Skip to content
Home - Blog - Transitie naar een koolstofarme haven van Antwerpen

Transitie naar een koolstofarme haven van Antwerpen

Stoompijpen haven van Antwerpen

Onze regio is sterk afhankelijk van koolstofintensieve activiteiten. Die zijn bovendien belangrijke bronnen van werkgelegenheid. In 2016 onderzocht het Europees Vakverbond (EVV) wat er concreet moet gebeuren, op subnationaal niveau, om de productieactiviteiten en de bijbehorende werkgelegenheid te behouden en tegelijkertijd de uitstoot drastisch te verminderen. In dit artikel delen we de inzichten voor de Antwerpse haven.

Beleid gericht op een koolstofarme industrie

In 2011 was 61% van de de Belgische CO2-uitstoot afkomstig uit Vlaanderen. Antwerpen is één van de belangrijkste economische centra van het land. De emissies van de bedrijven in de Antwerpse haven zijn goed voor 25 % van de uitstoot van de provincie. Er zijn dus grote belangen mee gemoeid, met name voor de energiesector, de transportsector en energie-intensieve bedrijven.

Het Vlaamse beleid zet vooral in op het stimuleren van de energie-efficiëntie om de uitstoot te reduceren. In de haven van Antwerpen zetten de chemische bedrijven ook in op de circulaire economie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.

Maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie

Via het systeem van Energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s) bood Vlaanderen de industrie de mogelijkheid om deel te nemen aan vrijwillige overeenkomsten inzake energiebeleid. Deze overeenkomsten voorzien in de implementatie van energiebeheersystemen en in een driejarig energieplan dat maatregelen met een aanzienlijk investeringsrendement bevat.

In ruil daarvoor ontvangen de deelnemers vrijstellingen van energiebelasting en komen ze in aanmerking voor verschillende subsidies.

Er zijn nog geen resultaten beschikbaar van de EBO’s. De voorloper van de EBO’s (het benchmarkconvenant) heeft geleid tot een energie-efficiëntieverbetering van meer dan 10% t.o.v het referentiejaar 2002 of een besparing van 61 PJ in 2014 bij constante productie. Dat komt overeen met het energieverbruik van 500.000 gezinnen.

Circulaire economie

Geconfronteerd met de economische crisis en de ontwikkeling van de Europese milieuwetgeving gingen sommige Vlaamse chemiebedrijven meer aandacht schenken aan eco-ontwerpen.

Ze gaan hernieuwbare materialen gebruiken in de productie, maken efficiënter gebruik van materialen en recycleren meer. Recente ontwikkelingen in de haven en de Antwerpse industriële cluster bieden een paar voorbeelden:

  • De oprichting van Blue Gate Antwerp, een industrieel ecopark dat ontworpen is om een groene industriezone met een negatieve CO2-uitstoot te creëren en dat materiaalefficiëntie, recycling en het maximaal beperken van industriële afvalproducten (gesloten cyclus) aanmoedigt.
  • Het ECLUSE-project, dat tot doel heeft om via een afvalenergiecentrale warmte te leveren aan zes bedrijven in de chemische cluster (zie kader).

Het ECLUSE-project

Het ECLUSE-project voorziet in de levering van warmte afkomstig van afvalverbranding aan zes bedrijven uit de chemische sector in de haven van Antwerpen (Ineos Phenol, Lanxess, Monument Chemical, ADPO, De Neef, Ashland). Bij dit project zijn ook de afvalverwerkingsbedrijven Indaver en Sleco betrokken (een filiaal van Indaver en Suez Environnement). Drie turbines met een capaciteit van 80 MW zullen warmte (40 bar – 400°C) produceren, die vervolgens via een 5 km lange pijpleiding wordt vervoerd en gebruikt tijdens diverse productieprocessen (drogen, reinigen, distilleren, …). Op deze manier zou 80 tot 90% van de door verbranding opgewekte energie worden hergebruikt, zou de uitstoot van bijna 100 000 ton CO2 worden vermeden en zou bijna 5% van de in Vlaanderen geproduceerde groene warmte worden opgewekt. De werken voor de aanleg van het netwerk zijn dit jaar gestart.

Image

Gebruik van hernieuwbare energiebronnen en ontwikkeling van LNG

Andere projecten in de haven van Antwerpen focussen op de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen. Het gaat bijvoorbeeld om de bouw van een nieuw windpark of het promoten van duurzame vormen van vervoer. Verder bouwden de autoriteiten een LNG-tankstation voor binnenvaartschepen om het gebruik van stookolie en diesel te verminderen.

Werkgelegenheid?

Vanuit de vakbonden zijn we vooral bezorgd over de huidige en de toekomstige werkgelegenheid in de Vlaamse industrie. De industriële productie neemt gestaag toe, maar het aantal banen in de industrie neemt af. Het ontbreekt de industrie aan een toekomstgerichte strategische visie die industriële ontwikkeling koppelt aan de noden van een koolstofarme samenleving.

Ook vanuit de overheid is er onvoldoende steun voor vernieuwende initiatieven. De productie koolstofarm maken – via terugwinning en recycling, de circulaire economie, hernieuwbare energie en duurzaam transport – moet de hoofddoelstelling zijn.

Bedrijven moeten zich engageren tot concrete verbintenissen met betrekking tot energie-efficiëntie en moeten hun werknemers actief betrekken bij de strategische besluitvorming. Het overleg met werknemers over deze kwesties lijkt echter af te nemen.

Deze tekst is gebaseerd op een brochure die verscheen naar aanleiding van de studie van het Europees Vakverbond (ETUC).

Image

Bert De Wel

Raadgever, studiedienst ACV