Al jaren organiseert De Fietsschool laagdrempelige fietslessen voor volwassenen, zoals bijvoorbeeld nieuwkomers die niet leerden fietsen in hun land van herkomst. Om ook de taalvaardigheid van deze nieuwkomers te verbeteren, koppelt het project Fietsvrienden fiets- en taalvaardigheid. Onze collega Ine vertelt je er alles over.
Wat is de insteek van Fietsvrienden?
“Beter leren fietsen én beter Nederlands leren spreken. En dat op een ongedwongen manier,” zo vertelt Ine Bosmans, Projectmedewerker Educatie bij Mobiel 21 en drijvende kracht achter De Fietsschool.
Hoe gingen jullie van start?
“Binnen De Fietsschool selecteerden we tien anderstalige deelnemers met interesse in extra oefening. We koppelden hen aan tien vrijwilligers, of buddies. We kozen bewust vrijwilligers met heel wat ervaring binnen De Fietsschool. Bij het koppelen zorgende we ervoor, als het even kon, dat deelnemer en vrijwilliger elkaar al kenden uit eerder fietslessen.”
Hoe verliepen de fietsritjes?
“In de zomermaanden gingen nieuwkomers en vrijwilligers dan samen op pad in Leuven, als duo. Niet alleen om onderweg fietsvaardigheid te oefenen maar ook om Nederlands met elkaar te praten. De provincie Vlaams-Brabant stelde daarvoor zes weken lang gratis fietsen ter beschikking.”
“Op voorhand gaven we de duo’s een kaart van Leuven en fiches met mogelijke bestemmingen in en rond de stad, zoals bijvoorbeeld de bibliotheek, de Kruidtuin, het Stadskantoor, … Deze fiches bevatten ook vragen en opdrachten, die de duo’s onderweg Nederlands deden praten.”
“De duo’s maakten zelf afspraken met elkaar. Daarvoor kregen ze een afsprakenkaart waarop ze elkaars contactgegevens, datum, plaats en uur van afspraak konden noteren. Allemaal in het Nederlands natuurlijk.”
“In de zomer deden de meeste duo’s dan vijf of zes ritjes. De eerste rit begon telkens aan de woonplaats van de deelnemer. Achteraf maakten sommige deelnemers die uitstap nog een keer met hun gezin of vrienden.”
Dat lijkt een succes.
“Zeker. Vrijwilligers meldden dat de fietsvaardigheid van hun buddies snel verbeterde en dat ze zich steeds zelfzekerder voelden in het verkeer. Er werd bijvoorbeeld ook info uitgewisseld over het stallen en herstellen van fietsen.”
“Ook op persoonlijk vlak was Fietsvrienden een succes, voor deelnemers én vrijwilligers. Sommigen ontspanden na de fietstocht nog even met een drankje. Een vrijwilliger leende een Nederlandstalig boek uit aan haar fietsvriendin. Drie weken later stuurde één van de deelnemers nog een berichtje naar haar buddy om te zeggen dat ze een tweedehandsfiets kocht. En andere deelnemer vroeg dan weer of ze de gehuurde fiets niet wat langer mocht houden. Fantastisch!”
Komt er een vervolg?
“Als het aan de vrijwilligers ligt, zeker en vast. Naast Leuven zijn de Fietsvrienden ondertussen ook in Vilvoorde actief,” zo vertelt Ine trots. “We bekijken nu of we die buddywerking in de toekomst ook in andere gemeenten kunnen uitrollen.”