Skip to content
Home - Blog - Buurt deelt mobiliteit in Landen en Tervuren

Buurt deelt mobiliteit in Landen en Tervuren

Deelmobiliteit zit in de lift, maar is dat voor iedereen zo? Vanuit de vaststelling dat het delen van vervoer bij bepaalde doelgroepen niet evident is, ging Beweging.net aan de slag. In Tervuren en Landen startten ze, met ondersteuning van de provincie Vlaams-Brabant, een proefproject. Daarbij kunnen bewoners van sociale huisvesting en bewoners uit aanpalende straten een jaar lang van verschillende vormen van deelmobiliteit proeven. Sofie Neyens, stafmedewerker bij beweging.net en trekker van het project in Moorsel, een deelgemeente van Tervuren, geeft wat meer uitleg.

Wat houdt het project precies in? 

“In zowel Landen als in Moorsel hebben we op één plaats in de wijk een zogenaamd mobipunt als deellocatie ingericht. Daar kan een deelwagen of deelfiets – zowel gewone fietsen als bakfietsen – worden opgehaald en terug afgezet. Het deelaanbod staat zichtbaar in de wijk, maar ook dichtbij speelpleintjes, een station, een halte voor openbaar vervoer of een buurthuis. Ons aanbod staat open voor alle buurtbewoners, maar we mikken in de eerste plaats op mensen in de sociale huisvesting. We merken dat deelmobiliteit bij hen vaak nog onbekend is. Daarom proberen we zo laagdrempelig mogelijk te werken. Omdat we weten dat het gebruik van een app niet voor iedereen vanzelfsprekend is, voorzien we ook een telefoonnummer waarbij je een echte persoon aan de lijn krijgt om je verder te helpen. Op de locatie zelf staat een paneel met informatie over hoe je de deelwagen ontgrendelt en gebruikt, of hangt die info aan de deelfiets.”

Sofie Neyens, Stafmedewerker Beweging.net

Hoe is het project ontstaan? 

“Met het project ‘Uw vervoer, een hele toer’ volgen we met Beweging.net op hoe iedereen meegenomen wordt in het vervoersverhaal. In 2019 organiseerden we daarover een mobiliteitsenquête. Hieruit bleek dat er een grote nood is aan vervoersoplossingen, en dat er een grote bereidheid is om te kiezen voor een deelauto of deelfiets als deel van die oplossing.  Met dit vervolgproject ‘Onze buurt deelt mobiliteit’ willen we het idee doorbreken dat een sociale doelgroep niet geïnteresseerd zou zijn in duurzaamheidsmaatregelen. Tegelijk zorgt het project mee voor de realisatie van de gemeentelijke en provinciale klimaatplannen.”

Een concreet aanbod van deelmobiliteit uitwerken voor een welbepaalde doelgroep lijkt me iets waar heel wat specifieke expertise voor nodig is.

Hoe hebben jullie dat aangepakt? 

“Voor dit project zijn heel wat partners van onschatbare waarde. Stapp.in en Blue-bike gingen met ons in zee als deelaanbieders. Voor de begeleiding van de mensen die beroep doen op de deelmobiliteit, rekenen we op het buurthuis en de wijkwerking. Zij kennen de mensen, hun gevoeligheden en de eventuele drempels waar we rekening mee moeten houden. Ook sociale huisvestingsmaatschappijen ‘Elk Zijn Huis’ (Tervuren) en CNUZ (Landen) werken mee in het project, we richten ons op ‘hun’ bewoners. Mensen die zelf voor het eerst het deelaanbod gebruiken, proberen we te werven als ‘buddy’. Zij kunnen hun buren warm maken om de systemen te gebruiken. De organisatie Autodelen.net staat klaar om die buddy’s te vormen. Tenslotte zijn ook de provincie Vlaams-Brabant en de stad Landen en gemeente Tervuren uiteraard heel belangrijke partners.” 

“Mensen die zelf voor het eerst het deelaanbod gebruiken, proberen we te werven als ‘buddy’. Zij kunnen hun buren warm maken om de systemen te gebruiken.”

Hoe hebben jullie de opstart van dit project concreet aangepakt? 

“Van april tot december 2021 liep een voortraject, waarbij we een selectie maakten van de deelnemende gemeenten. We bevroegen de buurtbewoners in hoeverre ze gebruik zouden maken van het aanbod. Daaruit kwamen enkele belangrijke zaken naar boven. Zo vonden ze het belangrijk om de kostprijs van de rit op voorhand te kennen, bij voorkeur op de deellocatie zelf. Dat hebben we opgelost door te werken met een tarief per kilometer en per uur, zonder bijkomende kosten of abonnementsformules, dat aangeduid staat. Uit de bevraging leerden we verder ook dat een bakfiets gewenst was en deelsteps eerder te vermijden. Ook de gemeenten uitten toen hun vrees voor zogenaamde ‘zwerfsteps’.

“Mensen vonden het belangrijk de kostprijs van de rit op voorhand te kennen. Daarom werken we met een vast tarief per kilometer en per uur.”

In onze zoektocht naar deelaanbieders stelden we voorop dat ze een toegankelijk systeem konden ontwikkelen, naast het gebruik van een app, bijvoorbeeld door ook de mogelijkheid te voorzien om gebruik te kunnen maken van een pasje of kaartje. Niet elke deelaanbieder wou hierin meegaan, maar zowel Stapp.in als Bluebike zijn op onze vraag ingegaan. Zij hebben een erg open houding en denken concreet mee na over de invulling van het project.” 

Hoe hebben jullie de mensen warm kunnen maken voor dit project? 

“We organiseerden infosessies toen de deelwagens nog maar net op de locatie stonden. We organiseerden ook een aantal uitprobeermomenten, vanuit het idee dat ‘zien doen ook aanzet tot zelf doen’. We proberen ook regelmatig in de wijk aanwezig en aanspreekbaar te zijn en hebben een stand op lokale evenementen zoals volksfeesten, rommelmarkten, … We merken wel dat mensen aansporen de nodige tijd vraagt, daarom proberen we onze boodschap vaak te herhalen, via verschillende kanalen. Om de herkenbaarheid te verhogen werken we met een terugkerende lay-out.”

Wie zijn de mensen die gebruik maken van de deelwagens en deelfietsen? 

“We zien dat het deelsysteem vooral gebruikt wordt voor occassioneel gebruik en voor korte afstanden, denk bijvoorbeeld aan boodschappen of familiebezoek. Waar het individueel autobezit hoog is – in Moorsel in een verhouding van 150 wagens op 100 huishoudens – is de uitdaging nog groter om mensen een keertje de deelauto te laten gebruiken. Ons deelsysteem sluit wel deels aan op de tekortkomingen in het openbaar vervoer, in de late uren bijvoorbeeld. In Moorsel is de busverbinding met Tervuren als hoofdgemeente niet optimaal, en kan ons deelaanbod een deel van de oplossing zijn. We willen het openbaar vervoer dus aanvullen, niet meteen vervangen.”

“We willen het openbaar vervoer aanvullen, niet vervangen.”

Hoe zien jullie de toekomst van het project? 

“We bekijken of het mogelijk is om dit project uit te breiden. Zowel in de lengte, in de bestaande gemeentes, als in de breedte. Het zou interessant zijn om het project ook in andere gemeentes, eventueel ook buiten de provinciegrenzen, te lanceren. 

Flankerende maatregelen kunnen helpen om deelaanbod te laten gebruiken. Daarom kijken we ook naar lokaal parkeerbeleid, aantrekkelijkheid van mobipunten, … Hoe beter het flankerend beleid, hoe meer gebruik. En hoe meer gebruikers, hoe goedkoper het wordt voor deelaanbieders én op termijn voor de gebruikers.”

Interview: Thijs Calu, Reset.Vlaanderen

Image

Dit artikel verscheen eerder in ons magazine rond het thema wonen. 

Word nu lid, en ontvang ons magazine, boordevol inspirerende interviews, opinies en artikels.