Skip to content

Op 29 februari organiseerde Reset.Vlaanderen een webinar rond de vraag “Hoe maken we duurzaam renoveren haalbaar en betaalbaar?”.
We lieten Vanya Verschoore (coördinator Reset.Vlaanderen), Paolo De Francesco (hoofd studiedienst Gezinsbond) en Griet Juwet (Endeavour) aan het woord.

Vanya Verschoore, Reset.Vlaanderen

Vanya steekt van wal met een aantal aanbevelingen die Reset.Vlaanderen rond het thema eind december lanceerde in haar Just Transition Scan.  

Hij benadrukt meteen het thematisch belang voor een organisatie als Reset.Vlaanderen: “Renoveren biedt een hefboom om twee problemen aan te pakken: zowel ecologisch als sociaal kan het een wereld van verschil betekenen.”

Vanya benoemt de problemen in de huidige Vlaamse woonproblematiek. Zo staan maar liefst 175.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning, en is de helft van onze woningen gebouwd voor 1980. 40% van de uitgereikte EPC certificaten heeft EPC label E of F. Slechts 6,8% van onze gebouwen heeft energielabel A. De energiearmoede situeert zich vooral bij de kwetsbaren in onze samenleving: mensen die in slecht geïsoleerde sociale woningen wonen. In Pano kwam de problematiek van de sociale woonsector ook treffend in beeld.

“Renoveren biedt een hefboom om twee problemen aan te pakken: zowel ecologisch als sociaal kan het een wereld van verschil betekenen.”

Eigendomsmarkt

De Vlaamse overheid heeft nochtans best ambitieuze plannen. Zo wil ze dat het volledige gebouwenpark tegen 2050 energielabel A heeft, wat ook kansen biedt om mensen uit energiearmoede te halen. Al wordt deze doelstelling moeilijk haalbaar als we het huidige groeipad bekijken. Een steeds groter wordende groep mensen die een huis kopen zijn zogenaamde noodkopers: de dure woonmarkt zorgt dat er te weinig financiële capaciteit overblijft om grondig te renoveren. 

De Vlaamse overheid probeert met een systeem van premies het renovatiebeleid te stimuleren: wie duurzaam wil verbouwen heeft recht op een MijnVerbouwPremie en een MijnVerbouwLening. De MijnVerbouwPremie is gedifferentieerd op vlak van inkomen, al zien we dat meer dan de helft van de premies terecht komt bij de 30% hoogste lonen. Bovendien valt 70% van de bevolking in de laagste inkomenscategorie van de premie. 

Willen we echt de mensen bereiken die met het minste draagkracht, dan moet er veel meer gedifferentieerd worden. Als goede huisvader moet de overheid er ook voor zorgen dat de schaarse middelen bij de juiste mensen terecht komen. 

Een ander heikel punt is het ontbreken van een 100% prefinanciering. Nu heb je recht op de premie als de werken zijn uitgevoerd en betaald, maar veel mensen hebben niet de financiële reserve om die kosten voor te schieten.

Samen met een echt progressief premiestelsel en een automatische toewijzing zou dit ervoor kunnen zorgen dat de eigendomsmarkt echt een versnelling hoger kan schakelen op vlak van renovaties.

Ook een herziening van het EPC label tenslotte, zou kunnen helpen om op het vooropgestelde groeipad te geraken. Momenteel is EPC label D de (verplichte) norm, maar dit zorgt vooral voor stapsgewijze renovaties, die uiteindelijk een pak duurder uitkomen dan een doorgedreven renovatie tot EPC A, die over x aantal jaar sowieso de norm wordt. 

Private huurmarkt

“Een van de hoofdredenen waarom verhuurders niet investeren in duurzame renovaties is de zogenaamde ‘split incentive’’, vertelt Vanya. “De lagere energiefactuur door het leggen van zonnepanelen bijvoorbeeld komt enkel ten goede van de huurder, terwijl het de verhuurder is die de investering doet. Daar is in het huidige Vlaamse plan te weinig aandacht voor, het zorgt ervoor dat investeringen niet gebeuren en dat huurders steeds de dupe zijn.” 

Bovendien stelt Vanya voor om de indexatie van de huur voor energieverslindende woningen terug te blokkeren om de huurders te beschermen en vooral ook te kijken naar ontzorging. Heel wat verhuurders zijn ouder dan 65, een doelgroep die vaak moeite heeft met de complexe administratieve rompslomp die renoveren met zich meebrengt. Vaak zit hier de angel om tot doorgedreven renovaties te komen, eerder dan op financieel vlak. 

“Een van de hoofdredenen waarom verhuurders niet investeren in duurzame renovaties is de zogenaamde ‘split incentive. De lagere energiefactuur door het leggen van zonnepanelen bijvoorbeeld komt enkel ten goede van de huurder, terwijl het de verhuurder is die de investering doet.

Vanya Verschoore, Reset.Vlaanderen

Sociale huurmarkt

Ondanks dat uit onderzoek blijkt dat hier een van de belangrijkste hefbomen zit om mensen uit (energie)armoede te halen, heeft het Vlaamse plan nauwelijks aandacht voor de sociale huurders. Bovendien werd in 2022 slechts 34% van het beschikbare budget voor de renovatie en bouw van sociale woningen uitgegeven. Ook het negatief discours dat vaak rond sociale woningen hangt helpt de zaak niet vooruit.
Daarnaast moet elke gemeente een bepaalde doelstelling halen omtrent sociale woningbouw, het zogenaamde ‘bindend sociaal objectief’, al blijkt die doelstelling in de praktijk helemaal niet zo bindend te zijn en wordt er niet gesanctioneerd wanneer de doelstelling niet gehaald wordt. 

Vanya besluit zijn presentatie met een pleidooi voor collectieve aanpak en ontzorging: waar het beleid vandaag te vaak inzet op de individuele verantwoordelijkheid van de burger moeten we richting een publieke actor die een collectieve aanpak coördineert (bv. op het niveau van de wijk). Met voldoende aandacht voor kansarme huishoudens, die een gedegen woonbegeleiding op maat krijgen. 

Paolo De Francesco (studiedienst Gezinsbond)

Gezinsbarometer: kloof tussen ecobewustzijn en ecodaden

Paolo staat stil bij een aantal opvallende conclusies uit de gezinsbarometer, een bevraging die de Gezinsbond elk kwartaal organiseert bij een representatief panel van Vlamingen en Brusselaars met kinderen tussen 0 en 18 jaar. Op die manier houdt de Gezinsbond de vinger aan de pols van de problematieken die de Vlaamse gezinnen bezighouden. 

De barometer bevestigt het klassieke beeld van de Vlaming als het gaat over wonen: de Vlaming woont het liefst zo open mogelijk in een landschappelijke omgeving. Rijwoningen en appartementen worden zelden als droomwoningen beschouwd. 

Daarnaast valt vooral het contrast op tussen ecobewustzijn en ecodaden. “De Vlaming is heel ecobewust: 74% is bezorgd over hoe we de planeet achterlaten voor de volgende generaties, maar slechts 7% vraagt zich bewust af hoe duurzaam iets is bij wat ze kopen of ondernemen.”, vertelt Paolo.

En die houding spiegelt zich ook af bij de ecodaden in huis: daar valt nog heel wat laaghangend fruit te oogsten. Zo heeft bijvoorbeeld 84% geen radiatorfolie. Maar ook opvallend:   25% heeft geen dakisolatie, 39% geen muurisolatie en de helft heeft geen zonnepanelen, hoog isolerend glas of thermostatische kranen. 

Meterkoorts

Een ander opvallend resultaat: de overgrote meerderheid plant geen renovaties, en al zeker niet op vrij korte termijn. Als er al werken op de planning staan, ziet men dat eerder binnen 5 à 10 jaar gebeuren. Niet enkel de kostprijs is hier een drempel, maar vaak leeft ook de perceptie dat de woning op energetisch vlak ok is. Daarbovenop komt ook dat heel wat subsidiemogelijkheden niet gekend zijn. 

De zogenaamde ‘meterkoorts’ is bij de Vlaming vrijwel onbestaand: 59% kijkt maximaal 1 keer per jaar naar de elektriciteits-, gas- of watermeters. 7% kijkt hier zelfs nooit naar.
25% van de Vlamingen vergelijkt nooit energieprijzen en 37% doet dit slechts 1 keer per jaar. 

Wat de huurmarkt betreft geeft de grote meerderheid (63%) aan dat er problemen zijn met de woonkwaliteit. 73% stelt dat er energetische ingrepen noodzakelijk zijn om de woning energiezuiniger te maken. De helft van de huurders zegt hiervoor een iets hogere huur te willen betalen. 

“25% van de Vlamingen vergelijkt nooit energieprijzen en 37% doet dit slechts 1 keer per jaar.” 

Het is nog maar de vraag hoe de kloof tussen het ecobewustzijn en de concrete ecodaden gedicht kan worden. Een te complexe regelgeving, een onduidelijk transitieverhaal en verwarring die gezaaid wordt en een gebrek aan ontzorging zijn een aantal grote drempels. Daarbovenop komt ook de harde dagelijkse realiteit: de meeste mensen hebben maar een beperkt budget. 

“De enige manier om hieraan tegemoet te komen en de doelstellingen van 2050 te halen is het invoeren van een universele prefinanciering, die, afhankelijk van het inkomen, gemoduleerd terugbetaald wordt”, besluit Paolo. 

Griet Juwet (Endeavour) 

MUPEDD

Tot slot gaf Griet Juwet (Endeavour) wat meer duiding bij het MUPEDD-project, dat volgende maand wordt afgerond.
Het MUPEDD project wil een antwoord bieden op de vraag hoe je mensen laat meestappen in een collectieve renovatietrajecten op wijkniveau.

Omdat niet iedere mens in dezelfde levensfase of situatie zit werden een aantal ‘personas’ of archetypes opgesteld, waarbij ze telkens in kaart brachten welke aanpak het beste werkt en wat de drempels en motivaties zijn. 

Doel van het onderzoek is om bijboorbeeld renovatiecoaches te helpen zodat ze hun begeleidingstraject kunnen optimaliseren: bereiken ze de doelgroepen die ze willen bereiken? Gebruiken ze de juiste communicatie? Wordt de meest efficiënte begeleiding voorzien, op maat van de doelgroep?
Maar ook als stad of gemeente kan het interessant zijn om je strategieën rond renovatie of energiewijkprojecten meer op maat te maken van bepaalde typische gebruikers om te zien of ze in een bepaalde wijk wel iedereen bereiken. In bepaalde wijken kan het nodig zijn om hiervoor diverse strategieën in te zetten. En daar kunnen de resultaten van deze studie een grote hulp bieden.

Een aantal van de uitgewerkte  personas in een notendop:

De idealistische starters (of jonge koppels) die net een huis hebben gekocht met het oog op renovatie blijken gemotiveerd te zijn om tot actie over te gaan, maar hebben vaak nood aan praktische ondersteuning en begeleiding. Denk aan DIY workshops om te leren wat je zelf kan doen, maar ook kinderopvang, een maaltijdservice of het voorzien van een tijdelijke woning kan een enorme steun bieden: allemaal zaken die wat extra werk wegnemen waardoor de persoon of het koppel zich volledig kan focussen op het renoveren zelf. 

Ook alleenstaande ouders zien vaak wel de nood aan renovatie, maar moeten dan weer vooral een financiële drempel over. Hier zal de focus dus naast de technische ondersteuning vooral liggen op het begeleiden richting premies of leningen. Hier is vaak een sociaal voelend iemand nodig die oor heeft naar praktische en financiële drempels en als een echt klankbord en vertrouwenspersoon kan optreden 

De ‘gemotiveerde medior’ (iemand die net op pensioen is of tegen zijn/haar pensioen aankijkt heeft gedurende zijn leven al wat zaken aangepakt, zoals dakisolatie, het vervangen van ramen of het leggen van zonnepanelen. Maar ondertussen voldoet de woning niet meer aan de normen van de toekomst. Bij hen  moet je  vooral benadrukken waar de meeste ecologische en financiële winst mee te boeken is, omdat zij vaak vanuit zowel overtuiging als vanuit financiële meerwaarde gaan renoveren. 

De ‘cautious decision makers’  (de voorzichtige beslissingsnemers) zijn dan weer de modale Vlamingen die al vrij lang een eigen woning hebben die toen ze gebouwd werd in orde was met de toen geldende normen. Maar ondertussen zijn die normen veranderd en blijkt er toch nog heel wat werk aan de winkel. De cautious decision makers worden hierdoor wat overweldigd en vaak moeilijk hun weg in alle renovatie-eisen en opties die er zijn en blijven wat steken in de overwegingsfase zonder echt tot actie over te gaan. Zij hebben dus zeker nood aan begeleiding om de nodige knopen door te hakken en om de meerwaarde in te zien om bepaalde renovaties te doen. Hier is het ook van belang om dit proactief op te volgen. 

Naast de verschillen tussen de verschillende personas zijn er ook een aantal opvallende overeenkomsten: zo benadrukt iedereen het belang van een renovatiecoach, die het imago heeft van een betrouwbare en onafhankelijke bron van info met voldoende technische achtergrondkennis. 

“Iedereen benadrukt het belang van een renovatiecoach, die het imago heeft van een betrouwbare en onafhankelijke bron van info met voldoende technische achtergrondkennis.”

Griet Juwet, Endeauvour

Iedereen stipt ook aan dat de complexiteit van het renoveren en het hele subsidie- en leningenverhaal een serieuze drempel vormt. Ook het proces van het zoeken naar een betrouwbare aannemer en het vergelijken van offertes is niet vanzelfsprekend. Voor al die zaken kan een energiecoach voor heel wat verlichting zorgen. 

Presentaties

Herbekijk het webinar