Skip to content
Home - Blog - De bovengrondse mijn: inzameling en recyclage van elektronisch afval

De bovengrondse mijn: inzameling en recyclage van elektronisch afval

In België is de inzameling van elektronisch afval (e-waste) landelijk geregeld. Toch komt er minder afgedankt materiaal op de recyclagemarkt dan verwacht en gaan er nog steeds grondstoffen uit afgedankte elektro verloren. Zo wordt indium, een metaal gebruikt in LCD-schermen, amper gerecycleerd. Indium is kostbaar, maar in onvoldoende hoeveelheid aanwezig om er een recyclageproces rond te ontwikkelen. Een kijk in de bovengrondse mijn.

De grondstoffen die nodig zijn om elektronica te maken, kan je verkrijgen op twee manieren. Ofwel ontgin je een mijn op zoek naar primaire grondstoffen, ofwel haal je ze uit afgedankte toestellen.

Bij Galloo Recycling in Menen recycleren ze zowat de helft van Belgische afgedankte kleine huishoudelektro en beeldbuismonitoren, jaarlijks zo’n 40.000 ton. Elke dag worden er 15 vrachtwagens aan klein huishoudelektro, televisies en monitoren verwerkt, goed voor zo’n 130 ton: allemaal gaat het door de handen van 150 werkkrachten uit de sociale economie. Verder wordt ook ‘groot wit’ (wasmachines, droogkasten en fornuizen) verwerkt.

Tijdens een manuele depollutiefase wordt er het schadelijke afval uitgehaald, zoals batterijen en toners en inktpatronen van printers. Computers worden in deze fase gescheiden verwerkt, omdat het de moeite loont de printplaten, geheugenkaarten en processoren meteen te oogsten: die onderdelen met soms zichtbaar glimmend goud gaan rechtstreeks naar verwerkers zoals het Belgische Umicore die ze omsmelten tot nieuwe, secundaire grondstoffen.

De Zerdirator

Na de depollutie gaat de elektro naar een ander terrein aan de Leie, pal op de grens met Frankrijk. Hier wordt ook ander ijzerschroot verwerkt, zoals autowrakken en zelfs oude telefooncabines. Over het terrein hangt een specifieke geur, een mix van oud ijzer en gisting: die komt onder meer van de hopen 600 kilo wegende balen samengeperste aluminiumblikjes. Omdat niet elk afval zomaar de grens over mag zonder uitgebreid papierwerk, staat er een shredder aan weerszijden van het terrein.

Image

De e-wasteshredder — met de ietwat dreigende naam ‘Zerdirator’ — is een enorme machine die tot 40 ton e-waste per uur kan vermalen tot stukjes van enkele vierkante centimeter. De lichtere stukjes kunststof, plastiek bijvoorbeeld, worden er onmiddellijk uit gezogen; een magneet haalt de zogenaamde ferro-metalen (ijzer) eruit. Dat ijzer hangt vaak nog vast aan nonferrometalen, zoals koper: in elektro-apparaten zitten zodanig veel materialen dat er voor het geshredderd materiaal nog een manuele sortering nodig is.

De Belgische e-schrootketen

Achteraf is het een komen en gaan van tractoren die het geshredderde materiaal naar kades aan de Leie brengen, van waar het verder gaat naar andere Galloo-vestigingen of rechtstreeks naar kopers. Via flotatie, kleurscheiding en andere technieken, scheidt Galloo zelf de non-ferro’s (koper, aluminium, zink,…) en de kunststoffen. Vorig jaar nam Galloo bovendien een nieuwe installatie in gebruik waarmee uit elektronicaschroot heel fijne partikels, tussen 0.2 mm en 4 mm, verder gescheiden kunnen worden. Zo kan het bedrijf hele fijne koperdraadjes en edele metalen nog beter concentreren, waarna ze naar raffineerders gaan voor verdere verwerking en uiteindelijk worden ingezet als nieuwe grondstoffen.

Op die manier is Galloo slechts één schakel in de hele Belgische e-schrootketen. Van enkele honderden lokale schroothandelaars aan de bodem, over een handvol grootschalige verwerkingsbedrijven met shredders zoals Galloo, tot eindverwerkers als Umicore die de metalen uit elektronica omsmelten tot gebruiksklare grondstoffen voor de industrie: in de Belgische e-wastepiramide pikt elke speler een klein graantje van de inkomsten mee. Daarom is het bijzonder moeilijk te bepalen hoeveel de hele sector precies verdient aan elektronisch afval.

Afgedankte computers en gsm’s zijn veruit het meest waardevolle ‘afval’ vanwege de edele metalen. Zo levert een ton mobiele telefoons honderd keer meer goud op dan een ton gouderts. Andere toestellen, met name koel- en vriesapparaten, zijn dan weer een kostenverhaal, gezien de verwerkingskost van koelvloeistoffen. De “officiële” inzameling door de vzw Recupel van de meer waardevolle stromen ligt dan ook beduidend lager dan bij zo’n kostenfracties: in oude computers zijn alle marktspelers wel geïnteresseerd.

Lekkende stromen

De Europese Unie maakt zich ondertussen zorgen om de veiligheid van haar secundaire grondstoffen, vervat in onze oude computers en televisies. De verwerkingscapaciteit van de recyclage-industrie is groter dan de instroom van elektronisch afval, al produceert de EU jaarlijks zo’n 10 miljoen ton e-waste, goed voor 400.000 grote zeecontainers.

De herziening van de Europese richtlijn over afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), die in 2014 in België geïmplementeerd werd, moet ervoor zorgen dat de officiële inzameling van ons elektronisch afval de komende jaren aanzienlijk omhoog gaat. Naast milieuoverwegingen is die richtlijn hoofdzakelijk ingegeven door economische belangen. De toevoer voor de urban mine moet en zal binnen Europese grenzen blijven. Er wordt gevreesd dat Europese recyclagebedrijven niet verder zullen investeren in recuperatietechnologie zonder bevoorradingszekerheid.

Recupel schat dat het zowat de helft van al het afgedankt materiaal inzamelt dat in België op de markt komt. In 2015 ging het om 108.367 ton. Recupel genereert op die manier in totaal 1200 jobs, van transporteurs en verwerkers tot samplers en arbeidsplaatsen in de hergebruiksector. Ongeveer een derde van die jobs wordt gecreëerd via de sociale economie. Het materiaal dat niet via Recupel wordt ingezameld komt terecht in een grijze zone. Een deel wordt buiten de officiële kanalen toch nog aan erkende verwerkers aangeboden. Een ander stuk van de taart wordt uitgevoerd naar recyclagebedrijven in buurlanden: die overcapaciteit leidt tot hevige concurrentie onder recyclagebedrijven. Nog  een ander deel wordt uitgevoerd naar buiten de EU, legaal of illegaal.

“Dat gaat niet alleen over hele toestellen, maar ook voorbehandelde onderdelen: printplaten, batterijen, enzovoorts. Die lekstromen zijn wel degelijk een reële bezorgdheid voor de Europese recyclageindustrie”, zegt Christian Hageluken, directeur Europese beleidszaken bij Umicore. “Echt betrouwbare cijfers over die exportstromen zijn er weinig voorhanden. Maar er zijn indicatoren: zo komt er veel minder afgedankt materiaal op de recyclagemarkt dan er volgens berekeningen zou moeten zijn. Ten tweede zie je in landen als Ghana, Vietnam, Cambodja, China, enzovoorts, enorme volumes binnenkomen. Ten derde zitten er veel lekken in inzamelsystemen. In België zit dat op het eerste zicht wel redelijk goed, maar voor de rest van Europa zijn er aanzienlijke lekken.”

Indium

Toch gaat ook binnen de Belgische recyclage-industrie nog materiaal verloren. Neem een LCD-televisie. Die wordt voor zo’n 90 procent gerecycleerd, dat wil zeggen dat de materialen eruit terug in de productiecyclus terechtkomen. Een deel van die 90 procent wordt ook nog gebruikt als alternatieve brandstof: zo wordt onder meer laagwaardig rubber uit e-waste verbrand met energierecuperatie.

Image

Andere grondstoffen uit afgedankte elektro gaan echter nog altijd onherroepelijk verloren, en belanden soms nog steeds op het stort. Indium, bijvoorbeeld, een metaal dat in de vorm van indiumtinoxide in LCD-schermen gebruikt wordt, als een transparante elektrische geleider. Zo’n 75 procent van de wereldproductie van indium gaat naar LCD-schermen, in tv’s en monitoren, fototoestellen, tablets, enzovoorts. Daarvan wordt nagenoeg niets gerecycleerd.

Indium is een bijproduct van de ontginning van onder meer lood en zink. Veruit de grootste bevoorrader van indium is China, met achterop Japan en Canada. Europa is daarom afhankelijk van de invoer van indium voor industriële toepassingen, en dat heet een mogelijk bevoorradingsrisico te zijn. Bovendien zou de vraag naar indium verachtvoudigen tegen 2030, onder meer door toepassingen in zonnepanelen. Omdat indium daarbij nog eens amper gerecycleerd wordt, heeft de EU het goedje dan ook bestempeld als één van veertien ‘kritieke’ metalen.

Te goedkoop voor recyclage

Indium in LCD’s komt voor in zodanig kleine hoeveelheden — een tot twee gram per vierkante meter scherm — dat het moeilijk te recupereren valt. De prijs van indium schommelt momenteel sterk. Als je daarbij rekent dat er vandaag nog altijd veel meer beeldbuis tv’s en monitoren afgedankt worden dan LCD’s (ongeveer 95 tegenover 5 procent), dan is de kost om indium te recupereren te groot ten opzichte van de eventuele omzet uit recuperatie. Indium is kostbaar, maar (nog) niet kostbaar genoeg, met andere woorden.

Umicore recycleert indium uit de LCD-schermen van gsm’s, zij het in zeer beperkte hoeveelheden. Het metaal belandt sowieso in het recyclageproces en wordt ook herwonnen omdat de recuperatiekost in dit geval meer dan gedekt wordt door de herwinning van andere edelmetalen zoals zilver en goud.

Verloren goud

Naarmate laptops, tablets, smartphones, enzovoorts, compacter worden, wordt een optimale materialen recuperatie ook moeilijker. Door stijgende grondstofprijzen zijn fabrikanten ook efficiënter gaan omspringen met grondstoffen. Goud, bijvoorbeeld: waar er op de meest rijke printplaten enkele jaren geleden tot 300 gram — ofwel zo’n 10.000 euro — per ton te vinden was, is dat vandaag 120 gram en soms minder.

Die miniaturisatie leidt ertoe dat er op zoek gegaan wordt naar nieuwe recyclagetechnologieën. “De productie zit vandaag zo in elkaar dat er te weinig rekening wordt gehouden met de afvalfase”, zegt Tom Duhoux. Hij werkte vroeger in de recyclage en is vandaag duurzaamheidsconsultant. “Door de hoeveelheid goud in elektronica te verlagen, wordt het lastiger om dat er in het recyclageproces uit te halen. Als printplaten de shredder ingaan, komt het goud daarin zowat in alle verschillende fracties terecht. Beetje goud in de kunststof, beetje goud in het metaal, enzovoorts. Op de lange duur verdwijnt dat goud gewoon. Het feit dat grondstoffengebruik aan de kant van de productie efficiënter wordt, gaat verloren in de realiteit van de recyclage-industrie.”

Bij Galloo is de kentering hierrond ondertussen ingezet: “Dat het goud verloren gaat door de miniaturisatie proberen we te vermijden door onze nieuwe ‘fines-lijn’, die tot op 0,2 mm edele en andere metalen kan scheiden van plastics”, verduidelijkt Vanessa Van Lierde (dienst communicatie en marketing bij Galloo).

Dit artikel is gebaseerd op een publicatie van Arthur Debruyne en Sam Sermon die in 2013 op Mo.be verscheen en tot stand kwam met steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. In functie van de actualiteit werd het artikel, in samenspraak met Galloo en Arthur Debruyne, licht aangepast. Het oorspronkelijke artikel maakt deel uit van een dossier rond e-waste, zie http://www.mo.be/dossiers/e-waste.