Skip to content
Home - Blog - Gedeelde mobiliteit in de zorgsector

Gedeelde mobiliteit in de zorgsector

Image

Solidariteit voor het Gezin startte in juli 2016 in de stad Mesen met een uniek experiment: de organisatie deelt haar twee elektrische dienstwagens met de lokale bevolking. Winst voor het milieu en het sociale: daar willen we als Arbeid & Milieu uiteraard meer over weten! Een interview met Kim Van Asch en Cathleen Rau, respectievelijk directeur innovatie en projecten en mobiliteitsassistente bij Solidariteit voor het Gezin.

Wat houdt het project rond gedeelde mobiliteit in Mesen precies in en hoe is dat idee ontstaan?
Kim Van Asch
: “De aanleiding voor dit idee is er gekomen doordat we binnenkort een CADO – een kleinschalige dagopvang voor ouderen – oprichten in Mesen. Hiervoor hebben we vervoer nodig om mensen van en naar de CADO te brengen. De twee elektrische Renault Kangoo’s die we hiervoor voorzien, worden daarnaast ook ter beschikking gesteld voor de avondronden van de verzorgenden in de regio. Behalve ‘s morgens en ‘s avonds staan de wagens dus voor een groot deel van de dag stil. Zo is het idee ontstaan om de wagens te delen met de lokale inwoners van Mesen en buurgemeenten De basismobiliteit in die regio is immers heel beperkt: het is een afgelegen gebied, met een zeer beperkt aanbod van openbaar vervoer. Bovendien is het een regio met heel weinig inwoners met een heel kleine stadskern waarin weinig of zelfs geen winkels of gemeenschapsvoorzieningen zijn. Dat betekent dat mensen al snel enkele kilometers moeten rijden om te winkelen of beroep te doen op andere diensten. Voor ons is het een opportuniteit om nog iets terug te winnen uit de uren dat de wagen anders zou stilstaan, en hiermee beantwoorden we aan de nood aan mobiliteit vanuit de regio. Het was dus een logische keuze om de wagens ter beschikking te stellen en dit project op te starten. De wagens kunnen gehuurd worden, met of zonder mobiliteitsassistent.”

Cathleen, wat doe jij als mobiliteitsassistente?
Cathleen Rau: “Ik ben onder andere chauffeur in onze reguliere werking, in de toekomst zal ik bijvoorbeeld mensen brengen van en naar de CADO. Daarnaast ben ik ook chauffeur voor mensen die een van de wagens willen huren, maar bijvoorbeeld zelf niet met de auto kunnen rijden. Dan help ik doorgaans de mensen ook met bijvoorbeeld het in- en uitladen van de boodschappen, of begeleid ik hen bij een bezoek aan de dokter. Daarnaast voer ik promotie voor het project autodelen. Zo organiseerde ik samen met mijn collega een aantal info-avonden in de regio om het aanbod bekend te maken. Tot slot zorg ik ook voor begeleiding bij de reservatie, aangezien we met een systeem werken dat voor veel oudere mensen nog niet zo vanzelfsprekend is.”

Image

“De twee elektrische Renault Kangoos die we in Mesen voor onze diensten voorzien staan voor een groot deel van de dag stil. Zo is het idee ontstaan om de wagens te delen met de lokale inwoners van Mesen en buurgemeenten”KIM VAN ASCH – DIRECTEUR INNOVATIE EN PROJECTEN

Heeft de promotie gewerkt?
Cathleen
: “Er zijn wekelijks gemiddeld een tiental mensen die de auto gebruiken in combinatie met een mobiliteitsassistente. Slechts twee mensen gebruiken op regelmatige basis een van de auto’s zonder assistente. Dat zijn geen duizelingwekkende cijfers, maar je moet er rekening mee houden dat we hier met een heel kleine populatie zitten en dat de meeste mensen over een eigen wagen beschikken. Bovendien is er nog wat angst voor het rijden met een elektrische wagen, mensen zijn bijvoorbeeld bang om stil te vallen en niet meer verder te kunnen.”

Wie zijn de mensen die gebruik maken van de deelauto’s?
Cathleen
: “Het zijn mensen die meestal geen eigen wagen hebben en doorgaans gepensioneerd zijn. Ook mensen met een beperking in mobiliteit doen beroep op onze dienst. Het is namelijk een heel praktische wagen waar heel wat boodschappen en/of een rolstoel in kunnen. Daarnaast zijn het mensen die niet al te ver wonen: we moeten de kilometers van hier aan het stadhuis in Mesen tot bij de mensen uiteraard ook meerekenen. Tot hier komen is ook niet evident als men wat verder woont en minder mobiel is. Beetje bij beetje doen nieuwe mensen beroep op het systeem en de meesten blijven het nadien ook regelmatig gebruiken.”

Hebben jullie externe partners betrokken bij het project?
Kim
: “Voor het boekingsplatform hebben we een beroep gedaan op Partago, een coöperatieve uit Gent die gespecialiseerd is in elektrisch autodelen. We gebruiken hun bestaande app om ritten te reserveren en hun module die in de wagen geplaatst wordt, waardoor je de wagen kan openen met je smartphone. We zijn vooraf ook te rade gegaan bij autodelen.net, een organisatie die zich volop bezighoudt met alles wat gedeelde mobiliteit en kennisontwikkeling hierrond betreft. Ze hielpen mee met het voeren van promotie, waren aanwezig op de infomomenten, schreven mee aan onze brochure en maakten het project bekend op verschillende andere fora rond autodelen. Financieel kregen we ook steun van het provinciebestuur van West- Vlaanderen. Dat was voldoende om de eerste negen maanden te financieren. Momenteel loopt het project verder zonder subsidies.”

Hoe past het project in jullie visie op mobiliteit?
Kim
: “Sinds 2011 heeft Solidariteit voor het Gezin een globale mobiliteitsvisie, die we promoten onder de slogan “er zit elektriciteit in solidariteit”. Centrale doelstelling is dat we op termijn onze volledige wagenvloot naar een nuluitstoot of quasi-nul-uitstoot terugbrengen. We hebben ondertussen al heel wat stappen gezet.” 

Kan je enkele voorbeelden geven?
Kim
: “Concreet voor de regio Gent bijvoorbeeld hebben we de tien dieselvoertuigen die we inzetten voor de warme maaltijdbedeling, een 600-tal per dag, vervangen door elektrische voertuigen. In 2014 hebben we het wagenpark vernieuwd waarmee onze verpleegkundigen rijden. Dat gaat om 550 mensen die dagelijks op de baan zijn en bij de cliënten langsgaan. Zij maken gebruik van dienstwagens om hun ronde te doen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om bij het einde van ons leasingcontract over te stappen naar 100% elektrisch. Dit bleek helaas financieel onhaalbaar, aangezien een elektrische wagen een leasingkost met zich meebracht die dubbel zo duur is als de traditionele dieselwagens. Ook logistiek hadden we niet de nodige oplaadcapaciteit. We hebben toen beslist om de wagens te vervangen door hybridewagens, benzinevoertuigen die ook beschikken over een elektromotor.”

“Op het hoofdkantoor in Zwijnaarde stellen we een elektrische poolwagen ter beschikking voor de avondronden van onze verzorgenden en aan onze medewerkers voor vergaderingen buitshuis of andere werkgerelateerde afspraken. Daarnaast kan men de wagen ook in het weekend of ‘s avonds huren.”KIM VAN ASCH – DIRECTEUR INNOVATIE EN PROJECTEN

“Sowieso wilden we dieselwagens volledig uit ons wagenpark bannen. Zo rijden er intussen al 780 hybride voertuigen rond, met een gemiddelde uitstoot van minder dan 80 gram CO2 per km, waar we vroeger makkelijk 110 gram haalden. Tegen 2019 loopt ons huidige leasingcontract af. Dan wordt de optie voor 100% elektrische wagens terug onder de loep genomen. We hebben ondertussen ook enkele elektrische poolwagens die we ter beschikking stellen van onze medewerkers voor dienstverplaatsingen. Zo hebben we hier in Zwijnaarde een elektrische poolwagen die via ons intranet gereserveerd kan worden voor vergaderingen buitenshuis of andere werkgerelateerde afspraken tijdens de daguren. Het is voor onze medewerkers ook mogelijk om de wagen ‘s avonds of in het weekend te huren. Ook voor de avondronden van onze verzorgenden in de regio Gent wordt de wagen regelmatig gebruikt. Voor alle onze verpleegkundigen maakten we in 2014 de overstap van dieselwagens naar hybride wagens. Zo bestaat ons wagenpark ondertussen uit 780 hybride voertuigen. Bij de vernieuwing van ons leasingcontract in 2019 bekijken we de optie om naar 100% elektrische wagens over te stappen.”

Terug naar het project in Mesen: hebben jullie de ambitie om dit project ook in andere gemeenten uit te bouwen?
Kim
: “Dat is zeker de ambitie. Een van de pistes die we momenteel verkennen is om een deelwagen te plaatsen aan een groep van assistentiewoningen. Daar woont een ouder publiek, dat zich niet vaak verplaatst en geen eigen wagen meer nodig heeft, voor hen is zo’n deelwagen een oplossing. Daarnaast bekijken we ook de mogelijkheid om het systeem in te voeren op onze verschillende vestigingen en dan vooral in regio’s waar we avondrondes met verzorgenden organiseren.”

Image

Thijs Calu
Educatief medewerker