van de goedkoopste onderdelen die vaak minder lang meegaan. We runnen naast het bedrijf ook een computerwinkel, waar een recupelbak staat. Onze medewerkers weten dat bij producten die stuk zijn, eigenlijk vaak enkel bepaalde onderdelen stuk zijn. Onze recupelbak zit vol met afgedankte printers, schermen, adapters, routers en noem maar op. Als de mensen hier iets nodig hebben, vissen ze het uit die bak. Als ze enkele componenten vervangen, is de kans groot dat het terug werkt. Het straffe is dat een condensator die bijvoorbeeld 3000 draaiuren meegaat 20 cent kost. Een condensator die drie keer zo lang meegaat kost 40 cent. Voor een heel beperkte meerkost kan je de levensduur van een product verdrievoudigen. Tegenwoordig zien we in de winkel vaak producten liggen die schandalig goedkoop zijn in verhouding met de grondstoffen die erin zitten. Zo kan je een elektrisch theelichtje kopen voor 1,5 euro. Daar zit een printplaatje met componenten in, plastiek en een LEDlamp. Het zit bovendien in en een mooie verpakking. Het is gewoon onmogelijk om dat te maken met de loonkost die wij hier kennen. Eigenlijk is dat pure dumping.”
“Een werkerscoöperatie biedt de beste garantie om het DNA van het bedrijf te bewaren.”
A&M: Een andere evolutie die we zien is dat bedrijven steeds meer hun businessmodel veranderen naar een product-dienstsysteem. Denk bijvoorbeeld aan Philips, dat nu ook licht verhuurt als dienst, waardoor het zichzelf verplicht om te werken met efficiënte technologieën en makkelijk te vervangen onderdelen.
Luc: “Ik ben grote fan van dergelijke systemen: het doet me ook denken aan Toyota, dat sinds jaar en dag promotie voert met hun ‘5 jaar garantie’-stickers. Het is goed dat Europa ondertussen verplicht heeft dat alle elektronica producten 2 jaar in garantie moeten zijn, maar eigenlijk zouden we moeten evolueren naar een verplichte garantie van 5 jaar. Dit is perfect mogelijk.”
A&M: Hoe zie je de toekomst van Page?
Luc: “Ik zie Page als werkerscoöperatie verder groeien als elektronicabedrijf dat maatwerk biedt aan zijn klanten. Een lokaal verankerd bedrijf dat zinvol werk en toekomst biedt in Poperinge en zo meebouwt aan een bloeiende regio.”
Interview: Arbeid & Milieu (Vanya Verschoore en Thijs Calu)