Skip to content
Home - Blog - Interview Aluminium Duffel

Interview Aluminium Duffel

Wim en Erik van Aluminium Duffel namen het afgelopen jaar deel aan de workshops van “Mijn bedrijf toekomstproof”. Dat is een Europees project dat vakbondsmilitanten wil inspireren om met de werkgever in overleg te gaan over de impact van de klimaattransitie op het bedrijf. Hoe hebben ze het project ervaren?

Foto’s: ©Maarten De Bouw Photography GCV

Bedrijfsprofiel

Wat was jullie motivatie om deel te nemen aan het project “Mijn bedrijf toekomstproof”?

Erik: “In alle eerlijkheid, het klimaataspect was voor mij niet de hoofdreden om deel te nemen aan het project. Ik wilde als militant vooral zicht krijgen op wat ons bedrijf moet doen zodat er hier in Duffel in 2050 nog een aluminiumfabriek staat. Want als ik lees wat er allemaal op ons afkomt, ben ik daar echt bezorgd over. Het overleven van het bedrijf is onze eerste zorg. Het klimaataspect speelt in dat overleven zeker een rol. Ik wilde daarnaast ook bijleren over hoe andere bedrijven het aanpakken.”

Wat hebben jullie al opgestoken tijdens het project?

Wim: “In de workshops waren steeds collega’s aanwezig van andere bedrijven, ook van grote spelers uit de industrie. Het was bijzonder leerrijk om met hen uit te wisselen. Ik wilde er daarom ook elke sessie zelf bij zijn. Sommige zaken zijn verschillend per bedrijf, maar toch hebben die uitwisselingen ons vaak goede ideeën opgeleverd, waarmee we naar ons management zijn gestapt. Soms kregen we verrassende antwoorden.”

Welke verrassende antwoorden?

Wim: “In feite is ons bedrijf rond klimaat met meer dingen bezig dan we zelf dachten. Het project heeft ons getriggerd om op de ondernemingsraad de juiste vragen te stellen. In een bedrijf als het onze is dat van belang, omdat wij geen deel uitmaken van een grote groep, en dus geen uitgebreide duurzaamheidsdiensten hebben. De directie had zeker oren naar onze vragen. We gaan in de toekomst nog vaker aan de boom schudden.”

Hebben jullie hen overtuigd om meer te communiceren over de klimaattransitie?

Erik: “Neen, ze moesten volgens mij niet overtuigd worden. We moesten gewoon de vraag stellen. Ik werd als vakbondslid meteen uitgenodigd in het Sustainability Committee, waar alle managementsleden elk kwartaal bij elkaar komen. Dat is zeker mee het gevolg van de workshops. We merken dat de deuren nu sneller open gaan. De directie had zeker niet de intentie om ons er uit te houden. Ze gingen er van uit dat we geen interesse voor die thema’s hadden. We moesten enkel vragen om de deur open te doen.“


“Ik werd als vakbondslid meteen uitgenodigd in het Sustainability Committee, waar alle managementsleden elk kwartaal bij elkaar komen. Dat is zeker mee het gevolg van de workshops. We merken dat de deuren nu sneller open gaan.”

Erik, vakbondsmilititant bij Aluminium Duffel

Heeft jullie werk ook een effect op je collega’s buiten het project?

Wim: “Op de ondernemingsraad is iedereen wel oprecht geïnteresseerd wanneer de klimaattransitie ter sprake komt, want het gaat nu eenmaal over de toekomst van ons bedrijf. Toch merk ik een verschil bij sommige collega’s.  Je moet er als persoon voor open willen staan. En er tijd in investeren om bij te leren. De klimaattransitie is voor de meesten niet hun habitat.”

Erik: “Op de werkvloer daarentegen krijgen we er geen vragen over. De mensen liggen er niet wakker van. Ons bedrijf kampt momenteel met andere problemen, namelijk de acute economische crisis.”

Hoe zien jullie de klimaatuitdaging voor jullie bedrijf?

Wim: “Het is een grote uitdaging om de CO2-uitstoot van de site in Duffel te reduceren. De volledige elektrificatie van onze site kan in theorie, maar dat is in de praktijk geen evidentie. De investeringskosten zijn zeer hoog, en er is op dit ogenblik geen rendabele businesscase. Bovendien zijn er nog geen elektrische ovens op de markt van de grootte die we hier nodig hebben. Waterstof zal wellicht niet ter beschikking zijn voor onze fabriek, want wij zitten in Duffel te ver verwijderd van de grote industriële clusters.”

Erik: “Ons bedrijf in Duffel zal grote investeringen moeten doen, maar het moet ook zelfbedruipend zijn. Aangezien we geen deel uitmaken van een grote groep, hebben we moeilijker toegang tot externe financiering. Ons bedrijf kan het zich niet permitteren om te investeren in verkeerde technologieën.”

Zitten er concrete klimaatprojecten in de pijplijn?

Wim: “De grootste klimaatwinst valt te halen door gerecycleerd aluminium te gebruiken. Dat doen we steeds meer in Duffel. Ons bedrijf heeft al concrete plannen aangekondigd om de recyclagecapaciteit uit te breiden. We willen de Greenmelt oven uit 1996 terug in gebruik nemen die sinds 2017 niet meer rendabel was. Daarvoor is een milieuvergunning nodig, die we hopelijk gaan krijgen. In de toekomst zal schroot steeds meer onze nieuwe grondstof worden. Het is de bedoeling om het schroot dat van klanten terugkomt, opnieuw in te zetten. Denk bijvoorbeeld aan gedemonteerde auto’s.”

“In de toekomst zal schroot steeds meer onze nieuwe grondstof worden. Het is de bedoeling om het schroot dat van klanten terugkomt, opnieuw in te zetten. Denk bijvoorbeeld aan gedemonteerde auto’s.”

Wim, vakbondsmilititant bij Aluminium Duffel

En zijn er ook plannen om van het gas af te stappen?

Erik: “Ik kwam te weten dat ons bedrijf zelfs al een offerte heeft opgevraagd om de gasgestookte ovens te vervangen door elektrische ovens. Ik vond dat verrassend, want vóór dit project had ik hierover nog nooit iets gehoord. Helaas is zo’n investering op korte termijn geen haalbare kaart. De oven zou twee keer zo groot moeten worden, en de kostprijs is tamelijk extreem. Het is goed om te weten dat ons bedrijf al bestudeert wat er nodig is op vlak van kosten en infrastructuur. Tegelijkertijd is het frustrerend dat zulke projecten blijven steken in goede bedoelingen. We zien dit echter niet enkel bij ons: zelfs bij pakweg ArcelorMittal worden vergroeningsplannen in de koelkast geplaatst. De onzekerheid over de toekomst is dus niet weg.”

Wat hopen jullie nog te bereiken in de laatste maanden van het project?

Erik: “We gaan de resterende tijd goed benutten om verdere inzichten en informatie te verzamelen. Maar na het project stopt het voor ons niet! We hebben dankzij dit project nieuwe contacten gelegd binnen en buiten het bedrijf. Zowel bij onze vakbondscentrale als bij de milieubeweging hebben we nu “hulplijnen”: mensen die we later kunnen contacteren rond de klimaattransitie. Met ons bedrijf staan we nog maar aan het begin van een lange rit. In de toekomst gaat er echt geïnvesteerd moeten worden. Dan willen wij als vakbond toekijken of ons bedrijf wel de juiste keuzes maakt. De kennis die we nu opgedaan hebben, zal ons later nog van pas komen.”

Dit project zorgde voor nieuwe contacten binnen en buiten het bedrijf. Zowel bij onze vakbondscentrale als bij de milieubeweging hebben we nu “hulplijnen”

Waarom moet een vakbondsmilitant zich bemoeien met de klimaatstrategie van zijn bedrijf?

Wim: “Het gaat om werkzekerheid in de toekomst. Als militant ben je daar bezorgd om. Je wil niet dat het bedrijf de trein mist omwille van het klimaat. Als dat gebeurt, dan zijn de mensen hun job kwijt. Het gaat voor mij niet op om als militant te zeggen: “Het interesseert me niet.” Want dan ga je in tegen waar je als militant voor wil staan. Voor mij is de klimaatstrategie even belangrijk als de andere strategieën van het bedrijf.”

Erik: “Het milieuaspect op zich speelt voor mij ook een rol. De jonge generatie werknemers kijkt daar heel anders naar, en terecht. Een groen bedrijf, dat is de toekomst.”

Wim: “Klopt. En elk bedrijf is een klein stukje van een grote puzzel. Je wil ervoor zorgen dat het bedrijf overleeft, en dat de wereld overleeft.”

Erik: “Amai, dat is mooi gezegd! (lacht) Daarnaast is er ook de “war on talent”. In de toekomst gaan jonge mensen niet meer in een vervuilend bedrijf willen werken, en ik begrijp dat ook. Vooral bij de hoger opgeleide functies zien we dat er op sollicitaties naar de klimaatplannen gevraagd wordt, al is het niet doorslaggevend.”

Welke tips heb je voor andere vakbondsmilitanten?

Wim: “Mijn tip aan andere militanten: stel de juiste vragen! Ook al staat het klimaat niet op de agenda van de ondernemingsraad. Ook al is het geen thema waarover het management proactief communiceert. In het begin dachten wij dat ons bedrijf bijna met niets bezig was rond het klimaat. Maar we waren te negatief. Het bedrijf vond onze opmerkingen helemaal niet lastig, en was zeker bereid ze te beantwoorden.”

Erik: “Het bedrijf vindt het net fijn om te weten dat wij als vakbond achter hun klimaatplannen staan. Als er iets is wat vakbonden en directie samen moet doen, is het dit wel. Dus stel gewoon de juiste vragen. Hoe ziet ons klimaatplan eruit? Waar staan we met investeringen? Wat met scope 1, 2 en 3 emissies? Onze sustainability directeur heeft een uur met ons samen gezeten om uitleg te geven. Hij was tevreden met de interesse. Van twee kanten was dit een win-win.”

Wim: “De afdeling “sustainability” wordt vaak gezien als een noodzakelijk kwaad. Het is een afdeling die rechtstreeks niets bij draagt. Ik vind dat je “sustainability” niet moet zien als iets wat je moet doen om in orde te zijn met de regels. Of voor de publieke opinie. Er zijn wel degelijk voordelen voor het bedrijf.”

Erik: “Als militanten kunnen wij luis in de pels spelen op dat vlak, door kritische vragen te stellen. Dat is onze rol.”

Je moet wel goed voorbereid zijn op dit soort gesprekken, en dat vraagt tijd.

Wim: “Je moet de materie wat beheersen, maar ook geen expert zijn. Eigenlijk is dat zo met elk onderwerp. Zo moet je wel weten wat scope 1, 2 en 3 emissies zijn. Anders maken ze je wijs wat ze willen. Op het einde van de rit betaalt de tijd die je eraan spendeert, zich dubbel en dik terug. Voor ons was het haalbaar. Erik is als militant 50% vrijgesteld, en ikzelf heb als milieucoördinator van het bedrijf wel een goede basiskennis hierover.”

Misschien is dat ook een tip: ga met de milieucoördinator spreken?

Wim: “Jazeker! (lacht) Of misschien moet je het zo zeggen: ga met de juiste mensen spreken. In vele gevallen is dat niet de directie. Spreek eerst met de experten, en die zijn er in elk bedrijf. Nadien kan je eventueel met de directie spreken. Dan zal je snel zien of die dezelfde taal spreekt als de experten.”

Dit interview werd afgenomen in het kader van het Europese project “Mijn bedrijf toekomstproof“, een samenwerking tussen vakbonden en milieubewegingen uit Vlaanderen en Nederland.

Meer achtergrondinfo

Lees ook:

Dit project draagt bij aan de volgende SDG’s: