Skip to content
Home - Blog - En wie zal dat betalen, die klimaattransitie?!

En wie zal dat betalen, die klimaattransitie?!

Het debat over het klimaatbeleid verengt zich bliksemsnel tot de kostprijs. ‘Misleidend’, meent onderzoeker Yelter Bollen. ‘Het gaat over investeringen met een terugverdieneffect op lange termijn.’ In opdracht van de vzw’s FairFin en Arbeid & Milieu bekeek hij de financieringsmogelijkheden van de transitie naar een koolstofarme samenleving. ‘Twee zaken zijn duidelijk: een ambitieus klimaatbeleid is vanuit zuiver economisch standpunt moeilijk, maar mogelijk. En, belangrijker, niets doen zal altijd duurder zijn.’

Het was schrapen om aan cijfers te geraken. De vraag leek nochtans eenvoudig. ‘Wat is de investeringskost van het klimaatbeleid?’. Achttien jaar na het eerste internationale klimaatakkoord van Kyoto, vier jaar na het klimaatverdrag van Parijs zou men verwachten dat het prijskaartje van de noodzakelijke investeringen voor een ambitieus klimaatbeleid geregeld berekend en herberekend was. Dat een overheid en een samenleving min of meer zicht hebben op de bouwwerf waar ze voor staan. Dat politici die schermen met de betaalbaarheid van een beleid, weten waarover ze praten.

Image

Achttien jaar na het eerste internationale klimaatakkoord van Kyoto, vier jaar na het klimaatverdrag van Parijs zou men verwachten dat het prijskaartje van de noodzakelijke investeringen voor een ambitieus klimaatbeleid geregeld berekend en herberekend was.

Dat blijkt voor België allerminst het geval. Hoewel er in het publieke debat en tussen politieke tegenstanders te pas en te onpas gewaarschuwd wordt voor de hoge kost van een mogelijk klimaatbeleid, stelde Bollen vast dat dat riedeltje om allerlei redenen geen hout snijdt.

In het publieke debat en tussen politieke tegenstanders wordt te pas en te onpas gewaarschuwd voor de hoge kost van een mogelijk klimaatbeleid. Maar dat riedeltje snijdt om allerlei redenen geen hout, stelt Yelter Bollen vast.

200 MILJARD EURO

Ten eerste gaat het om een verschuiving van middelen, schrijft hij in de studie die hij samen met Frank Vanaerschot van FairFin voorbereidt over de financiering van de transitie. Weg van fossiele activiteiten naar klimaatvriendelijke technologieën en praktijken. Nog steeds besteedt de Europese Unie bijna 200 miljard euro per jaar aan de import van fossiele brandstoffen. De uitbouw van hernieuwbare energie, een emissievrij, performant openbaar vervoer en het energiezuinig maken van gebouwen betekent een forse besparing op die uitgave. Geld dat vrijkomt voor klimaatvriendelijke investeringen. ‘Hoe hoger de olieprijs, hoe goedkoper een klimaatbeleid.’

Image

Nog steeds besteedt de Europese Unie bijna 200 miljard euro per jaar aan de import van fossiele brandstoffen.

Ten tweede zijn het investeringen die op termijn allerlei soorten vruchten afwerpen. Er zijn de financiële baten, maar er zijn evengoed de positieve neveneffecten van minder files, minder luchtvervuiling, meer welzijn voor mens en natuur. Hoe sneller je inzet op doortastend klimaatbeleid, hoe lager de kost van de schade door klimaatverandering. Wie moedig genoeg is om de ruimtelijke ordening te hertekenen, zal minder geld in het rampenfonds voor overstromingen moeten pompen. Bovendien levert het een interessant veiligheidsvoordeel op. Wat betekent het geopolitiek als Europa niet langer leunt op de import van olie en gas uit landen met dictatoriale regimes?

En dan is er de derde reden. In België mag of kan je van alles beweren over de kost van klimaatbeleid, er zijn amper cijfers om die beweringen te staven.

In België mag of kan je van alles beweren over de kost van klimaatbeleid, er zijn amper cijfers om die beweringen te staven.

GEBREK AAN POLITIEKE WIL, GEBREK AAN CIJFERS

Een schrijnend gebrek aan cijfers, zo zou je het integrale Belgische klimaatbeleid kunnen omschrijven. Niet van de investeringen die nodig zijn, niet van de huidige klimaatfinanciering, niet van de noodzakelijke desinvesteringen uit fossiele brandstoffen, niet van de kloof tussen wat gebeurt en moet gebeuren.

Het hoeft niet zo te zijn. In Frankrijk wordt jaarlijks een rapport gepubliceerd over klimaatinvesteringen. Er bestaan internationale modellen om dat te doen. Je moet ze alleen willen toepassen. Bollen vreest dat het dat is wat in België ontbreekt: de politieke wil om de cijfers nuchter onder ogen te zien. Ook al zouden cijfers de verwarring uit het debat kunnen filteren.

Het heeft ook met mankracht te maken. In het Nederlandse planbureau werken twintig mensen rond energie, in het Belgische planbureau slechts twee. In Nederland is het planbureau voor alle domeinen dichter bevolkt dan België. Het zegt iets over het belang van doorgerekend beleid in het algemeen.

En dus zochten Bollen en Vanaerschot uit wat er wel beschikbaar is over de investeringskost van klimaatbeleid. Wat niet meer dan een paragraaf moest worden in een studie naar de financiering van de transitie, groeide uit tot een volledig hoofdstuk. Het doel? In kaart brengen wat er nu al gebeurt, waar de investeringsnoden zitten, wat de kloof is tussen de huidige financiering en de noodzakelijke financiering en hoeveel geld er nog wegvloeit naar fossiele brandstoffen.

In het Nederlandse planbureau werken twintig mensen rond energie, in het Belgische planbureau slechts twee.

Ze vonden zes studies, gepubliceerd tussen 2012 en het voorjaar van 2018 die op hun manier een deel van de investeringskost in kaart brengen. Ze vonden ook een concrete berekening van klimaatgerelateerde investeringen, 6 miljard euro, al is dat het cijfer uit 2013 en is er sindsdien geen update meer gepubliceerd.

MOEILIJK, NIET ONMOGELIJK

Hoewel vergelijkingen tussen de verschillende studies niet evident zijn en zelfs mank lopen, drijft er toch een gemeenschappelijke indicatie boven die in lijn ligt met internationale onderzoeken. Om onze samenleving tegen 2050 klimaatneutraal te maken, is een verregaande transformatie van onze economie nodig. Dat is duidelijk. Hoe ingrijpend ook, die omslag is niet onmogelijk en vergt een jaarlijkse investering van om en bij 2 tot 2,5 procent van het Bruto Binnenlands Product.

Al hoort daar een essentiële kanttekening bij: hoe langer je wacht, hoe duurder en onhaalbaarder het wordt, want hoe hoger de kost van klimaatschade zich opstapelt. ‘Tussen 2020 – dat is volgend jaar – en 2040 moeten de nodige investeringen gebeuren’, stelt Bollen. ‘Anders geraakt het streefdoel – netto nuluitstoot in 2050 – buiten bereik. Groene investeringen hebben hun tijd nodig. Je drukt niet zo maar op een knop.

Het is heel goed uitkijken voor zogenaamde lock-ins. Wie nu nog investeert in industriële processen op fossiele brandstoffen of in asfaltwegen, zorgt ervoor dat investeren in de industriële omschakeling of in openbaar vervoer achterop hinkt. Dat geldt even goed voor energiebesparing in gebouwen. Wie daar nu niet in investeert, plukt daar op termijn ook niet de vruchten van en dreigt de boot te missen. Wat nu gebouwd wordt, moet klaar zijn voor die klimaatneutrale toekomst.’

Image

Het is heel goed uitkijken voor zogenaamde lock-ins. Wie nu nog investeert in industriële processen op fossiele brandstoffen of in asfaltwegen, zorgt ervoor dat investeren in de industriële omschakeling of in openbaar vervoer achterop hinkt. 

De vraag naar de kostprijs van klimaatbeleid is met andere woorden van ondergeschikt belang. ‘Als je de kosten vergelijkt met de verwachte schade van klimaatverandering, dan valt de kosten-baten analyse altijd uit in het voordeel van ingrijpend beleid’, noteert Bollen. Klimaatbeleid mag dan duur zijn, niets doen is helemaal onbetaalbaar.

Image

“Als je de kosten vergelijkt met de verwachte schade van klimaatverandering, dan valt de kosten-baten analyse altijd uit in het voordeel van ingrijpend beleid.”YELTER BOLLEN, ONDERZOEKER FAIRFIN EN ARBEID & MLIEU

JOBS, JOBS, JOBS

Bovendien wijzen internationale onderzoeken er steeds weer op dat doortastend klimaatbeleid jobs met zich meebrengt. Het is een macro-economische evidentie. Wie geld investeert, creëert werkgelegenheid. ‘Alle onderzoeken tonen een positief werkgelegenheidscijfer aan’, vertelt Bollen. ‘Een recent onderzoek van Eurofound spreekt voor België over een toename van de werkgelegenheid met 1 procent tegen 2030 en een stijging van het BNP van meer dan 2 procent als gevolg van klimaatgerelateerde investeringen in combinatie met een daling van de hoeveelheid geïmporteerde fossiele brandstoffen. Een studie van 2016 sprak dan weer over een netto toename van 80.000 jobs.’

Al is het belangrijk om hier naar de realiteit achter de groeipercentages te kijken. Het is niet omdat er werk is, dat de mensen klaar staan om dat werk te doen. Opnieuw ontbreekt het in België aan cijfers en analyses over de impact van de economische ombouw op het type jobs die nodig zijn. Maar ook: wat betekent het voor mensen die nu werken in sectoren die draaien op fossiele brandstoffen? Voor pakweg stewardessen, arbeiders in olieraffinaderijen, pompbediendes of autoverkopers? Hoe maak je je arbeidsmarkt klimaatbestendig?
Nederland heeft het begin van die oefening gemaakt. De Sociaal Economische Raad bekeek er de gevolgen van de klimaattransitie voor de arbeidsmarkt. Ja, luidde het, de werkgelegenheid neemt toe. Maar, werd ook duidelijk, dit verloopt niet zonder slag of stoot. Het zorgt voor spanning op de arbeidsmarkt. Er zullen veel vacatures zijn, maar of die ingevuld geraken, bepaalt het arbeidsbeleid dat je nu uittekent.

Image

Wat betekenen de groeicijfers voor mensen die nu werken in sectoren die draaien op fossiele brandstoffen? Voor pakweg stewardessen, arbeiders in olieraffinaderijen, pompbediendes of autoverkopers? Hoe maak je je arbeidsmarkt klimaatbestendig?

Opnieuw vergt het langetermijnvisie die de politieke realiteit overstijgt. Hoe makkelijk wordt het om om te scholen? Hoe stimuleer je jongeren te kiezen voor pakweg de bouw – want daar zitten veel jobs van de toekomst? Bollen: ‘In Nederland hebben ze een lijvige analyse gemaakt. Welke profielen hebben we? Waar staan we binnen twintig jaar? Wat hebben we nodig? Het is een fundamentele handleiding voor je beleid.’

MEER DAN BOEKHOUDING

Het raakt ook aan de kern van het klimaatvraagstuk. Dat de voordelen van de transitie macro-economisch de nadelen ver overstijgen, staat ondertussen buiten kijf. Het betekent niet dat de lusten vanzelf eerlijk verdeeld worden. Daarvoor is sturing nodig. De prijs van klimaatrechtvaardigheid en van een sociaal evenwichtig klimaatbeleid werd in geen enkele van de studies tot nu berekend. Men keek naar de bouw van windmolens en het isoleren van huizen, maar niet naar wat dit betekent voor de energiefacturen van de lagere inkomens en voor de schuldenlast van gezinnen. Volgens Bollen ligt hier een opdracht voor werkgevers en voor middenveldorganisaties.

Image

De prijs van klimaatrechtvaardigheid en van een sociaal evenwichtig klimaatbeleid werd in geen enkele van de studies tot nu berekend. Men keek naar de bouw van windmolens en het isoleren van huizen, maar niet naar wat dit betekent voor de energiefacturen van de lagere inkomens en voor de schuldenlast van gezinnen.

Klimaatbeleid reikt veel verder dan de zuiver economische balans. Of de boekhouding van broeikasgassen. Het gaat over de vraag hoe we ervoor zorgen dat iedereen mee geniet van die betere mobiliteit, die gezondere lucht, die robuustere natuur die klimaatmaatregelen uiteindelijk opleveren. ‘Het kan nooit een zuiver technische oefening zijn’, schrijft Bollen. ‘De inzet is niet alleen het totale groene investeringsvolume of het bruine desinvesteringsvolume, of het stoppen van de uitstoot van broeikasgassen, maar ook de sociale dimensie of het democratische aspect. Hoe initieer en realiseer je een diepgaande transformatie van onze economie zonder economische slachtoffers te maken? En, daarbij aansluitend: hoe doen we dit binnen de planetaire grenzen? Is het voldoende om anders te consumeren of is een economie gebaseerd op consumptie een eindig model? Het zijn vragen die alle studies tot nu netjes vermijden. Het grondstofgebruik van de nieuwe economie blijft buiten beeld. Er zijn redenen om te twijfelen of eindeloze groei mogelijk is.’
Hoe initieer en realiseer je een diepgaande transformatie van onze economie zonder economische slachtoffers te maken? Het klimaatbeleid snakt niet alleen naar visie, maar even zeer naar cijfers. Al is er beterschap in zicht. Europa vraagt alle lidstaten bij hun Nationale Klimaatplannen een financieringsluik te voegen. België deed dat nog niet. Toch zal het moeten gebeuren. Dan weten we op zijn minst hoeveel de Belgische regeringen zelf denken dat hun maatregelen gaan kosten. En kan het debat gevoerd worden op basis van feiten in plaats van veronderstellingen.

Dit artikel verscheen eerder op mo.be

Image

Tine Hens,  historica, journaliste en auteur van ‘Het klein verzet’