Burgercoöperaties die investeren in hernieuwbare energie zijn populair. De voorbije energiecrisis bevestigt het belang om hernieuwbare energie in eigen handen te houden. Alleen op die manier is een stabiel en eerlijk tarief in de toekomst mogelijk. We gingen in gesprek met Philippe Awouters en Tom Willems van respectievelijk REScoop Vlaanderen en Ecopower cv. “Hadden we bij elke windturbine in Vlaanderen de mogelijkheid gehad burgers te laten participeren, dan konden we nu vijf keer zoveel coöperanten beleveren.”
Het model van REScoop.Vlaanderen is duidelijk: leden, of coöperanten, zijn zowel aandeelhouder als gebruiker. Dat wordt ook een hernieuwbare energiegemeenschap genoemd. Burgers treden toe tot een energiecoöperatie vanuit een gemeenschappelijke behoefte: de productie en het gebruik van lokale, duurzame en betaalbare energie. Het model is gebaseerd op de economie van de commons, of het gemeenschappelijk beheer van bijvoorbeeld de zon en wind.
Philippe heeft, met een verleden in lobbying en lokale besturen, mee de lokale burgercoöperatie voor energie Vlaskracht opgericht en zetelt in de Raad van Bestuur van REScoop.Vlaanderen. Daar heeft hij mee aan de kar getrokken om te zorgen dat burgercoöperaties voor energie rond offshore windenergie gingen werken.
Tom is projectingenieur en bestuurder bij Ecopower cv. Namens Ecopower cv is hij ook afgevaardigd als bestuurder bij Seacoop cv – een nieuwe Belgische coöperatie voor windturbines in de Noordzee. Daar gaat ook zijn focus, voor het komende jaar, naar de participatie van burgers in windenergie op de Noordzee.
Kunnen jullie kort de organisaties waar jullie voor werken voorstellen?
Tom: Ecopower is een coöperatieve vennootschap, een bedrijf waar je aandelen van kan kopen. Ondertussen hebben bijna 65.000 burgers een aandeel gekocht. Zij verwachten dat Ecopower dat geld in hernieuwbare energieprojecten investeert, en dat zij het product van die investering, energie, kunnen gebruiken. Wij bestaan dankzij die 65.000 burgers die mee participeren en Ecopower controleren op democratische wijze.
Philippe: REScoop.Vlaanderen is de Vlaamse federatie van burgercoöperaties voor hernieuwbare energie. Ons hoofdmotto is samenwerking. Voor de 21 lokale burgercoöperaties achter REScoop.Vlaanderen volgen wij het beleid op, nemen we standpunten in, en doen we lobbywerk. Twee jaar geleden lanceerden we de hashtag #burgerenergie en de website burgerenergie.be. Daarmee zetten we gezamenlijke communicatieacties op. Het is de bedoeling dat mensen daar zo snel mogelijk de weg vinden naar hun lokale burgercoöperatie.
Kan je bij alle energiecoöperaties stroom afnemen en de organisatie mee democratisch beheren?
Tom: Wij onderscheiden ons van financiële coöperaties, zogenaamde FINcoops, die een andere finaliteit tot doel hebben. Financiële coöperaties bieden een beleggingsproduct aan. Mensen die willen investeren in hernieuwbare energie om daar rendement uit te krijgen, kunnen bij een financiële coöperatie terecht. De FINcoop is geen eigenaar van de productiemiddelen, die financiering gebeurt veelal via een achtergestelde lening, er is geen medezeggenschap van burgers, en burgers kunnen het product – energie – niet gebruiken. Wij staan voor het model van rechtstreekse participatie. Dat wil zeggen dat we de energie, het eigenaarschap over de productiemiddelen en de controle in eigen handen houden.
Kunnen energiecoöperaties een oplossing bieden voor de energiecrisis?
Tom: De huidige situatie toont aan dat we daar een oplossing voor kunnen bieden, maar in beperkte mate. De productie en de levering moeten in evenwicht zijn. Als we te veel nieuwe aandeelhouders en klanten toelaten, dan kunnen we die niet allemaal beleveren met de energie die we zelf opwekken en moeten we die energie op de markt aankopen tegen de hoge marktprijzen. Daarom hebben we een klantenstop moeten invoeren.
Het is nu wel duidelijk dat het belangrijk is om productiemiddelen in eigen handen te houden, en op die manier een fair en stabiel tarief tarief te kunnen bieden naar de toekomst toe. Een model waar burgers mede-eigenaar worden van de hernieuwbare energie in hun omgeving, is een model dat maatschappelijke meerwaarde heeft.
Had een beter beleidskader voor energiecoöperaties de schok van de energiecrisis kunnen dempen?
Philippe: Ja. Eigenlijk is er kapitaal voldoende, maar niet genoeg projecten. Op dit moment zijn 4% van de windturbines in het bezit van burgers. Dat zou een veelvoud moeten zijn. Al een aantal jaren trachten we ervoor te zorgen dat burgers lokaal kunnen mee participeren in de bouw en het beheer van nieuwe windturbines. Blijkbaar geen gekke vraag: in Wallonië is er de verplichting voor ontwikkelaars om 25% van de windturbines open te stellen voor rechtstreekse burgerparticipatie. In Nederland gaat het zelfs over 50%.
“Het is nu wel duidelijk dat het belangrijk is om productiemiddelen in eigen handen te houden, en op die manier een fair en stabiel tarief tarief te kunnen bieden naar de toekomst toe. Een model waar burgers mede-eigenaar worden van de hernieuwbare energie in hun omgeving, is een model dat maatschappelijke meerwaarde heeft.”
Tom Willems, Ecopower en Seacoop cv
Tom: Het is inderdaad zo dat wij met heel wat projecten moeilijkheden hebben om een vergunning te krijgen. Meerdere windprojecten zitten meer dan 5 jaar vast in beroepsprocedures. Als het gaat over windenergie op land, is er ook een harde strijd geleverd rond opstalrechten. Voor landbouwgronden die geschikt zijn voor windturbines komen projectontwikkelaars vaak langs en bieden zeer hoge prijzen, tot 40.000 euro per jaar en zelfs meer. Grondeigenaars en projectontwikkelaars worden tegen elkaar uitgespeeld. De ongelijke verdeling van de lusten en lasten van het windproject ondergraaft het draagvlak voor windenergie.
Philippe: Dus, hadden wij bij elke windturbine in Vlaanderen de mogelijkheid gehad burgers te laten participeren, dan konden wij nu vijf keer zoveel coöperanten beleveren. En daarom, omdat er minder kansen zijn op land, moeten we nu ook de kans grijpen om op zee te gaan.
Wat zou dan de de rol van de overheid moeten zijn?
Tom: Er is de overheid, de markt en burgers. Dat is een driehoeksverhouding. In het klassieke economische denken gaat het over de overheid en de markt, een lineaire relatie. Als burgers eisen wij een rol op in dit speelveld, zowel op democratisch als op economisch vlak.
De overheid werkt al vaak samen met private partijen, via publiek-private samenwerkingen. Waarom zou een overheid niet kunnen samenwerken met zijn eigen burgers? Dan kom je eigenlijk tot een model van publiek-civiele samenwerking. Daar staan wij echt voor open, om samen met lokale overheden iets uit de grond te stampen en lokaal te gaan beheren.
Voor mij heeft de overheid een faciliterende rol. Er zijn nu de Europese richtlijnen voor hernieuwbare energiegemeenschappen, die kunnen dienen als kapstok om het faciliterend kader te ontwikkelen.
Er zijn plannen om een nieuw windmolenpark in de Prinses Elisabethzone op de Noordzee te bouwen. De federale regering wil ook een deel van de windmolenparken op zee in burgerhanden houden. Hoe staat het daarmee?
Philippe: In 2019 heeft het Koninklijk Besluit rond de nieuwe zonering beslist dat burgerparticipatie één van de criteria wordt bij de aanvragen tot het bekomen van een domeinconcessie voor de bouw en de exploitatie van de windmolenparken in de Noordzee. Wij zijn op die kar gesprongen en hebben de overheid geadviseerd hoe dat zou kunnen gebeuren. Dat is mooi, maar natuurlijk zijn we nog altijd niet zeker of we daar bij zullen zijn. De concurrentie is bikkelhard en dat speelt ons wel parten.
Burgerparticipatie wordt één van de criteria op de aanvragen tot het bekomen van een domeinconcessie. Welke criteria zijn er nog? En hoeveel gewicht wordt er gegeven aan het onderdeel burgerparticipatie?
Tom: Zoals het er nu uitziet zullen er 10 van de 100 punten naar burgerparticipatie gaan. Volgens Europese regelgeving moeten 70 punten naar competitiviteit gaan: wie de laagste prijs biedt, krijg de meeste punten. Daarnaast kunnen nog 30 punten naar andere criteria gaan. Eén van die criteria is burgerparticipatie, maar er is ook innovatie, lokale voordelen, …
Voor de burgerparticipatie is het echter belangrijk een onderscheid te maken tussen burgerparticipatie als beleggingsproduct en rechtstreekse burgerparticipatie. Wij staan uiteraard voor de rechtstreekse burgerparticipatie, maar op dat stukje van de burgerparticipatie, de hernieuwbare energiegemeenschappen, zouden maar vijf punten staan. Dat is weinig. Wij vinden dat die hernieuwbare energiegemeenschappen, zoals het REScoop model, een grote maatschappelijke meerwaarde hebben, en je daar dus ook meer punten aan mag geven.
Jullie brachten twee studies uit*. Een eerste studie gaat over de barrières van burgerenergie op zee. Kunnen jullie een inzicht geven in de belangrijkste resultaten?
Philippe: We zijn ervan overtuigd dat, dankzij dat economisch participeren, we het nodige kapitaal kunnen ophalen. Maar, wij willen niet alleen mee participeren in het kapitaal, we willen ook die energie naar onze coöperanten brengen. Sea to socket, van de zee tot aan het stopcontact.
Ten eerste zijn er financiële drempels. Is een contract met burgers wel even kredietwaardig als een contract met grote bedrijven? Ons punt is dat een groot bedrijf failliet kan gaan en kan delokaliseren. Maar de Belg gaat niet verhuizen, die blijft wel hier. Hetzelfde met garanties: die worden vaak van de moederbedrijven gevraagd, maar wij hebben geen moederbedrijf. Dat zijn allemaal zaken waarvoor wij moeten kijken hoe we dat kunnen oplossen.
Daarnaast zijn we allemaal lokale burgercoöperaties. Onze sterkte is dat we dicht bij onze coöperant staan, maar het betekent ook dat de partijen zeggen dat ze niet met 34 burgercoöperaties één-op-één gaan onderhandelen. Daarom hebben we met die 34 burgercoöperaties de Seacoop cv opgericht.
Wat ook naar voor kwam is dat we als een goede huisvader moeten omgaan met de centen van onze coöperanten. Als wij enorme bedragen investeren om dat voor te bereiden en er is veel kans de domeinconcessie niet krijgen, dan zijn we Russische roulette aan het spelen. Daar vragen we dus ook meer zekerheid om er effectief bij te zijn. Zo kunnen we dat sociaal maatschappelijk luik invullen die die meerwaarde kan geven.
De studie rond de drempels is om ervoor te zorgen dat wij een even grote kans hebben als de andere partijen om effectief mee te doen.
De andere studie gaat over de meerwaarde van burgerenergie op zee. Kun je daar wat meer over kwijt
Tom: In eerste instantie moeten we kijken naar de hele energietransitie. Klimaatneutraal worden tegen 2050, daar staat een gigantische investering tegenover. Wie moet dat financieren? Wie gaat daar de voordelen uithalen?
We zien dat burgers eigenlijk wel bereid zijn om te investeren in iets dat duurzaam is, en dat er bovendien heel wat geld op de spaarboekjes staat. Als we de burgers kunnen overtuigen om mee te stappen in ons verhaal kunnen we ook veel sneller investeren in hernieuwbare energie.
Die investeringen gaan over grote projecten, zoals nieuwe hoogspanningslijnen en windmolens op de Noordzee, maar ook over kleine investeringen bij de mensen thuis. Isolatie, vraagsturing, slimme toepassingen, … Mensen moeten daarin begeleid worden en de markt heeft vaak onvoldoende vertrouwen. Een energiegemeenschap straalt vaak meer vertrouwen uit, en gaat mensen sneller over de streep trekken om daar op een positieve manier aan mee te werken.
Zo ontstaat er ook een groter draagvlak voor de energietransitie.
Investeringen, in bijvoorbeeld windturbines op land, worden veel positiever bekeken als je daar zelf hebt toe bijgedragen en ziet dat de geproduceerde groene energie ook lokaal verdeeld wordt.
Als het gaat over de meerwaarde, gaat het ook over de verankering. Alle grote buitenlandse oliemaatschappijen staan klaar en willen mee investeren in windenergie op de Noordzee. Dat gaat over onze wind waarvan de opbrengsten wegstromen naar buitenlandse hoofdkwartieren en misschien zelfs naar waterstofproductie. Laat ons zorgen dat de meerwaarde lokaal blijft en gebruikt wordt om de lokale werking rond de energietransitie op te zetten. Daar staan REScoops voor: collectief maatregelen nemen om het energiegebruik van huishoudens te beperken, investeren in de elektrificatie van energiediensten zoals het gebruik van warmtepompen of elektrische deelmobiliteit, programma’s uitwerken rond slimme vraagsturing eventueel met gebruik van een wijkbatterij, het ontwikkelen van warmtenetten, … Door burgers sterker te betrekken wordt de energietransitie versneld en krijg je lokale voordelen. Je zou deze meerwaarde dan ook kunnen berekenen op nationaal niveau, bijvoorbeeld qua CO2-winst of wat het zou betekenen voor de Belgische handelsbalans. Het potentiële multiplicator van burgerparticipatie in de offshore valt niet te onderschatten. Laat ons die kans grijpen en onze energie in eigen handen houden.
Energiecoöperaties zijn een fantastisch model, maar de leden behoren vaak tot de hogere middenklasse. Welke kansen bestaan er om ze meer sociaal toegankelijk te maken?
Tom: Dat is inderdaad een aandachtspunt omdat bij het coöperatief ondernemen het economisch participeren belangrijk is. Om economisch te participeren moet je op de hoogte zijn en een beetje betalen – 250 euro voor een aandeel bij Ecopower. We bereiken dat doelpubliek van mensen die slecht geïnformeerd zijn en in energiearmoede leven niet zo gemakkelijk. Er bestaat wel de mogelijkheid om het aandeel gespreid in de tijd te betalen. En in vergelijking met het voordeel op de elektriciteitsfactuur en de dienstverlening, is die 250 euro snel uitgespaard. Bovendien blijft het aandeel zijn waarde behouden.
Aan de andere kant, als je naar de missie gaat kijken, zijn daar altijd sociale doelstellingen bij. Diensten aan de gemeenschap zijn van belang. Dat wil eigenlijk zeggen dat de burgercoöperaties voor hernieuwbare energie (REScoops) zoeken naar projecten die tegemoetkomen aan de sociaal zwakkeren. Al is het maar zoeken naar manieren hoe we toch zonnepanelen kunnen leggen op huurwoningen, of het aanbieden van elektrische deelmobiliteit.
Om energiearmoede aan te pakken is een goede samenwerking met de gemeente nodig. In Eeklo, waar Ecopower meerdere windturbines heeft op gronden van de stad, loopt momenteel een pilootproject waar Ecopower de rol van sociaal leverancier op zich neemt. We proberen daar te komen tot een formule waar de gemeente zich borg stelt voor haar inwoners die in energiearmoede leven door het aandeel te prefinancieren. Binnenkort zullen we daar meer over kunnen vertellen.
*De vermelde (Franstalige) studies kun je hier raadplegen:
Dit artikel verscheen eerder in ons magazine.
Word nu lid en ontvang ons magazine boordevol boeiende interviews, opinies en artikels