Skip to content
Home - Blog - Viseer de blauwe pakken, niet de gele hesjes

Viseer de blauwe pakken, niet de gele hesjes

Het zijn niet zozeer de gewone mensen, wel de lobbyisten van de vervuilende industrieën die zich verzetten tegen de klimaatplannen van de Europese Unie, schrijven Louise Hoon en Karel Pype.

In het Europees Parlement liep woensdagmiddag een cruciale stemming over de Europese klimaat­plannen uit op chaos en teleurstelling. Dat was geen verrassing. Vooraf circuleerden honderden amendementen en compromissen, waarachter zich wankele en wisselende ­coalities van parlementsleden schaarden.

De stemming struikelde over het belangrijkste onderdeel van het pakket: de hervorming van het Europese systeem van emissiehandel om de CO2-uitstoot sneller te verminderen. Op het laatste moment sloot de christen­democratische EVP een alliantie met de conservatieve en ­radicaal-rechtse fracties, om een amendement dat de klimaatambities verwatert en de grootste vervuilers respijt geeft, door te drukken.

De groenen en sociaaldemocraten weigerden daarna te stemmen over het uitgeholde wetsvoorstel en stuurden het, samen met de ermee ver­weven voorstellen voor een Sociaal Klimaatfonds en een CO2-heffing aan de Euro­pese grenzen, terug naar het voor­bereidend comité. Terwijl het noodweer en het sociale drama van de ­klimaat- en energiecrisis zich voor ­onze ogen voltrekt, dringt de vraag zich op hoeveel vertraging en verwatering van de Europese klimaatplannen we ons nog kunnen veroorloven.

Breekpunt in de stemming was het tempo waarin emissierechten de ­komende jaren gereduceerd worden om de totale CO2-uitstoot te verminderen, en de mate waarin grote indus­triële vervuilers nog een beroep kunnen doen op gratis emissierechten. De EVP week af van het compromis dat eerder gevonden werd in het voorbereidend comité. Daarin hadden de sociaaldemocraten toegegeven om pas in 2032, en niet in 2030 – zoals de Europese Commissie voorstelde – een eind te maken aan de gratis emissierechten.

Terug naar de tekentafel

Gratis emissierechten zijn al jaren de achilleshiel van het Europese ­klimaatbeleid. Ze zetten grote vervuilers uit de wind, terwijl kleine en middelgrote bedrijven en huishoudens wel betalen voor hun uitstoot.

In de plenaire stemming schaarde de EVP zich plots samen met de conservatieve en extreemrechtse parlementsleden achter uitstel tot 2034 en een minder trapsgewijze reductie die op de korte termijn waarschijnlijk tot méér uitstoot zou lijden. Een voorstel waar in de afgelopen maanden hevig voor werd gelobbyd door multi­nationals uit de zware industrie.

De sociaaldemocraten zagen zich daarom genoodzaakt om een noodoverleg van drie minuten in te lassen, en besloten samen met de groenen om het wetsvoorstel integraal terug te sturen naar het voorbereidend comité. Daarmee werd ook de stemming over twee andere, nauw verweven wetsvoorstellen geparkeerd.

“Telkens opnieuw blijkt dat voorstellen waar een sterke lobby achter staat, wél politieke steun krijgen”

Het Sociaal Klimaatfonds, dat voor zijn inkomsten eveneens afhankelijk is van hetzelfde wetsvoorstel over emissiehandel, is teruggestuurd naar de tekentafel. Dat is jammer, want dat Sociaal Klimaatfonds is broodnodig. Het idee erachter is dat kwetsbare huishoudens beschermd kunnen worden tegen stijgende energieprijzen door hen aan de hand van sociale investeringen onafhankelijk te ­maken van fossiele brandstoffen. Denk aan duurzame renovatie op wijk­niveau, toegankelijk en efficiënt openbaar vervoer en sociale verzekeringen tegen klimaatschade. Ondertussen rennen we – ook zonder ­klimaatbeleid – al maanden met ­fossiele subsidies achter de schokken van de internationale energiemarkt aan, nog voor er sprake is van dat ­systeem.

Nog een wetsvoorstel dat blijft bungelen zolang er geen akkoord is over de emissiehandel, gaat over een CO2-heffing aan de Europese grenzen. Die moet bedrijven van buiten de ­Europese Unie die hun ­producten hier willen verkopen, ook doen betalen voor wat ze vervuilen. Zo ontstaat er een gelijk speelveld, waardoor vervuilende activiteiten over de grenzen verplaatsen geen voordelen meer heeft. Ook dat is een cruciaal element om de kosten van de transitie bij grote vervuilers, en niet bij burgers, kleine en middelgrote bedrijven te leggen.

Een voorstel dat de stemming wél overleefde, gaat over de eis van een volledig emissievrij wagenpark tegen 2035. Geweldig nieuws voor de auto-industrie, die staat te ­popelen om binnen 15 jaar de volledige Europese vloot aan auto’s te vervangen. De winst voor de planeet en voor de samenleving is niet een­duidig.

De elektrificatie van het volledige wagenpark kan ook uitlopen op een ecologisch drama, als ze niet ­samengaat met een modale shift van individueel autobezit naar openbaar vervoer, fiets en deelwagens, als de grondstoffen voor die elektrificatie niet duurzaam gewonnen en gebruikt worden en als we onze afgedankte auto’s verkassen naar andere delen van de wereld. Opnieuw blijkt dat voorstellen waar een sterke lobby achter staat, wél politieke steun krijgen.

Race to the bottom

Politici verstoppen zich achter het ­argument dat gele hesjes en gewone mensen zich tegen het klimaatbeleid zullen verzetten als we te snel gaan. Terwijl juist gewone mensen baat hebben bij een rechtvaardige transitie, en terwijl juist zij in het oog van de klimaatcrisis en de verder ontsporende energiecrisis het minst gewapend zijn. Wie wél te verliezen heeft bij het klimaatbeleid? De grote vervuilers, bedrijven wier lobbyisten hard werken rond het Europees Parlement, de allerrijksten die gehecht zijn aan een onhoudbare levensstijl. De stemming van woensdag bewijst het: dáár zit het verzet tegen het klimaatbeleid.

De voorstellen uit het Fit for 55-pakket waren al geen garantie op een sociaal rechtvaardige klimaat­transitie, maar wel een geloofwaar­dige aanzet daartoe, met de beperkte instrumenten die daarvoor op Europees niveau beschikbaar zijn. Die ­poging riskeert nu verder te verwateren, ten voordele van de grootste vervuilers, en ten ­nadele van kleine en middelgrote ­bedrijven en huis­houdens. En dat nog vóór de natio­nale regeringen aan hun gebruikelijke race to the bottom in de Brusselse wandelgangen zijn begonnen.

Het lijkt onvermijdelijk dat beide kanten toegevingen moeten doen vóór het voorstel weer plenair ter stemming komt, en dat de klimaat­ambities dus opnieuw afgezwakt zullen worden.

Het goede nieuws is dat kleine groepjes en zelfs individuele parlementsleden in die chaotische ­situatie het verschil kunnen maken. Als een aantal christendemocratische parlementsleden, misschien onder druk van hun nationale achterban, tot ­inzicht komen, kan er alsnog een ­sterker, socialer en rechtvaardig Europees klimaatakkoord uit de bus ­komen.

Louise Hoon, Denktank Minerva
Karel Pype, Reset.Vlaanderen