Skip to content
Home - Blog - Interview Eva Smets, directeur Oxfam België

Interview Eva Smets, directeur Oxfam België

Met haar boek ‘Kantelen!’ wil Eva Smets, directeur van Oxfam België, de donuteconomie tastbaar maken en vertalen naar een Belgische context. De donutecomie, oorspronkelijk bedacht door de Britse econome Kate Raworth, wil welvaart en welzijn creëren door bij al onze activiteiten rekening te houden met een sociaal fundament en een ecologisch plafond, om zo aan al onze behoeftes te voldoen binnen de draagkracht van de aarde.

Een gesprek over Oxfam, het boek, tweeling crises, het ‘haalbaar en betaalbaar’-mantra en de vraag of een donuteconomie ook in ons land realiteit kan worden.

Maar eerst hebben we het over de geschiedenis van Oxfam en het groeiproces dat de organisatie door de jaren heeft doorgemaakt. 

Van studentenengagement tot BINGO

Oxfam, dat opgericht werd in 1942 in Oxford, heeft altijd een humanitair mandaat gehad, gericht op het helpen van burgers in noodsituaties. Daarnaast had Oxfam vanaf het begin een politieke dimensie, door bijvoorbeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog te pleiten voor het doorbreken van (Britse) militaire blokkades om humanitaire hulp te kunnen bieden. Dit rebelse karakter en de bereidheid om tegen de stroom in te gaan, zijn nog steeds belangrijk voor Oxfam. 

“Zo is Oxfam uitgegroeid tot een van de BINGO’s (‘Big International NGO’s’)”, zegt Eva met enige trots. “Oxfam Groot-Brittannië blijft de grootste tak van de organisatie, maar ondertussen zijn er 21 onafhankelijke Oxfams wereldwijd. Tegenwoordig werken alle Oxfam-organisaties samen ter ondersteuning van geïntegreerde programma’s in verschillende landen, waarbij de strategieën lokaal worden bepaald.”

Dekolonisatie

“Al was dat niet altijd het geval”, vertelt Eva. “Lange tijd werd de strategie voor elk land centraal bepaald. Dat was uiteraard met de beste bedoelingen, maar het doet toch een beetje denken aan de ‘white savior’ die vanuit een Westers standpunt de problemen elders wil oplossen. Dat zagen we ook bij Oxfam en in 2013 begonnen we met een strategie om te dekoloniseren en de structuur te veranderen. We stuurden minder expats en zetten de lokale staf in om nationale programma’s te leiden. Heel wat landen zoals India, Brazilië en Zuid-Afrika hebben ondertussen hun eigen, zelfstandige Oxfam-organisaties en vullen zelf hun werking in. Dit proces is nog gaande in landen als Kenia en Senegal.”

“In 2013 begonnen we met een strategie om te dekoloniseren en de structuur te veranderen. We stuurden minder expats en zetten de lokale staf in om nationale programma’s te leiden.” , vertelt Eva.

In België werd Oxfam opgericht in 1964. Oxfam België heeft een complexe structuur met onafhankelijke wereldwinkels en een sterke focus op eerlijke handel. Oxfam België heeft ook een grote tweedehands tak, die helpt bij het realiseren van sociaal-economische én ecologische doelen. “Met dit handelsdepartement hebben we altijd een seat at the table en staan we met onze voeten in de economische realiteit, wat ons echt wel wat zeggenschap geeft aan de internationale Oxfam vergadertafel, maar ook in het overleg met de privé-sector”.
“Daarnaast hebben we ook nog een programmadepartement, dat internationale programma’s uitvoert in gebieden zoals West-Afrika en het Midden-Oosten. Tenslotte is er ook onze publiekswerking, dat vrijwilligersmobilisatie, fondsenwerving, campagnes en educatie omvat.” 

Zorgplicht

“Als we publieksbevragingen doen, zien we dat we nog altijd het meest bekend zijn voor ons eerlijke handelsverhaal, met onze chocolade en koffie, veel meer dan voor onze humanitaire werking. Dat is een heel sterke identiteit waar we terecht trots op kunnen zijn, maar we moeten die wel vertalen naar de realiteit van vandaag”, vertelt Eva.

“Het gaat allang niet meer enkel over een eerlijke prijs voor de boeren. Je kan niet meer louter over een sociaal fundament spreken zonder ook het ecologisch plafond te vermelden.”

“Het gaat allang niet meer enkel over een eerlijke prijs voor de boeren. Je kan niet meer louter over een sociaal fundament spreken zonder ook het ecologisch plafond te vermelden.”

Dit is een essentieel onderdeel van de donuteconomie, maar ook van de zorgplicht, een ander concept waar Oxfam veel belang aan hecht: “Bedrijven moeten wantoestanden in hun internationale waardeketens aanpakken, voorkomen en herstellen. Onder die  wantoestanden verstaan we de schending van internationaal erkende mensenrechten, van arbeidsrechten, maar ook de overtreding van milieuwetten. Het meenemen van dat ecologisch plafond in het Oxfam-verhaal was voor mij een van de grootste redenen om het boek te schrijven.” 

Op zoek naar een nieuwe wind voor de wereldwinkels

De snel veranderende maatschappij heeft ook zijn weerslag op de werking van de wereldwinkels, geeft Eva toe: “We zien dat het publiek dat onze winkels bezoekt ouder wordt. We moeten op zoek gaan naar nieuwe manieren om onze winkels te verankeren. De jongere generaties gaan nieuwe vormen van engagement aan en organiseren zich op andere manieren. Het is aan ons om te zien hoe we hier in de toekomst beter op kunnen inspelen, al is het nog zoeken naar de beste manier om dat te doen.’

Daar komt ook nog bij dat fairtrade producten – die vroeger exclusief in de wereldwinkels verkocht werden – nu ook in grootwarenhuizen worden verkocht. Oxfam is niet langer de enige producent die fairtrade aanbiedt aan de klant.   “Persoonlijk vind ik dat een goede zaak: ons doel is immers niet om een niche model in stand te houden, maar net om de volledige ‘reguliere’ economie fairtrade te maken. “We bereiken hiermee onze sociale missie als Oxfam, maar een deel van onze USP (Unique Selling Proposition) als economische actor gaat zo verloren, wat het er voor ons commercieel niet makkelijker op maakt.”

Tweeling crises

Er komen dus heel wat uitdagingen af op Eva, als directeur van Oxfam België. Waar haalt ze de kracht en motivatie vandaan om zich dag in dag uit te engageren? 

“Als ik onze samenleving van vandaag zie, dan wil ik mijn hoofd niet in het zand steken en wegkijken van de problemen, maar effectief zelf proberen om verandering te brengen”, vertelt Eva. “We zitten met tweeling crises – de exponentieel stijgende ongelijkheid en de klimaatcrisis – waarvan de gevolgen heel tastbaar zijn: het gaat over vandaag en het gaat over hier en nu. Over de droogte in West-Vlaanderen en overstromingen in Wallonië. Over wachtrijen in de zorg en hoge inkomprijzen voor zwembaden of gebrekkig openbaar vervoer.”

De zaken moeten snel veranderen en dat kost geld, erkent Eva. “Om de transitie te financieren is er jaarlijks 2%-2,5% van ons BBP nodig, oftewel 11 à 13 miljard euro.  Een smak geld, maar we moeten zeker niet meegaan in de fabel dat de noodzakelijke veranderingen niet ‘haalbaar en betaalbaar’ zouden zijn”, stelt Eva.

“Om de transitie te financieren is er jaarlijks 2%-2,5% van ons BBP nodig, oftewel 11 à 13 miljard euro.  Een smak geld, maar we moeten zeker niet meegaan in de fabel dat de noodzakelijke veranderingen niet ‘haalbaar en betaalbaar’ zouden zijn”

“Wij zien dat argumenten over betaalbaarheid en draagvlak vaak misbruikt worden om een ambitieus en sociaal rechtvaardig klimaatbeleid te ondermijnen. In werkelijkheid gaat het om keuzes: wàt ga je financieren met de beschikbare middelen die er zijn? Financieren we bijvoorbeeld een rechtvaardige transitie, of blijven we fossiele brandstoffen subsidiëren? ”

“If we want to finance change, we need to change finance”

Voor Eva is een hervorming van de fiscaliteit cruciaal: “Volgens cijfers van de Nationale Bank bezit de rijkste 1% van de Belgen 25% van de nationale rijkdom. De 10% rijkste Belgen bezitten samen 80% van de waarde in aandelen in Belgische beursgenoteerde bedrijven. En juist deze vormen van rijkdom – vermogen en meerwaarde op aandelen – worden niet of nauwelijks belast”, vertelt Eva. “Nochtans zijn hier heel wat mogelijkheden.”
In haar boek verwijst ze naar een voorstel van oud VLD-senator Paul De Grauwe: belast vermogens boven het miljoen euro (de eigen woning uitgezonderd) met 1%, tot 4% voor de vermogens van een miljard euro. “Een maatregel die jaarlijks naar schatting 20 miljard kan opbrengen, kapitaalvlucht ingerekend”, aldus Eva. “We zijn het eens met politieke partijen die willen dat de belasting op arbeid omlaag moet. Maar we willen niet dat deze belastingverlaging gefinancierd wordt met bezuinigingen op sociale uitgaven. Zo belanden de laagste inkomens immers van de regen in de drop. Wij stellen voor de hoge lasten op arbeid te verschuiven naar (beperkte) lasten op vermogen en meerwaarde op aandelen. Zo tref je niet de gewone man, maar degenen die het nauwelijks zullen voelen. En vergeet niet dat de federale overheid ook jaarlijks 15,5 miljard aan fossiele brandstoffen subsidieert. Als je dat afbouwt heb je ook al heel wat in handen om de transitie te financieren, volgens het donutmodel”, zegt Eva. 

“Ik hoorde onlangs de uitspraak “If we want to finance change, we need to change finance”, en dat vat het wel treffend samen: als we onze rechtvaardige transitie in België willen financieren, moeten we de manier waarop we fiscaliteit en financiering aanpakken, veranderen. Het gaat erom waarin we investeren en waaruit we desinvesteren.”

Die financiering is ook meteen een van de cruciale zaken om de meer kleinschalige initiatieven uit het boek, die vaak nog in de experimentele fase zitten, op te schalen: “Met een goede financiering stellen we de voortrekkers in staat om op te schalen, maar het is even belangrijk dat er een goede wetgeving staat om de achterblijvers mee te trekken in het transitieverhaal”, vindt Eva. “Er zijn zeker al veel mooie initiatieven, maar de grote kanteling moet nog komen. Het gaat erom hoe we onze systemen zo kunnen veranderen dat duurzaamheid lonend wordt. Dan zal de schaal vanzelf volgen.” 

Lessen uit Monty Python

Eva sluit graag af met een oproep tot meer verbinding in het middenveld. “Het doet me soms erg denken aan een scene uit Monty Python’s Life of Brian waarin we een groep activisten zien die zichzelf de People’s Front of Judea noemen. Ze houden een vergadering waarin ze hun ongenoegen uiten over de Romeinse bezetting van Judea. Maar in plaats van actie te ondernemen, raken ze verwikkeld in rivaliteit met andere splintergroeperingen zoals de ‘Judean People’s Front’, vertelt Eva. “En dat zie je ook soms tussen organisaties onderling: het belangrijkste debat is niet wie nu het meest puur is op vlak van duurzaamheid of rechtvaardigheid, maar wel dat die eerlijke transitie er komt. We zijn niet elkaars vijand, maar moeten de handen in elkaar slaan om onze doelen te bereiken.”

Interview: Thijs Calu en Vanya Verschoore


Kantelen!

De ongelijkheid in onze wereld is torenhoog. Bovendien heeft ze een enorme economische, menselijke, sociale en ecologische kost. Ons model kraakt in alle voegen, en we voelen ons vaak machteloos om er iets aan te doen. Er is geen alternatief, zo wordt gezegd. 

Maar het kan wél anders. In Kantelen! toont Eva Smets aan dat een nieuwe, rechtvaardige aanpak van onze economie, klimaat en sociale zorg niet alleen broodnodig is, maar ook binnen handbereik ligt.  Met een gezonde dosis verbeelding en daadkracht vinden we onze weg terug uit de chaos. Als we kantelen naar een donuteconomie, dan ligt een rechtvaardige toekomst voor het grijpen.  

Beschikbaar in de boekhandel, online of in Oxfam-winkels.