Skip to content
Home - Blog - Klimaatwetenschap voor meer politieke moed

Klimaatwetenschap voor meer politieke moed

Hij is de belangrijkste klimaatwetenschapper van België, expert aan huis bij de Verenigde Naties en auteur van “In het oog van de klimaatstorm” (EPO, 2018). Hij was bovendien jarenlang vicevoorzitter van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change), dat onlangs een nieuw klimaatrapport publiceerde en beleidsmakers oproept tot het nemen van dringende maatregelen. Waarop wachten we eigenlijk nog? We gingen in gesprek met Jean-Pascal van Ypersele.

We hebben een uitzonderlijk warme zomer achter de rug. Toont dit dat we een nieuwe fase hebben bereikt in de klimaatopwarming?

In elk geval hebben we een globale opwarming met 1°C boven het pre-industriele niveau nu al overschreden en dat is veel. Het jongste rapport van het IPCC toont aan dat een halve graad voldoende is om een groot verschil te maken qua impact. Met 1 graad beginnen we toch een aantal zaken erg helder te zien, zoals warmtegolven, zeer hevige regenval, tropische stormen die steeds krachtiger worden. We beginnen effecten te zien in de landbouw en op de gezondheid van de mens over de hele wereld met slechts 1 graad opwarming. Als we naar anderhalve graad gaan, wordt het nog erger, en als we naar 2 graden opwarming gaan nóg veel erger. Want wat het IPCC rapport ook heeft aangetoond, is dat elke halve graad die erbij komt een steeds belangrijkere dosis impact met zich meebrengt dan de voorgaande halve graad. Dus er is een versnelling, een verergering van de impact naarmate het klimaat opwarmt. Dus ja, we hebben reeds de symbolische 1°C overschreden. Als we naar 1,5° gaan, krijgen we een nieuwe categorie van negatieve gevolgen.

Het zogenaamde ‘tipping point’?

Wel, we hebben al een aantal tipping points overschreden. Tipping points zijn drempels of kantelpunten voorbij dewelke er een heel ander gedrag is. Een kantelpunt voor het poolijs dat op de Arctische Oceaan drijft bijvoorbeeld, is een temperatuur die de 0 graden benadert of overschrijdt. Want als het ijs verdwijnt, dan wordt een witte oppervlakte die heel veel licht weerkaatst, vervangen door een donkere oppervlakte. Dat wil zeggen dat de oceaan zonne-energie kan absorberen en zo veel sterker opwarmt dan wanneer er ijs is. Dus wanneer de drempel overschreden wordt waarop het ijs begint te smelten, dan treedt er een versnelling op van de opwarming. Hetzelfde geldt voor het ijs op Groenland, het smelten ervan riskeert zware gevolgen te hebben voor het zeeniveau op de lange termijn. Als we de bewaartemperatuur van Groenland overschrijden, die schommelt rond de 1 à 2°C boven het pre-industriële niveau, dan zijn we vertrokken voor een smeltproces van duizenden jaren van een ijskap die het equivalent is van 6 à 7 meter van het zeeniveau. En er is ook een gelijkaardige drempel aan de kant van Antarctica. Je kan die drempels of tipping points dus maar beter niet triggeren want ze riskeren zeer langdurige gevolgen te hebben.

Het IPCC-rapport stelt dat de CO2-emissies met 45% moeten dalen tegen 2030. Hoe ziet u dat?

Feit is dat wetenschappers al meer dan 40 jaar zeggen dat de uitstoot moet verminderen. Als we daar 40 jaar geleden mee waren begonnen, dan was het veel makkelijker geweest te vermijden dat de broeikasgaslaag, die eigenlijk een isolatielaag is, te dik werd. Maar omdat het 40 jaar geduurd heeft alvorens men naar wetenschappers is beginnen luisteren – en dat luisteren begint nu stapvoets – is het uiteraard veel moeilijker en moet men veel drastischere maatregelen nemen wil men dat de isolatielaag niet te dik en de opwarming niet te erg wordt. Er is een ware revolutie nodig in de manier waarop we energie produceren en consumeren, waarop we ons verplaatsen, waarop we consumptieproducten produceren, waarop we reizen, waarop we wonen en eten. Dat alles moet op aanzienlijke wijze veranderen als we althans de doelstelling van 1,5°C willen respecteren. En als we dat niet doen, zullen de gevolgen ernstig zijn voor heel veel mensen en ecosystemen.

Image

“Er is een ware revolutie nodig in de manier waarop we energie produceren en consumeren, waarop we ons verplaatsen, waarop we consumptieproducten produceren waarop we reizen, waarop we wonen en eten”.JEAN-PASCAL VAN YPERSELE

Die veranderingen zullen ook grote gevolgen hebben op het vlak van werk. Kolencentrales, die bijvoorbeeld in Polen nog erg belangrijk zijn, zullen moeten sluiten. Hoe kunnen we daarop anticiperen?

Als we snel de CO2- en andere broeikasgasemissies willen stoppen op wereldschaal, dan is een van de prioriteiten zo snel mogelijk af te stappen van steenkool, want steenkool is erg vervuilend op het vlak van CO2 maar ook op het vlak van luchtkwaliteit. De steenkooluitstap betekent dan ook dat zij die in de mijnen, zij die in de steenkoolcentrales werken, een andere job moeten vinden. Er moet een transitie gebeuren en het is belangrijk dat die op rechtvaardige wijze gebeurt, dat voorziet het Akkoord van Parijs. Het goede nieuws hierbij is dat als er een afname is langs de zijde van steenkool, dat er ook een toename zal zijn van de activiteit op het vlak van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld op het vlak van isolatie van gebouwen. Dit is trouwens een van de grote domeinen waar we de CO2-emissies kunnen verminderen, namelijk het veel beter isoleren van gebouwen. En dat zijn ook jobs, dat vraagt om werkkrachten. Een omscholing van diegenen die in de fossiele industrie werken naar hernieuwbare energie, naar energie-efficiëntie, naar de circulaire economie, zal een transitie mogelijk maken op een rechtvaardige manier.

Image

De ontbossing op wereldschaal bedraagt ongeveer 15% van de wereldwijde emissies.

U spreekt van rechtvaardige transitie, maar er zijn mensen en bevolkingsgroepen die het financieel niet zo breed hebben, er zijn de ontwikkelingslanden, er bestaat ook rivaliteit tussen bepaalde landen. Hoe kunnen we inspelen op deze uitdagingen?

Een van de hulpmiddelen hiervoor is zonder twijfel het zetten van een prijs op het gebruik van de atmosfeer als vuilbak. Vandaag gebruiken we de atmosfeer als een grote vuilbak voor CO2 en voor een hele reeks andere vervuilende stoffen. En we betalen weinig tot niets voor het gebruik van de atmosfeer als vuilbak. Terwijl we in België toch gemakkelijk 10 ton gemiddeld per jaar per persoon uitstoten, dat is bijna 1 ton per maand, dat is veel. Als we zouden moeten betalen voor elke kilo CO2 die we in de atmosfeer uitstoten en dat geld tenminste ten dele gebruiken om die mensen te helpen die minder middelen hebben om hun gebouw te isoleren bijvoorbeeld, of om zich met de elektrische fiets te verplaatsen eerder dan met een oude dieselwagen, dan slaan we twee vliegen in één klap. Dan kunnen we de armste bevolkingen helpen om beter te leven en kunnen we ook de broeikasgasemissies verminderen. Dus een prijs zetten op het gebruik van broeikasgassen en het ingezamelde geld goed gebruiken, met name om sociale effecten te vermijden, is een manier om het klimaat te beschermen terwijl we de sociale ongemakken vermijden in andere domeinen.

“Een prijs zetten op het gebruik van broeikasgassen en het ingezamelde geld goed gebruiken, met name om sociale effecten te vermijden, is een manier om het klimaat te beschermen terwijl we de sociale ongemakken vermijden in andere domeinen”.JEAN-PASCAL VAN YPERSELE

Het klimaatakkoord van Parijs wordt weliswaar niet overal even ernstig genomen. De Verenigde Staten met Trump zijn er uitgestapt en presidentiële verkiezingen in Brazilië dreigen, als de extreem-rechtse kandidaat Bolsonaro wint, de bescherming van het Amazonewoud in gevaar te brengen. Hoe moet de politiek hierop reageren?

Het klopt dat wat Bolsonaro heeft aangekondigd zowel vanuit het oogpunt van het klimaat als dat van het Amazonewoud, bijzonder onrustwekkend is. De ontbossing op wereldschaal bedraagt ongeveer 15% van de wereldwijde emissies. Het Amazonewoud is inderdaad een van de grote bakens van tropisch regenwoud dat erg belangrijk is voor het evenwicht van de planeet, dus het is erg belangrijk om het Amazonewoud te beschermen. En als er ooit een nieuwe regering op de been gebracht wordt die tegen de bescherming is van het Amazonewoud, dan denk ik dat de internationale gemeenschap op een of andere manier moet reageren om dat te vermijden, bijvoorbeeld door middel van douanetarieven die van invloed zijn op ingevoerde producten uit Brazilië.

In de Verenigde Staten gebeurt er veel buiten het Witte Huis om. Meer dan 15 staten hebben beslist om te handelen alsof de akkoorden van Parijs nog steeds op hen van toepassing zijn. Met name Californië dat toch niet de kleinste is – het is een van de tien vooraanstaande economieën van de wereld mochten we het als een land beschouwen. Dus er zijn veel positieve zaken aan het gebeuren in de Verenigde Staten.

We zijn nu aan de vooravond van de nieuwe klimaattop COP24 in Polen. Wat mogen we verwachten?

De COP24 is erop gericht de regels van de inwerkingtreding van het Akkoord van Parijs vast te leggen, dat is zijn belangrijkste doelstelling. Het moet ook de context voorzien, rekening houdend met het laatste IPCC-rapport, voor de verhoging van de ambitie van alle plannen die werden vastgelegd door de landen die het Akkoord van Parijs hebben ondertekend. We weten dat die plannen vandaag ontoereikend zijn om het akkoord van Parijs te realiseren, zeer ontoereikend zelfs. Wanneer we het totaal van die plannen samenvoegen met het oog op de uitstoot tegen 2025 en 2030, dan stellen we het volgende vast: ja het is een beetje beter dan de business as usual maar het is erg ver van wat nodig is om op een traject te blijven dat ons onder 2°C opwarming houdt. En het is dus helemaal onvoldoende om onder de drempel van 1,5° te blijven die bestudeerd werd door het IPCC en die deel uitmaakt van de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Dus om goed te doen, moet het niveau van de ambities overal verhoogd worden, ook in Europa, opdat die plannen opgewassen zijn tegen de uitdagingen,

Welke rol moet de Europese Unie hierin spelen?

De Europese Unie heeft een rol die historisch gezien een leidersrol is geweest in de klimaatonderhandelingen, maar die rol van leader is ze nu aan het verliezen omdat er onenigheden zijn binnen Europa. Vermits de EU beslissingen neemt via unanimiteit, werd het ambitieniveau nog niet wezenlijk verhoogd ten aanzien van de plannen vastgelegd in 2014. Dus Europa heeft vandaag nog steeds geen plannen die up-to-date zijn ten aanzien van de doelstellingen van Parijs! Voor Parijs dacht men dat de doelstelling was om onder de drempel van 2° C te blijven, maar dat is niet wat het akkoord zegt. Het Akkoord van Parijs zegt dat het doel is om ruim onder de 2° te blijven, wat niet hetzelfde is, om aan de hand van de voortzetting van de inspanningen, te proberen de 1,5° niet te overschrijven. Anders gezegd, als we coherent willen zijn met het Akkoord van Parijs, dan hebben we plannen nodig die zeer veel ambitieuzer zijn dan wat Europa tot op heden op tafel heeft gelegd.

Image

“Als we coherent willen zijn met het Akkoord van Parijs, dan hebben we plannen nodig die zeer veel ambitieuzer zijn dan wat Europa tot op heden op tafel heeft gelegd.”

Waaraan ligt dat gebrek aan ambitie totnogtoe?

Ha, dat zou ik graag willen weten. Wetenschappers zijn duidelijk geweest over de effecten van broeikasgasemissies sinds meer dan 40 jaar. En zeer weinig landen, zeer weinig politieke beleidsmakers tonogtoe hadden de nodige visie om te beseffen wat er werkelijk op het spel staat, met name de bewoonbaarheid van de enige bewoonbare planeet in ons zonnestelsel. Beslissingen werden steeds maar uitgesteld, steeds weer denkend ‘we nemen later wel ambitieuzere beslissingen; vandaag houden we ons bezig met wat dringend is hier en daar’, maar eigenlijk, hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt om het klimaatprobleem op te lossen. Het is erg jammer dat we zoveel tijd hebben verloren. Dit is ook deels het resultaat van de inspanningen van lobby-organisaties; inspanningen door de fossiele brandstoffen industrie – steenkool, petroleum, gas – die zonder meer schandalig zijn, en die er alles aan gedaan hebben om twijfel te zaaien over de wetenschappelijke basis van deze kwestie, net zoals de sigarettenfabrikanten twijfel gezaaid hebben over het verband tussen tabak en longkanker. De fossiele brandstoffen sector heeft net hetzelfde gedaan voor het klimaat helaas. Ze dragen een zeer grote verantwoordelijkheid voor de situatie van vandaag.

Ook België hinkt achterop in de klimaatambities. Waarom?

Dat vraag je beter aan de beleidsmakers. Ik denk dat het verbonden is met inertie, gebrek aan visie, gebrek aan politieke moed, gebrek aan interesse van veel beleidsmakers voor een vraag die zoveel verder reikt dan de volgende verkiezingen. Ik denk dat burgers vandaag beseffen dat het klimaatprobleem zichtbaar begint te worden bij ons en ik denk dat ze een steeds grotere druk zullen uitoefenen op beleidsmakers in de komende maanden en jaren opdat ze dit probleem eindelijk serieus nemen.

Burgers laten inderdaad steeds vaker van zich horen en zetten zelf acties op poten om beleidsmakers te sensibiliseren, denk maar aan Klimaatzaak of Filter Café Philtré. Hoe ziet u de rol van burgers in de toekomst?

Burgers spelen natuurlijk een zeer belangrijke rol. Om te beginnen zijn zij het die de politieke leiders kiezen. Het zijn zij die verkozen werden door de burgers, die bevoegd zijn om de problemen op te lossen. Dat is een belangrijke verantwoordelijkheid die de burgers hebben, namelijk politieke leiders kiezen die het klimaatprobleem serieus nemen en die oplossingen naar voor brengen. Een andere verantwoordelijkheid die burgers hebben is ervoor te zorgen, in elk geval zij die spaargeld hebben, dat dat spaargeld correct gebruikt wordt ten opzichte van de transitie die nodig is. Het gaat om honderden miljarden euro’s van Belgische burgers die op spaarboekjes staan of in investeringsfondsen zitten. Als die burgers aan hun bank vragen stellen, en eisen dat die fondsen op een positieve manier investeren, door te helpen bij de bescherming van het klimaat, te helpen bij die rechtvaardige transitie, dan kan dat zeer belangrijke effecten hebben. Uiteindelijk heeft iedereen in zijn dagelijkse leven de mogelijkheid om te handelen, of dat nu op vlak van wonen is, op vlak van transport, op vlak van voeding, ook op vlak van reizen. Velen gaan op reis met het vliegtuig en ik denk dat het belangrijk is zich elke keer de vraag te stellen, en dat doe ik ook als ik reis, of deze reis echt noodzakelijk is, of we niet per trein kunnen reizen bijvoorbeeld, want vliegtuigreizen zijn ontzettend vervuilend qua broeikasgassen.

Niet elke burger kan zich weliswaar treinvakanties permitteren, want de trein is vaak aanzienlijk duurder dan het vliegtuig. Wat daarmee?

Ja, hier zitten we opnieuw bij de verantwoordelijkheid van de politiek, die door investeringen het openbaar vervoer over land zou moeten stimuleren en goedkoper maken in het kader van een rechtvaardige transitie.

Tot slot, het IPCC richt zijn rapporten in eerste instantie tot beleidsmakers. Zijn er ook plannen om de banden met de burger, het grote publiek, aan te halen?

Ja, althans in Wallonië, waar we met de steun van de Waalse regering het Plateforme wallonne pour le GIEC hebben opgericht. Via een nieuwsbrief proberen we op een heldere manier uit te leggen wat in de IPCC rapporten staat, en wat je zelf kunt doen tegen de CO2-uitstoot. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven door te mailen naar lettre@plateforme-wallonne-giec.be.

Interview: Kati Van de Velde, projectmedewerker bij Oikos