

Aan het ecologische belang van ecosysteemdiensten wordt al lang niet meer getwijfeld. Maar ook ons menselijke bestaan is afhankelijk van de diensten die ecosystemen ons leveren.
Gretchen C. Daily, Bing professor milieuwetenschappen in departement Biologie aan Stanford University, definieert ecosysteemdiensten in haar boek Nature’s services als volgt:
“Ecosysteemdiensten zijn de processen die ecosystemen leveren en de mensheid voorzien in hun overlevingsbehoeften. Ze onderhouden de biodiversiteit en produceren natuurlijke goederen zoals hout, fossiele brandstoffen, medicijnen of industriële producten. […] Bovenop de productie van deze goederen, functioneren ecosysteemdiensten als levensondersteunende processen zoals zuivering, recyclage en hernieuwing. Tenslotte bieden ze ook esthetische en culturele mogelijkheden.”
Ecosysteemdiensten leveren dus goederen en diensten aan de mens die een groot effect hebben op de welvaart en het welzijn van de maatschappij. Op economisch vlak zijn houtproductie, zeevisserij, land- en tuinbouw maar enkele van de vele sectoren die direct afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten. Daarnaast zijn vele andere sectoren zoals de verkoop, transport, industrie, … indirect ook afhankelijk van de baten die de natuur ons levert.
Maar ook op sociaal vlak hebben ecosysteemdiensten een enorme impact: In 2014 was zo’n 40% van de wereldwijde tewerkstelling, of 1.2 miljard jobs, direct afhankelijk van natuurlijke processen. In Europa bedroeg dit 17% (ILO, 2018). Hierbij worden de jobs die indirect afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten niet meegerekend.
Ecosysteemdiensten spelen ook een prominente rol in onze gezondheid en welzijn. Zo leveren ze niet alleen voedsel en zuiver water, maar zijn veel medicinale stoffen afkomstig van planten, dieren en schimmels, filteren planten en bomen verontreinigde lucht, voorzien mooie landschappen een plaats voor recreatie en nog veel meer.
“In 2014 was zo’n 40% van de wereldwijde tewerkstelling, of 1.2 miljard jobs, direct afhankelijk van natuurlijke processen.”
De ongelijke sociale verdeling van ecosysteemdiensten
Hoewel iedereen ecosystemen nodig heeft en hiervan gebruik maakt, is de verdeling ervan niet gelijkmatig verspreid. In België zien we bijvoorbeeld dat armere groepen vaak wonen in wijken die minder toegang hebben tot publiek groen en wonen zij vaak op geografisch minder gunstige locaties. Maar ook wereldwijd zien we geen uniforme verdeling van ecosysteemdiensten. Zo zijn ontwikkelingslanden erg afhankelijk van ecosysteemdiensten op vlak van tewerkstelling, hoewel zij hier vaak niet voldoende toegang krijgen tot deze ecosysteemdiensten. 50-90% van de inkomens van ’s werelds armsten is direct afkomstig van ecosysteemdiensten.
Door het veranderende klimaat worden vele ecosystemen en dus ook de bijhorende diensten ondermijnd. IPBES, het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten waarschuwt:
“De gezondheid van ecosystemen, waarvan wij en alle andere soorten afhankelijk zijn, gaat sneller achteruit dan ooit tevoren. We ondermijnen de funderingen van onze economieën, inkomens, voedselzekerheid, gezondheid en levenskwaliteit wereldwijd.”
Deze impact treft heel de samenleving. Maar opnieuw is het effect van deze degraderende ecosysteemdiensten niet evenredig verdeeld. Doordat mensen in armoede meer afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten en vaak niet voldoende worden beschermd door nationale beschermingssystemen, lijden zij meer onder aftakelende ecosystemen dan rijkere populaties.
Het UN rapport omtrent biodiversiteit in 2019 vermeldt het volgende:
“De negatieve trend in biodiversiteit en ecosystemen zal de vooruitgang van 80% (35 van de 44) van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, die gerelateerd zijn aan armoede, honger, gezondheid, water, steden, klimaat, oceanen en land, ondermijnen.”
Wat nu?
Ondanks de alarmerende staat van ecosysteemdiensten, is het volgens het UN rapport omtrent biodiversiteit (2019) nog niet te laat om ecosystemen te behouden, herstellen en op een duurzame manier te gebruiken in de toekomst. Hiervoor zijn er echter transformatieve veranderingen en reorganisatie nodig, op lokaal en globaal vlak, in technologische, economische en sociale sectoren, inclusief paradigma’s, doelen en waarden.
Jil Deschepper, stagiaire Arbeid & Milieu