Vlaanderen Circulair is het knooppunt en de inspirator voor circulaire economie in Vlaanderen. Met Yolan Gielen, facilitator circulaire economie bij Vlaanderen Circulair, hebben we het over de werking van Vlaanderen Circulair, maar ook over boot & boostcamps, het belang van failing forward en hoe een uurtje in de tuin werken kan bijdragen aan een circulaire economie.
Maar waar het allemaal mee begint, is uiteraard het belang van die circulaire economie, waar Vlaanderen Circulair een boost aan wil geven. “Tijdens de jaren ‘80 zagen we in dat we maar storten bleven bijplaatsen, wat zorgde voor een steeds nijpender tekort aan geschikte locaties. Zo is de gedachtegang geëvolueerd naar verbranden, maar zagen we ook in dat we daar wel waardevolle materialen voorgoed mee kwijt zijn. Zo kwam er een heel logische stroomopwaartse beweging van het storten van afval, naar meer innovatieve manieren om met materialen en afval om te gaan. We hebben nood aan een systeem om zoveel mogelijk van de waarde van materialen te behouden”, vertelt Yolan.
GREEN DEALS
Om de juiste randvoorwaarden in kaart te brengen om de circulaire principes concreet toe te passen, riep Vlaanderen Circulair enkele ‘Green Deals’ in het leven. Met die Green Deals worden vrijwillige overeenkomsten gesloten tussen (privé-)partners en de overheid, waarbij elk van die partners bepaalde engagementen op zich nemen. Zo is er onder andere een Green Deal Circulair aankopen en een Green Deal Circulair bouwen.
“Het interessante aan die Green Deals is dat we uit honderden cases knelpunten in kaart kunnen brengen, en op basis van praktijkvoorbeelden voorstellen kunnen doen aan de beleidsmakers zodat een oplossing kan worden geboden voor die knelpunten”.
VALLEY OF DEATH
Eén van de grootste juridische knelpunten om circulaire economie een boost te kunnen geven is de definitie van het begrip ‘afval’. “Zaken worden heel snel officieel als ‘afval’ bestempeld, waardoor de wet het heel moeilijk maakt om er snel iets mee te doen en bijvoorbeeld ook hergebruik in het gedrang komt. Een mooi voorbeeld is Aerocircular, een bedrijf dat vliegtuigen ontmantelt die economisch zijn afgeschreven. Die toestellen zijn vaak nog perfect in staat om te vliegen, maar mogen dat niet meer omdat ze als ‘afval’ gezien worden. Dat geeft problemen om die toestellen op de plaats van de ontmanteling te krijgen.”
“Eén van de grootste juridische knelpunten om circulaire economie een boost te kunnen geven is de definitie van het begrip ‘afval’.”
Een andere grote valkuil is de Valley of Death. “Dat is een typisch fenomeen bij start-ups. Die gaan enthousiast van start met beperkte financiële middelen en maken een prototype. Maar voor de volgende stap, het opschalen naar een economisch rendabel model, is er niet voldoende financiering en raakt men in de Valley of Death. Zo sprak ik onlangs met Cédric Vanhoeck, die met Resortecs een innovatieve manier bedacht om kledij circulair te maken. Hij ontwierp een naaigaren dat loskomt als het verwarmd wordt zodat de materialen perfect terug inzetbaar zijn. Nu moet hij echt een productielijn bouwen om dat economisch rendabel te maken. Daar is een grote investering voor nodig, middelen die wij met Vlaanderen Circulair helaas niet kunnen aanbieden. Wat we wel doen is hen verder begeleiden in het ganse financieringsproces. Als er niet voldoende financiering gevonden wordt, blijft het een heel mooi project en idee, maar riskeert het ook in de Valley of Death te belanden. ”
“Op onze ecodesign challenges proberen we in kleine groepjes complexe problemen op te lossen. We creëren hiermee een soort positivisme: door te ervaren dat het haalbaar is om iets concreet aan te pakken, haal je de negativiteit weg die al snel ontstaat omdat problemen te complex lijken.”
HERSTELD VERTROUWEN TUSSEN PRODUCENT EN CONSUMENT
Dat circulaire economie verder gaat dan puur technische innovaties is al langer duidelijk, onder meer door de opkomst van nieuwe businessmodellen. Zo zorgt bijvoorbeeld leasing ervoor dat de producent verantwoordelijk blijft voor de dienst die hij aanbiedt. In het klassieke systeem – klant koopt product en wordt eigenaar – wordt de verantwoordelijkheid op vrij korte termijn (de lengte van de garantie) op de klant afgeschoven.
“Als een producent bijvoorbeeld wasmachines gaat leasen in plaats van verhuren, dan moet hij ervoor zorgen dat de klant ook zuinig omgaat met die toestellen, en dat het toestel zo lang mogelijk meegaat. Op die manier krijg je weer gemeenschappelijke belangen tussen producent en klant. ‘Vertrouwen’ wordt zo een sleutelwoord binnen de circulaire economie. Maar het gaat evengoed om verschillende stakeholders die zoveel mogelijk moeten proberen samen te werken. Ik maak hier graag de vergelijking met open-source onderzoek: onderzoek dat één keer gedaan wordt, gedeeld wordt, en een basis vormt om verder op te werken. Anders gaan honderden bedrijven hetzelfde onderzoek doen, dat nergens gedeeld wordt.
De ‘New Plastic Economy’ van de Ellen MacArthur Foundation, is mooi voorbeeld van vertrouwen en samenwerking binnen circulaire economie. Dat is een platform, waar alle partijen – producenten, recyclers, … – worden samengebracht om na te denken over hoe we overbodig plastic kunnen vermijden, en ervoor te zorgen dat het plastic dat we toch nog moeten gebruiken zo kwaliteitsvol mogelijk hergebruikt of gerecycleerd kan worden. Daar zitten al die mensen, die elkaar normaal gesproken nooit zien, samen op workshops en wordt er ook naast dat project ook veel meer samengewerkt. Als je enkel samenwerkt met de mensen van je bedrijf of organisatie kun je nooit zo’n mooie resultaten bekomen.”
“Als je enkel samenwerkt met de mensen van je bedrijf of organisatie kun je nooit zo’n mooie resultaten bekomen.”
CIRCULAIRE ECONOMIE = TEWERKSTELLING
Yolan is ervan overtuigd dat de omschakeling naar een meer circulaire economie niet meteen zorgen hoeft te baren over een grote impact op tewerkstelling.
“Als je bijvoorbeeld een fiets lang wil laten meegaan is er veel onderhoud nodig. Voor dat onderhoud heb je veel meer werkuren nodig dan om een fiets te produceren en te verkopen. Als we er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat onze belastingen verschuiven van arbeid naar het gebruik van materialen, dan geef je zuurstof aan een hersteleconomie. Op die manier wordt het echte ambacht terug heel relevant, en zorgt het voor extra tewerkstelling. Dat kan echt een driver zijn voor ondernemerschap op kleinere schaal. Ook het menselijke aspect krijgt op die manier terug een boost. Bovendien betekent circulair ook dat er zoveel mogelijk lokaal wordt gewerkt, waardoor bepaalde jobs dus ook lokaler worden ingevuld.”
“Door onze belastingen te verschuiven van arbeid naar het gebruik van materialen geef je zuurstof aan een hersteleconomie, wat zorgt voor extra tewerkstelling.”
VAARDIGHEDEN VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Dat er heel wat vaardigheden nodig zijn in om de circulaire economie echt te laten opbloeien is duidelijk. Vaak wordt gedacht dat enkel technische skills hier van belang zijn, maar niets is minder waar.
“We zullen veel meer nood hebben aan soft skills”, stelt Yolan. “Ten eerste is het van essentieel belang om te leren communiceren. Het is waanzinnig hoeveel je kan bereiken met een goede communicatie. En daar is context design heel belangrijk: zorgen voor een context waarin mensen kunnen floreren, zodat een goede samenwerking mogelijk wordt. Je moet echt tijd en ruimte en tijd creëren om aan tafel te gaan zitten en te luisteren naar elkaar. En voor een context te zorgen waarin iedereen zijn zeg kan doen, niet enkel de personen die van nature meer aandacht opeisen.”
BOO(S)TCAMPS
In 2017 organiseerde Vlaanderen Circulair haar eerste bootcamp circulaire economie. In 2019 kreeg de bootcamp de naam ‘boostcamp’.
Op die bootcamps worden ook skills voor een circulaire economie aangeleerd. Veel aandacht gaat naar samenwerking. “Het is heel interessant om mensen van verschillende leeftijden bij elkaar te zetten. Dan merk je dat er plots bepaalde drempels te voorschijn komen, maar leert men om zich hierover te zetten.”, stelt Yolan.
“Op onze boostcamps worden skills voor een circulaire economie aangeleerd. Door de mix aan leeftijden komen vaak drempels naar boven, maar leert men ook om zich hierboven te zetten.”.
Naast de samenwerking tussen organisaties vindt hij ook de samenwerking tussen verschillende disciplines heel belangrijk: “We zetten doctoraatstudenten samen met bijvoorbeeld kinesisten, technische profielen en leerkrachten. Mensen met verschillende achtergronden die verschillende zaken hebben geleerd. We creëren een context waarin mensen kunnen samenwerken en mogen leren door fouten te maken. Door failing forward leren mensen falen zodat ze die fouten in de toekomst niet meer maken.”
“We creëren een context waarin mensen kunnen samenwerken en mogen leren door fouten te maken. Door failing forward leren mensen falen zodat ze die fouten in de toekomst niet meer maken.”
Ook creativiteit blijkt een heel belangrijke skill: het is niet iets wat je zomaar hebt, maar ook effectief kunt aanleren. “Creativiteit zorgt ervoor dat we soms veel effectiever kunnen werken, en dat is nog veel belangrijker dan efficiëntie. Maar om creatief te zijn is er wel mentale ruimte en tijd nodig. Daarom zou het soms goed zijn om een uur per dag de mogelijkheid te hebben om bijvoorbeeld in een tuin te werken. Een taak waarbij je niet teveel hoeft na te denken, en je je hoofd kan vrijmaken om creatief te denken. Ook zo’n zaken zouden een boost kunnen geven aan een circulaire economie.”, aldus Yolan. “Als je zaken leuk kan maken, wakkert dat de creativiteit aan en dat loont in een professionele context.”
“Door te ervaren dat het haalbaar is om iets concreet aan te pakken, haal je de negativiteit weg die al snel ontstaat omdat problemen te complex lijken.”
We organiseren ook al enkele jaren ecodesign challenges, waarbij men in kleine groepjes complexe problemen probeert op te lossen.
“Zo hadden we onlangs een ecodesign challenge rond de vraag hoe we de plastic soup kunnen oplossen. Op de bootcamp van 2018 werkten we dan weer rond het t rond het circulair maken van de retailsector. Heel complexe uitdagingen dus, maar het is schitterend om te zien wat daar allemaal uitkomt. Daar komt ook het systemisch denken in beeld, waarbij we het ganse probleem mappen en alles opdelen in een overzichtelijk geheel. Door design thinking maken we die complexe zaak dan heel tastbaar door aan een oplossing te werken van één zaak binnen die complexe structuur. Op die manier creëer je een soort positivisme: door te ervaren dat het haalbaar is om iets concreet aan te pakken, haal je de negativiteit weg die al snel ontstaat omdat problemen te complex lijken.”
Interview: Sebastiaan Kennes, projectmedewerker A&M
Met ondersteuning van